09 mei 2016

Late eerste snede, kansen voor tweede snede

Gemiddeld genomen bepalen de eerste twee snedes ongeveer 60% van de graskuilvoorraad. Net als vorig jaar is de eerste snede erg laat. De verwachting is daarom dat de kwantitatieve ruwvoeropbrengst onder de 60% blijft. De bemesting van de tweede snede biedt echter nog mogelijkheden, zeker ook ten gunste van de kwaliteit. 
Door de weersomstandigheden is er op veel plekken laat drijfmest en kunstmest toegepast. Vervolgens bleef het voorjaar koud, waardoor de mineralisatie niet op gang kwam. Voor een goede mineralisatie van stikstof en zwavel is een dagtemperatuur van boven de 10°C nodig. In week 17 hadden we nog te maken met temperaturen van 3°C tijdens de hevige regen- en hagelbuien. Gemiddeld genomen viel de grasgroei tegen. Ook de ruweiwit-niveaus kunnen in de eerste snede tegen vallen. De versgrasanalyses uit week 17 lieten een daling van maar liefst 21% zien ten opzichte van week 15. De benutting van het eiwit kan ook te wensen over laten door de kortere tijd tussen bemesten en oogsten, waardoor stikstof (met name nitraat stikstof) niet is omgezet naar volledig eiwit.

Beschikbaarheid en efficiëntie stikstof

Wanneer de mineralisatie laat op gang komt, is er meer stikstof uit drijfmest beschikbaar voor de tweede snede. Als er qua kunstmest gekozen is voor ammonium of een vloeibare ureumstikstof die minder vervluchtigt, dan is er minder risico op uitspoeling geweest. De stikstofvormen die nog niet benut zijn, zijn dan nog beschikbaar voor de tweede snede. Bovendien maken ureum en ammonium alle overige elementen beter beschikbaar. Dit zijn belangrijke elementen voor zowel het bodemleven en de gewasgroei. Meerjarig onafhankelijk onderzoek in Barneveld wijst uit dat je met Powerbasic voor grasland gemiddeld 14% meer drogestofopbrengst per jaar realiseert dan met KAS. Daarnaast blijkt uit dit onderzoek dat Powerbasic de hoogste sporenelementenopbrengst geeft in ruwvoer.

Bemesting tweede snede

De bemesting van de tweede snede biedt mogelijkheden ten behoeve van de opbrengst en kwaliteit. Het is raadzaam om direct na het maaien de kunstmestgift voor de tweede snede toe te passen. Vier tot zeven dagen later mag de drijfmest erop. Voor een goede opbrengst is het belangrijk om niet te krap te bemesten, we lopen al een beetje achter. Natuurlijk moet er wel gelet worden op de wettelijke kaders. Wenselijk is om stikstof in de vorm van ureum of ammonium te geven, vanwege de geringe uitspoeling, de hogere N-benutting en het plantbeschikbaar maken van andere elementen. Ook zwavel belangrijk blijft voor de tweede snede. Bij de zwavelgift moet je er als veehouder op letten dat je niet overdoseert. Voor het gewenste resultaat is het belangrijk een meststof te kiezen met minimaal twee keer meer stikstof dan zwavel. Wij bevelen daarom Powerbasic voor grasland aan. Mochten bodem- en ruwvoeranalyses uitwijzen dat er te weinig sporenelementen aanwezig zijn, dan is Powerbasic SeCo of Powerbasic Sporenmix een goede aanvulling.

Door de juiste keuzes te maken voor de tweede snede, kun je nog een inhaalslag maken!

Klik hier voor meer informatie.