Opgroeien met Van Iperen

Blog Pieter Verzendaal | Letterlijk op bekend terrein

11 mei 2021

Als jongen van een jaar of zes kwam ik al op het terrein bij Van Iperen. Mijn vader en opa zaten in het transport en ik mocht wel eens mee. Zo’n tien jaar later solliciteerde ik en in februari 2007 kwam ik in dienst. Ik was weer op bekend terrein. Letterlijk, want ik werd terreinmedewerker. Het eerste wat me toen opviel, was de grote i op de zakken en t-shirts. Ik vond dat een echte blikvanger.

Als kind kwam ik altijd op een boerderij bij ons in de Hoeksche Waard. Ik mocht helpen met het melken van de koeien en andere klusjes. Heerlijk vond ik dat. Thuis groeide ik op met familie in de transportwereld, maar mijn hart ligt bij de agrarische sector. Werken bij Van Iperen sluit daar mooi op aan.

Na mijn eerste functie als terreinmedewerker, ging ik bij de tapstraat werken als operator. Nu ben ik voorraadbeheerder in Westmaas. Het bedrijf is nu veel groter en er is veel veranderd. Ik had mijn sollicitatiegesprek met commercieel directeur Peter Kalkman. Een afdeling Personeelszaken was er toen nog niet. Op mijn eerste dag moest ik bijvoorbeeld zaaigranen opzakken en ontsmetten. Er was een ‘opzaklijn’ waar ik heel wat jaren heb gewerkt. Dat doen we nu niet meer. Ik heb het nog steeds naar mijn zin, maar zo’n klein bedrijf had ook wel z’n charme, vind ik.Pieter verzendaal

Van mijn vader wist ik dat er een bepaalde sfeer heerste binnen het bedrijf; een sfeer van hard werken, maar ook van lol maken. Dat heb ik vanaf het begin ook zo ervaren. Ik herinner me nog dat we als het heet was in de zomer verkoeling zochten in een blauwe ‘kuubskist’. Normaal zat daar tarwe of kunstmest in, maar wij vulden ze met water om even af te koelen. We deden vroeger wel meer dingen die nu echt niet meer kunnen. Zo heb ik bijvoorbeeld met Kundert Bakker, de zoon van toenmalige directeur Piet Bakker, zelfs overnacht op het terrein. Het was erg druk en we hadden tot ongeveer twee uur ’s nachts gewerkt. We moesten om half acht weer beginnen en hadden geen zin om naar huis te gaan. We zijn toen stiekem in de loods blijven slapen, op het zeil van een graancontainer. Toen ’s nachts de beveiligers hun controleronde liepen, bleven we heel stil. Wij zijn niet betrapt. Dat waren mooie tijden.

Ik werk nu vier dagen per week. Na de eerste koffie check ik mijn mail. Ik kijk of er uitzoekopdrachten of voorraadverschillen zijn. Ook zoek ik altijd locaties waar we producten kunnen opslaan. Er komt een nieuwe tent en ik denk na over de indeling daarvan. Dat doe ik ook als we loodsen verbouwen. Ik werk dus nog steeds op het terrein, maar ik slaap wel thuis.