21 juni 2017

Graan – bruine roest in wintertarwe

Momenteel is er op enkele percelen de eerste infectie van bruine roest waargenomen. De hogere temperaturen zijn optimaal voor bruine roest. Bruine roest ontwikkelt zich het beste bij een temperatuur van 20 tot 25 °C overdag. De relatief warme nachten (temperaturen hoger dan 15 °C) in combinatie met dauwvorming en lange bladnatperioden kunnen zorgen voor een snelle toename van de schadebeelden. Aantasting van bruine roest kan leiden tot opbrengstverlies en heeft een negatieve invloed op de kwaliteit van de korrels (eiwitgehalte). Percelen met gevoelige rassen of welke een overmatige stikstofbemesting hebben gehad, maken meer kans op infectie van bruine roest. Ook de laat rijpende rassen maken meer kans op infectie.

Bruine roest is te herkennen aan de roestbruine ovale sporenhoopjes welke meestal aan de bovenzijde van de bladeren te vinden zijn. De sporenhoopjes liggen onregelmatig verdeeld over het bladoppervlak Vaak zijn de hoopjes omgeven door een lichte kring. De infectie van bruine roest lijkt op de infectie van gele roest. De sporenhoopjes van gele roest zijn echter altijd in een streepvormige patroon gerangschikt, terwijl de sporenhoopjes van bruine roest verspreid over het blad liggen zonder enig patroon.

Heeft u een gevoelig ras of heeft u uw tarwe een ruime stikstofbemesting gegeven? Controleer dan uw gewas op de aanwezigheid van bruine roest. Ook wanneer u iets terughoudend bent geweest met de laatste fungicidenbespuiting, raden wij aan uw gewas te controleren.

Als u bruine roest aantreft in uw gewas is ons advies:

Soleil 1,20 ltr/ha of
Ampera 1,50 ltr/ha  

Bovenstaande adviezen zijn gebaseerd op de actuele praktijksituatie en de op dit moment ter beschikking staande kennis. Alle rechten voorbehouden. Niets uit dit bericht mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand en/of openbaar gemaakt in enige vorm of op welke wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.