12 maart 2018

Voor een prachtige groene mat

Veel mensen denken dat het alleen bij maaien blijft, maar het onderhoud van sportvelden vraagt heel veel meer. Daar weten ze in Zeeuws-Vlaanderen over mee te praten. Martijn Otjes, uitvoerder bij Dethon Groen uit Terneuzen is sinds enkele jaren verantwoordelijk voor het onderhoud van zestig sportvelden in de regio. Bart Boot, adviseur groenvoorziening van Van Iperen, staat hem daarin bij. “Ontwatering en zuurstofvoorziening, dat moet bij de sportvelden perfect in orde zijn.”

Mensen zien groeien

Dethon Groen stond voorheen ook wel bekend als sociale werkplaats (SW-instelling). Dat is inmiddels veranderd, hoewel de meeste werknemers nog altijd mensen zijn met een beperking. Mensen die op de arbeidsmarkt niet of nauwelijks kans maken. En daar moet je volgens Martijn Otjes wel mee om kunnen gaan. “Het moet wel een beetje in je zitten, maar ik werk graag met deze mensen. Het geeft mij enorm veel voldoening als ik het werk dat gedaan moet worden met hen voor elkaar krijg. Zag een veld er bijvoorbeeld drie jaar geleden nog belabberd uit, nu ligt er een prachtige groene mat. Samen met die gasten voor elkaar gekregen. En daar doe je het voor.” “Het is geweldig mooi om mensen te zien groeien doordat ze op de juiste plek terechtkomen. Soms komen ze binnen met helemaal niets. En nu rijden ze vol trots op een bus. Dat gaat uiteraard met kleine stapjes, maar geeft veel voldoening in mijn werk!”

Het bedrijf dat alle takken van groenvoorziening in zich heeft, is een initiatief van drie gemeenten op Zeeuws-Vlaanderen: Terneuzen, Hulst en Sluis. In de toekomst ziet Martijn, die al ruim zestien jaar actief is in het bedrijf, wel een verschuiving. “We krijgen steeds meer te maken met mensen, die langdurig in de bijstand hebben gezeten, en met statushouders.”

Advies van Van Iperen

Volgens Bart Boot is Dethon Groen met 60 sportvelden een grote klant van Van Iperen op het terrein van de groenvoorziening. Bart, afkomstig uit een akkerbouwgezin van Schouwen-Duiveland, kwam in 2010 in dienst bij Mol Agrocom in Oude-Tonge (nu Van Iperen). “Het was juist in de periode dat de voetbalverenigingen in het westelijke deel van Zeeuws-Vlaanderen een coöperatie vormden en het onderhoud in z’n geheel bij Dethon Groen neerlegden. Ik ben toen begonnen om alle velden af te rijden en grondmonsters te nemen. Op basis daarvan hebben we een eerste advies gegeven.”

Volgens Martijn van Dethon Groen kun je bij deze omvang niet meer zonder een adviseur van buitenaf. “Natuurlijk weten wij in de meeste gevallen heus wel wat we moeten doen. Onze expertise is de afgelopen jaren enorm toegenomen. Vooral in de winterperiode steken we veel tijd in bijscholing. Ook onze machines zijn sterk verbeterd. Maar dat neemt niet weg dat je wel heel veel behoefte hebt aan een klankbord. Iemand die verder kijkt dan alleen onze regio. Heb ik bijvoorbeeld een schimmel, dan is mijn eerste vraag “kom je dit ook ergens anders tegen of zijn wij de enige die hiermee te maken hebben?” Ook weet volgens Otjes Van Iperen veel van gewasbescherming.

Groot onderhoud

“In de periode vanaf mei, juni gaan we van start met het groot onderhoud. Dan lopen we samen alle velden af en maken we een plan wat we per veld gaan doen. Daarbij worden de uitdagingen steeds groter. Zo is het middelenpakket smaller geworden en hebben we nu zelfs, als het om plantvakken en bestrating gaat, te maken met een totaalverbod op het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen. Er zijn nog wel een paar uitzonderingen. Zo zijn de velden zelf nog uitgesloten. Toch willen we de komende tijd alternatieven ontwikkelen. Met name als het om onkruid gaat, is dat wel een uitdaging!” Volgens de beide mannen speelt bemesting een cruciale rol. “En daar zijn ze bij Van Iperen natuurlijk expert in.” Bart: “Samen hebben we drie soorten mixen samengesteld, voor elk seizoen een andere mix. De samenstelling daarvan kan per jaar variëren. Daarbij is het steeds weer de vraag ‘doen we het goed?’ Want elk seizoen is anders. Welke graszaden kies je, welke bemesting is er nodig en hoe pakken we de onkruidbestrijding aan? Interessant daarbij is dat we te maken hebben met een klimaat dat steeds meer verandert. Heb je dan wellicht andere graszaden nodig? Allemaal vragen, die we samen proberen te beantwoorden.” Regelmatig hebben de mannen telefonisch contact. Dat zorgt soms voor een grappig gesprek. “Van de zomer belde ik Bart en kreeg te horen dat hij op een camping in Zuid-Frankrijk stond. Waarop ik zei: waarom neem je dan op? Zijn reactie: omdat jij belt. Dat typeert aardig onze relatie.”

Een stapje voor

Tijdens het seizoen loopt Martijn tweewekelijks alle velden af. Ook krijgt hij veel informatie van de jongens die maaien. “Die gasten komen er elke week. We leiden onze mensen daarom zo op dat ze niet alleen hun klus doen, maar dingen ook signaleren. Daarmee heb ik dus een paar extra ogen om te zien wat er gebeurt. Ik ben de verenigingen namelijk graag een stapje voor. Het is veel prettiger dat ik ze bel als er iets is, dan zij mij.”

In het seizoen heeft Martijn soms dagelijks contact met de verenigingen. Het gaat dan bijvoorbeeld over de vraag of het veld niet te nat is, of ze onder deze omstandigheden wel of niet kunnen trainen, etc. “Het gaat in deze branche natuurlijk vooral om vertrouwen. In die zin is het ook prettig om er niet alleen voor te staan, maar om samen met Bart de verenigingen te kunnen bezoeken. Zijn deskundigheid en ervaring geven de verenigingen de overtuiging dat ze het onderhoud met een gerust hart uit handen kunnen geven.”