12 september 2018

Tarwe als winstgevend product

Nederlandse tarwe als baktarwe? Veel bakkers zijn ervan overtuigd dat tarwe van Nederlandse bodem daar niet geschikt voor is. Dat heeft te maken met het ras, maar ook met de bodem. Goede baktarwe komt uit Amerika of Frankrijk, zo is het oordeel van de meerderheid van het bakkersgilde.

Bij akkerbouwbedrijf De Winter in Nisse legden ze zich daar niet bij neer. Ze realiseerden zich dat ze het meel ook zelf aan bakkers konden leveren, in plaats van hun tarwe voor een bodemprijs naar de coöperatie te brengen. Ze probeerden nieuwe rassen uit, huurden deskundigen in en na een paar jaar experimenteren bleek inderdaad dat het mogelijk was!

Deze Zeeuwse akkerbouwer levert nu bijna drie decennia het beste meel aan warme bakkers door heel Nederland. “Deze tarwe is van de hoogste kwaliteit. Betere tarwe kun je niet krijgen.” In gesprek met vader en zoon, Rinus en Leon de Winter.

Kwaliteitsmeel

Het begon allemaal in 1990. Hoewel de prijs van tarwe op dat moment nog goed was, zette de prijsdaling al in. De vooruitzichten waren niet best. “Maar tarwe kun je niet missen in je bouwplan. Het is de spil binnen je bedrijf. Het gaat om een kwart tot een derde van je areaal. Als dat elk jaar verliesgevend is, moet je echt op zoek naar andere oplossingen.”

Vader Rinus (82) wilde daarom weleens van de bakker weten wat die voor zijn meel moest betalen. Dat bleek twee keer zoveel te zijn als wat hij er zelf voor kreeg. Dat bracht hem op een idee. “Als we nu eens ons eigen meel aan die bakker zouden kunnen leveren? Dan kunnen we tarwe blijven telen en levert het ons ook nog iets op.”

Dat bleek een gouden greep. Hoewel het verbouwen van tarwe nog altijd verliesgevend is, levert de verkoop van het meel genoeg op. Twee keer in de week is Leon onderweg om door het hele land te leveren. Rond de middag is hij weer terug en wacht het werk op de boerderij. Ook particulieren weten het kwaliteitsmeel van De Winter te waarderen. Leon: “Het gaat in zakken van 25 kilo de deur uit. Mensen vinden het brood lekker en zijn blij dat het puur natuurlijke meel geen toegevoegde broodverbeteraars bevat.”

Tarwecirkel

Het meel wordt verkocht onder de naam Tarwecirkel. “Onder het motto ‘De kortste weg van akker naar bakker’ brengen we dit product op de markt. Door er verschillende schakels tussenuit veehouderij
te halen, verdienen wij aan onze tarwe en krijgt de warme bakker de beste kwaliteit meel die er te koop is.” Het ras dat De Winter verbouwt, is duurder en levert minder op per hectare dan de gangbare rassen. “We
gaan ook uitsluitend voor de beste kwaliteit. Zo laten we onze tarwe zo lang mogelijk op het land staan. Totdat er geen groen meer aan de plant te vinden is. Dan is de tarwe 100% rijp. Dat is belangrijk, omdat de smaak en het aroma er pas aan het einde in komen.” “Natuurlijk zijn wij sterk afhankelijk van het weer. Daar kunnen we niets aan veranderen. Daarnaast is de natuur steeds grilliger en extremer geworden. Ook dat hebben we niet in de hand. Maar wat we wel in de hand hebben, dat moeten we heel goed doen.”

Eigen brood

Dat De Winter een gepassioneerde akkerbouwer is, is duidelijk. Over het bedrijf en hun bijzondere tarwemeel kan hij blijven praten. “Dit werk geeft heel veel voldoening. Dat komt ook door alle positieve reacties. Zelf eten we ook ons eigen brood. Dat maakt je dankbaar.” Het akkerbouwbedrijf van De Winter bestaat al heel lang. Leon is de negende generatie in de familie die het bedrijf runt. Of de tiende generatie al in de startblokken staat, weet hij niet. Daar zijn ze nu nog te jong voor. “Ik wil ook helemaal niets forceren. Het is belangrijk dat ze eerst iets leren. Daarnaast vraag
ik me steeds vaker af of het met de huidige grondprijzen nog wel realistisch is om te denken dat een van mijn drie kinderen het straks over kan nemen. Dat is eigenlijk niet meer te doen.”

In de loop van de jaren is het bedrijf flink uitgebreid. Groeide dat van vader Rinus van 30 naar 60 hectare, Leon heeft inmiddels 80 hectare in bezit en huurt er jaarlijks nog eens 30 tot 40 hectare bij. “We zouden het liefst niet meedoen aan die schaalvergroting, maar je ontkomt er niet aan.” Rinus zag veel veranderen. Hij vertelt enthousiast over de invoering van het GPS-systeem. “Vroeger
was je alleen maar bezig om ervoor te zorgen dat je recht reed. Daar hoef je nu niet meer op te letten. Je kunt nu veel meer aandacht besteden aan datgene wat er achter je gebeurt.”

Middelen

Met gewasbeschermingsmiddelen gaan ze bij De Winter heel voorzichtig om. “Wij verbouwen gewassen die geconsumeerd worden. Daarom hebben wij 20 jaar geleden al besloten geen glyfosaat meer te gebruiken voor het oogsten van onze wintertarwe. We moeten verantwoord met het milieu en ons gewas omgaan. Bij bepaalde ziekten en plagen grijpen we alleen in als we zien dat het gewas het zelf niet op kan lossen.” Met Van Iperen is Leon heel content. “Richard Markusse is onze adviseur. Die doet het echt heel goed. Regelmatig doet hij hier de ronde en adviseert
wat ik moet doen. Hij geeft een eerlijk advies en is niet alleen op verkoop uit. Het is belangrijk voor ons dat hij zelf akkerbouwer is en tegelijkertijd overal komt. Daardoor weet je ook wat er speelt in de sector en waar je ten opzichte van de rest staat. Samen met Richard maak ik in februari een plan. Hierdoor weet ik het hele jaar door waar ik aan toe ben. De middelen worden in drie keer geleverd, zodoende zit ik nooit zonder voorraad.”

Engels raaigras

“Elke vier jaar maken we van alle percelen een bodemanalyse. Het blijkt dat de grond steeds iets rijker wordt. Je ziet soms dat akkerbouwers hun bodem langzamerhand uitputten. Omdat tarwe alleen maar geld kost, zie je dat er steeds krapper omgegaan wordt met het bouwplan. Bij ons zie je het tegenovergestelde. Dat heeft te maken met de tarwe, maar ook met het Engels raaigras dat we als groenbemester gebruiken.  Zodra de tarwe boven de grond staat, zaaien we het gras in. Dat groeit dus samen op met de tarwe, maar blijft wel achter. Als de tarwe is geoogst, krijgt het de kans verder te groeien. Het gras zorgt samen met de tarwe voor een veel betere structuur van de bodem en een toename van de hoeveelheid organische stof. Zo blijft de bodem bij ons dus in perfecte conditie.”