08 oktober 2018

Uniek softwarepakket voor precisielandbouw

Hoe zorg je er als akkerbouwer voor dat je inzicht hebt in je eigen data? Want dat er tegenwoordig een bak aan gegevens wordt verzameld, is duidelijk. Elke combine of rooimachine is uitgerust met sensoren die de opbrengst super nauwkeurig meten. Aan data dus geen gebrek. Maar wat doe je er vervolgens mee en hoe zet je het zo effectief mogelijk in?

Betere teeltbeslissingen

Voor Van Iperen reden om binnen het TT+- precisielandbouwconcept een eigen softwarepakket te ontwikkelen. Het is volgens Jan Jaap Roseboom van Van Iperen ideaal om alle data overzichtelijk op één plek te verzamelen. “Dit programma is uniek. Je kunt er heel veel in kwijt, zoals bodemkaarten, bodemmonsters, dronedata en opbrengstkaarten. En daarmee kun je als akkerbouwer zelf aan de slag. Zo kun je op basis van die data nu eenvoudig je eigen taakkaarten maken. Onze software helpt de akkerbouwer om betere teeltbeslissingen te maken.” Joop Vedelaar van het gelijknamige loon- en akkerbouwbedrijf in Nagele vindt de software een flinke stap voorwaarts als het gaat om de implementatie van precisielandbouw. “We beseffen dat we inmiddels veel
waardevolle data hebben.”

Zelf verzamelt Vedelaar met zijn combine al vijftien jaar de opbrengstresultaten. Sinds vorig jaar doet hij dat ook bij het aardappelen rooien. Zijn klanten profiteren eveneens van die
techniek. “We komen bij grote en kleine akkerbouwbedrijven en iedereen is geïnteresseerd in het vraagstuk hoe we een hogere opbrengst kunnen realiseren zonder dat dat ten koste gaat van de bodem. Als je de data nodig hebt, moet je het nu nog allemaal bij elkaar zoeken. Met dit nieuwe pakket hoeft dat niet meer. Daarnaast is het waardevol dat je hiermee over je eigen data beschikt en dat dus niet meer uit handen hoeft te geven. Het is tenslotte belangrijke bedrijfsinformatie.”

Vervolgstappen

Afgelopen jaar is Vedelaar met drones bezig geweest. Hoewel daar in de sector hoge verwachtingen van zijn, blijkt de drone in de praktijk toch minder nuttig te zijn.

Jan Jaap: “Op het moment dat je verschillen in je gewas gaat zien, ben je al te laat. Zeker bij aardappelen kun je dan niet meer bijsturen.” Op dit moment staat de precisielandbouw bij Vedelaar nog in de kinderschoenen.

Om vervolgstappen te kunnen zetten, is Vedelaar vorig jaar klant geworden bij Van Iperen. “Het is een bedrijf dat niet alleen de nodige middelen levert, maar ook veel kennis en ervaring heeft op het gebied van precisielandbouw met TT+.”

Jan Jaap reageert: “We hebben nu een eerste proef liggen. Het gaat om twee percelen van elk twaalf hectare die samengevoegd zijn. Uit de bodemkaarten blijkt wel dat die percelen beslist niet egaal zijn. In voorgaande jaren lieten de aardappelen duidelijk de scheiding tussen beide percelen zien. Om ervoor te zorgen dat we het geplande resultaat halen, hebben we eerst kiemproeven gedaan om daarmee de ideale pootafstand vast te stellen.”

“Met die resultaten en de bodemkaart van het perceel is de opbrengstpotentie in beeld gebracht. Op basis van de taakkaart, die daaruit voortvloeit, is er voor de eerste keer op dit perceel variabel gepoot. Dus op de goede plekken zijn meer knollen gepoot, op de slechte plekken minder.”

Joop: “We gaan zien wat het ons oplevert. De volgende stap is dat we ook variabel gaan bemesten. Ideaal dat we al die gegevens in de online TT+-omgeving nu zelf kunnen beheren. Dat zorgt voor veel gebruiksgemak.”