20 maart 2019

Fruit telen bovenop een zoetwaterbel

Appels, peren en zwarte bessen. Daar draait het om in het bedrijf van Jan en Paula Rijk in het Zeeuwse Ovezande. Zijn vader had een akkerbouwbedrijf van ongeveer 30 hectare. Te weinig om te verdelen onder zijn twee zoons. Tenzij ze allebei zouden overstappen op fruit, en dat gebeurde. Beide broers wonen sindsdien op steenworp afstand van elkaar en kregen ieder de helft van de grond.

Jan: “In de loop van de tijd zijn we gegroeid van 15 hectare naar 20 hectare.“Voorheen teelden we ongeveer twee derde van ons areaal appels en een derde peren. Dat is inmiddels omgedraaid.” Jan was één van de eersten in Nederland die de Kanzi appel teelde. “In die tijd had er helaas nog weinig selectie plaatsgevonden. Na ruim zeven jaar moesten we de bomen alweer rooien vanwege fruitboom kanker. Daar zijn we dus meteen mee gestopt.” Dit voorbeeld tekent de problematiek van de ontwikkeling van goede nieuwe Nederlandse appelrassen.

 

Genoeg zoet water

Op de vraag of ze ook last hebben gehad van de aanhoudende droogte van afgelopen zomer, reageert Jan Rijkontkennend. Dat vraagt om uitleg. Hoewel steeds meer Zeeuwse telers te maken hebben met toenemende verzilting van het grondwater, kent Rijk dat probleem helemaal niet.

“Wij hebben onder één van de percelen een flinke zoetwaterbel. Daarmee kunnen we de hele zomer water geven.” Dat doet Rijk voornamelijk door middel van fertigatie en af en toe door extra te beregenen.

Vijf jaar geleden deed Rijk mee met het project GOFRESH, een initiatief van diverse instellingen om te kijken of zoet water tijdens perioden van wateroverschot in de ondergrond kan worden opgeslagen om het in droge perioden te kunnen gebruiken.

“Veel regenwater wordt in de winter afgevoerd, terwijl we dat in de zomer heel goed kunnen gebruiken. Vandaar dat het idee is ontstaan om dat water op te vangen in plaats van af te voeren.”

 

Freshmaker

Volgens Technisch Specialist Martin Tolhoek van Van Iperen kan dat, omdat in de ondergrond van de percelen van Rijk oude kreekruggen lopen. “Die hebben zich in de loop van de tijd met zand gevuld en zijn daardoor waterdoorlatend.” Rijk beschikte over een waterbel met een hoogte van ongeveer zeven meter. Door in de winterperiode via een put zoet water te infiltreren en tegelijkertijd het zoute water, dat zich onder de bel bevindt, weg te pompen, heeft hij de hoogte van de bel kunnen verhogen naar 15 meter! “Dit systeem wordt Freshmaker genoemd. Overal waar je een dergelijke ondergrond hebt en waar een minimale laag zoet water aanwezig is, kan deze techniek worden toegepast.”

 

Geen peren zonder fertigatie

Regelmatige analyses tonen aan dat het water uit de Freshmaker, mede dankzij filters in het systeem, perfect van Rijkkwaliteit is. Het water gebruikt Rijk voornamelijk via fertigatie. “Ik zou niet graag peren planten zonder de mogelijkheid van fertigatie. Voor peren is dat systeem echt perfect.” Martin: “Je geeft natuurlijk water en meststoffen in de juiste dosering op de plek waar het nodig is. Zo gaat er bijvoorbeeld stikstof mee en hebben we als het om fosfaat gaat voor een polyfosfaat gekozen. Die slaat niet neer en blijft daardoor beschikbaar voor de boom. Daarnaast is het voor de teler belangrijk dat je met dit systeem veel directer kunt reageren.”

Volgens Rijk zorgt de techniek voor een betere kwaliteit peren. En dat moet ook wel. “Tegenwoordig kun je je geen mindere kwaliteit meer permitteren. Het is alles of niets. Vroeger was er nog een markt voor klasse twee, maar die is nu helemaal weg. Peren moeten groot en goed zijn. Dat is met de droogte van afgelopen zomer zonder fertigatie nauwelijks te realiseren. Het verschil tussen een 60 mm peer en één van 65 mm kan soms wel 25 eurocent bedragen. Daarom is de beschikbaarheid van voldoende zoet water zo belangrijk.”

 

Meststoffen en biostimulanten

Ook de inzet van de juiste meststoffen is voor een hoge kwaliteit fruit essentieel. Hierin is Van Iperen voor Rijk een belangrijke partner. “We gebruiken nu bijvoorbeeld Stimusoil Impact (product binnen de Stimuline productline), een calciummeststof met spoorelementen als extra voeding voor het bodemleven. Dat zorgt ervoor dat mineralen beschikbaar komen voor de plant. De bodem is je basis. Als die goed is, kun je veel meer hebben. Ook als het gaat om weersinvloeden.”

Martin: “Daarnaast zetten we ook een bladmeststof in, die bestaat uit magnesium en biostimulanten die de weerbaarheid verhogen tegen bijvoorbeeld schurft en meeldauw. Als Van Iperen doen we daar nu een paar jaar proeven mee en die lijken positief uit te pakken. Belangrijk voor de teler is ook nog eens dat het geen residu achterlaat.” Rijk is uitermate tevreden met hoe het nu gaat. “Kijk naar het afgelopen jaar. Ondanks de hitte en droogte kunnen we alleen maar zeggen dat de groei heel goed was.”