14 november 2019

Passie voor knolselderij

Vijf jaar geleden spraken we hem ook. Akkerbouwer Cees Breure uit Zuid-Beijerland. De komst van de volgende generatie, springt het meest in het oog. Zo zit zoon Brend sinds januari vorig jaar in de maatschap en draait de jongere Twan inmiddels ook mee in de onderneming. Eén ding is duidelijk: de passie voor de knolselderij heeft Cees duidelijk over kunnen dragen op zijn beide zoons. Brend: “Het is een geweldig product dat we elk jaar beter proberen te maken.”

Het grootste deel van de oogst van Breure gaat via Bakker Barendrecht richting de winkels van Albert Heijn. De knolselderij wordt per vijf stuks in kratjes of in netzakken van 10 kilo geleverd. Dat zijn de knollen van ongeveer één kilo. De grote knollen worden in vieren gesneden en zijn bestemd voor de erwtensoep. De afgelopen vijf jaar leveren ze jaarrond.

Vreemde grond

Het areaal knolselderij in Nederland is, ten opzichte van vijf jaar geleden, flink gegroeid. Ging het in 2014 nog om ongeveer 1.400 hectare, nu schatten ze het op een 1.900. Een toename van bijna 30%. Zelf zijn ze ook gegroeid, van 40 naar 55 hectare. Brend: “We hebben bij steeds meer akkerbouwers in de omtrek een vaste plek in het bouwplan gekregen. En dat werkt ideaal.”

Breure“Voor ons is het prettig dat we altijd op vreemde grond telen. Dat is grond waar langgeleden of nooit knollen groeiden. Hoe vreemder het land, hoe beter het voor de knollen is. Wel is het heel belangrijk dat je weet wat de voorvrucht is geweest. Daarin moet je de juiste keuzes maken. Op die manier kun je goed sturen en risico’s voorkomen.”

Groei is voor de mannen van Breure geen doel op zichzelf. “Wij gaan niet voor de bulk. Het gaat ons uitsluitend om het leveren van een kwaliteitsproduct. We willen zoveel mogelijk knollen van ongeveer één kilo telen. Daarom planten we tegenwoordig dichter op elkaar; dat zorgt voor meer uniformiteit.”

 

Onkruid en plagen

Eén van de uitdagingen in de teelt is de onkruiddruk. Ook in de knolselderij hebben ze te maken met een steeds kleiner wordend middelenpakket. “Tegen kamille bijvoorbeeld, hebben we geen middelen meer. En aangezien het best wel lang duurt voordat het gewas gesloten is, krijgt onkruid in die eerste periode veel kans. Vorig jaar hebben we daarom, met name voor droge perioden, een schoffelbalk aangeschaft.”

Een belangrijke bedreiging voor de knolselderij vormt de wortelvlieg. Door middel van plakvallen wordt de aanwezigheid van dit insect gemonitord. “Belangrijk is dat je er op tijd bij bent. De vlieg zelf levert geen schade op, maar ze moeten niet de kans krijgen eitjes te leggen. De maden die daar uit komen, vreten de wortels aan.”

 

Middelen

Ook over het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen hebben ze bij Breure een eigen visie. “We kijken ook naar de biologische teelt. Waar je zonder chemische middelen kunt, moet je ze ook niet meer gebruiken.” Zelf zullen ze niet snel overstappen op biologisch. “Wat ons betreft is dat niet nodig. Allereerst kun je in de biologische teelt niet jaarrond leveren. Daarnaast gebruiken wij al zo min mogelijk middelen en telen we volledig geïntegreerd. Hebben we een luisje, dan laten we dat eerst even zitten. Met een beetje geluk wordt het door natuurlijke vijanden weer opgeruimd. Natuurlijk moet je het goed monitoren en ingrijpen als het echt nodig is.” Als het om residuen gaat, zijn ze bij Bakker Barendrecht strenger dan de overheid voorschrijft. “Bij ons vind je nauwelijks
residuen. Dat komt omdat wij er voor gekozen hebben om al zes weken voor de oogst geen bespuitingen meer te doen, terwijl de veiligheidstermijn op drie weken is vastgesteld.”

 

Vloeibaar

Op de bodemgesteldheid van de percelen van andere akkerbouwers hebben ze geen invloed. Wel hebben ze de afgelopen jaren gekozen voor een andere manier van bemesten. “We gebruiken vloeibare meststoffen. Door rijenbemesting brengen we de voeding direct bij de planten. Dat levert een besparing op, maar zorgt ook voor een goede start. Indien nodig gebruiken we gedurende het seizoen nog een bladmeststof.”Knolselderij

 

Investeren

Het telen van de knolselderij is volgens Brend niet de grootste uitdaging. “Belangrijk is dat je zo voorzichtig mogelijk oogst, anders raken ze beschadigd.” Om die reden heeft Breure een paar jaar geleden een nieuwe rooier aangeschaft, die helemaal is aangepast op de knolselderij. “Naast het feit dat we daardoor helemaal geen beschadiging meer hebben, brengen we door deze machine ook 30% minder grond naar de schuur. En dat is een flink voordeel.”

Kijkend naar de toekomst verwacht Brend dat ze vooral zullen investeren op de bewaring. “Willen we blijven groeien – en dat moet omdat we er straks met z’n tweeën van moeten kunnen leven – dan zullen we ook voldoende opslag moeten hebben. Er zal dus een nieuwe loods bij moeten komen voorzien van mechanische koeling. Daarmee kunnen we de knollen tot en met juni in goede conditie bewaren en zonder problemen jaarrond blijven leveren.”