12 mei 2021

Meer organische stof in de bodem

Champost, vroeger alleen beschikbaar voor boeren en tuinders in het zuiden van het land, is tegenwoordig niet meer weg te denken in het bemestingsplan van menig Nederlandse akkerbouwer. Over het zwarte goedje praten we met akkerbouwer Maik Verwer, akkerbouwspecialisten Bauke Lettinga en Ardon Verschoor van Van Iperen en Gert-Jan Verhagen van champostleverancier Hofmans.

Maik is akkerbouwer in de Noordoostpolder. Met zijn vader en compagnon verbouwen ze pootaardappelen, winterpeen, zaaiuien, granen en suikerbieten. De focus van de onderneming ligt op de pootaardappelen, van de hoogste kwaliteit. Een grote variatie aan grondsoorten is aanwezig op zijn bedrijf, van zand tot zware klei en alles wat daar tussenin zit. “Tegenwoordig zijn we ons meer
bewust van het belang van bodemstructuur, bodemleven en bemesting.” De bonte grond vraagt om plaats specifieke bemesting. De ene kavel vraagt dan ook meer opwaardering dan de andere. Bauke Lettinga is als akkerbouwspecialist van Van Iperen zijn eerste aanspreekpunt. Ardon Verschoor is bij Van Iperen verantwoordelijk voor de organische meststoffen. Ardon: “Bij organische
meststoffen gaat het om stalmest, drijfmest, compost en champost. Daar wordt in de akkerbouw steeds meer gebruik van gemaakt. Het belang van voldoende organische stof in de bodem is steeds meer tussen de oren van akkerbouwers gekomen. En terecht, het zorgt voor de beschikbaarheid van voldoende nutriënten in de bodem, een betere bewerkbaarheid van de bodem en het houdt vocht langer vast. Dat is met het oog op de droge zomers, waar we steeds meer mee te maken hebben, heel belangrijk.”

 

Evenwichtig bemestingsplan

Bauke: “We hebben tegenwoordig met heel veel beperkende wetgeving te maken. Toch wil iedereen een topproduct telen. En het liefst zoveel mogelijk kilo’s van een hectare. Maar daarvoor moet de onttrekkings- en aanvoerbalans wel in evenwicht zijn. Halen we meer voeding van het land af dan we erop terug brengen, dan zijn we niet duurzaam bezig. Maik is een van de akkerbouwers die
zich dat heel goed realiseert. Hij is echt met zijn bodem bezig. Zo zet hij maximaal in op organische mest en groenbemesters.”Champost

Drijfmest is een vast onderdeel van het bemestingsplan van Maik. Vroeger werd dat het hele jaar door uitgereden. Tegenwoordig mag dat niet meer. Maik gebruikt het nog twee keer per jaar, in het voorjaar en de zomer en uitsluitend voor de granen. “Stikstof en fosfaat uit drijfmest zijn meteen beschikbaar en dat is goed voor de tarwe. Daarnaast levert drijfmest ook gewoon geld op.” Voor de rest vult Maik zijn bemestingsplan aan met vooral organische mest, waaronder de champost. “Fosfaat komt voor veruit het grootste gedeelte uit dierlijke mest en champost. Daarnaast gebruik ik Powerstart Pelona en Powerstart Granada. Kali en stikstof vullen we aan in korrel of vloeibaar.” Maik is heel tevreden over het gebruik van champost: “Allereerst omdat ik kan vertrouwen op de levering. Je hebt in korte tijd heel veel nodig. Daar stel je je bedrijf op in en ook de loonwerker staat daarvoor klaar. Het is dan heel frustrerend als je maar de helft geleverd krijgt. Om nog maar niet over de kosten te spreken. En dat gebeurde heel vaak in de tijd dat we voornamelijk vaste mest gebruikten. De champost komt bij Hofmans uit Horst vandaan.”

“Ik ben met champost opgegroeid,” vertelt Gert-Jan Verhagen. “Toen ik 14 was, werd het bij ons op de boerderij al gebruikt. In die tijd haalden we dat zelf bij de champignonkwekers op.” In de loop van de jaren richtte hij zich steeds meer op de handel van het door de akkerbouw steeds meer gewenste goedje. Inmiddels is hij al jaren actief bij Hofmans en is hij de vaste leverancier van champost bij de klanten van Van Iperen.

 

Voordelen champost

De mannen zijn stuk voor stuk enthousiast over deze bodemverbeteraar. Bauke: “Champost is het hele jaar beschikbaar. Dat is een groot voordeel. Voorheen werd het uitsluitend toegepast in het zuiden van het land omdat daar de champignonteelt plaatsvindt. De strengere regelgeving heeft er echter voor gezorgd dat het in heel Nederland wordt gebruikt.” “Het organische stofgehalte is erg hoog,” vult Gert-Jan aan. “Dat zorgt voor meer stikstof en het vochthoudend vermogen van de grond neemt toe. Daarnaast is het vrij van verontreinigingen en onkruidzaden.”

“Het is vrij droog materiaal en daardoor makkelijk te verstrooien. Belangrijk is dat het geen piekbelasting heeft zoals bijvoorbeeld kippenmest. Nutriënten komen langzaam vrij en zijn opneembaar voor het gewas. Ook de nalevering van stikstof maakt dat deze mest steeds meer wordt toegepast in de akkerbouw.”

Ardon: “Bij champost weet je precies wat je aanvoert. De hoeveelheid mineralen is daarvoor wettelijk vastgelegd. Dat hoef je dus – in tegenstelling tot andere organische meststoffen – niet te wegen, bemonsteren en analyseren. Je weet van tevoren hoeveel ruimte je hebt en wat je aan champost aan kunt voeren.” De ervaring van Maik met champost in de aardappelteelt zijn tot nu toe bijzonder positief. “Het groeit allemaal makkelijker en levert een sterkere plant. Het geeft een goede nalevering, waardoor ik gedurende het seizoen niets meer heb hoeven doen. Voor zover ik het kan beoordelen bevat het een perfecte verhouding van stikstof, kali en fosfaat.”