26 juli 2022

Tips om het organische stofgehalte na de oogst te verbeteren

Na de oogst van het graan is er de gelegenheid om extra aandacht te geven aan het verbeteren van de bodem. Naast draineren en kilveren is het ook verstandig om in deze tijd bezig te zijn met het organische stofgehalte van uw percelen. Een goed organische stofgehalte zorgt voor een betere vochthuishouding, betere bewerkbaarheid en een actiever bodemleven. Kortom; een weerbare bodem.

Voor het verbeteren van het organische stofgehalte zijn gewasresten, organische mest, groenbemesters en grondbewerking van belang. Uiteraard speelt ook de hoeveelheid rustgewassen in het bouwplan een belangrijke rol.

Gewasresten / stro

Gewasresten van granen kunnen een grote bijdrage leveren aan het gehalte organische stof in de bodem. Zeker voor het verbeteren van de structuur in een perceel, kan gehakseld stro een hoge bijdrage leveren. Dit komt door het hoge aandeel koolstof in de organische stof, waardoor deze organische stof behoorlijk stabiel is en daarmee een bijdrage levert aan de structuur.

Dynamische en stabiele organische stof

Bij organische stof wordt onderscheid gemaakt tussen dynamische en stabiele organische stof. Dynamische organische stof is organische stof die erg snel verteert in de bodem. Stabiele organische stof is organische stof die in de bodem ook een bijdrage levert aan de structuur doordat deze minder snel verteert.

Wanneer u de bodem wilt verbeteren, is het goed om vooraf na te gaan of de bodem vooral behoefte heeft aan stabiele of dynamische organische stof. Voor stabiele organische stof is stro een goede bron. Bij het hakselen van stro is het nadeel dat de vertering van het stro, door het hoge gehalte koolstof, extra stikstof vraagt om de resten goed te verteren. Op de korte termijn zal dit dus stikstof kosten, maar op de lange termijn komt dit weer terug in een hogere bodemvruchtbaarheid.

Bij het onderwerken van gewasresten is het belangrijk dat deze goed door de bodem gemengd worden, en dat er voldoende lucht en vocht voor het bodemleven beschikbaar is om de gewasresten goed te verteren. Bij de keuze om stro wel of niet onder te werken, is het goed om het effect van stro op de bodemkwaliteit niet te onderschatten. In bepaalde gevallen, bijvoorbeeld als wortelonkruid bestreden moet worden of als er gekilverd moet worden, kan het nadelig zijn om het stro te hakselen.

Organische mest

Wanneer er meer dynamische organische stof nodig is om het bodemleven te voeden of om de nutriëntenbalans in de bodem aan te vullen, kunt u kiezen voor onder andere vaste mest of champost. Op dit moment is de beschikbaarheid van de verschillende soorten mest behoorlijk onzeker, waardoor het extra belangrijk is om van tevoren een plan te maken en op tijd mest te bestellen. We helpen u graag bij uw keuze op bemestingsgebied. Uw vertegenwoordiger kan u hierbij helpen.

Groenbemesters

Bij het telen van groenbemesters voor het verbeteren van het organische stofgehalte, is het belangrijk om tot het einde van groenbemesterteelt aandacht te geven aan dit gewas. Groenbemesters zijn immers het voorgerecht voor de teelt in het volgende jaar.

Bij de keuze van de groenbemesters is het belangrijk om van tevoren het doel van de groenbemester te bepalen. Dit is afhankelijk van welke teelt er achter de groenbemester aan komt, de zwaarte van de grond, de manier van onderwerken en de aanwezigheid van eventuele bodemplagen. Bij de teelt van een groenbemester is het belangrijk om deze niet te zwaar te bemesten. Wanneer een groenbemester iets meer moet ‘zoeken’ naar mineralen, zullen er meer wortels ontwikkelen die mee kunnen helpen aan het verbeteren van de structuur van de grond, en het oplossen of verminderen van storende lagen in de bodem.

Vooral bij het onderwerken van de groenbemesters kunt u ervoor zorgen dat de vertering ervan goed op gang komt. Dit kan door de groenbemesterplanten te kneuzen, zonder dat ze tot ‘moes’ vermalen worden. Wanneer de planten op voldoende plekken beschadigd zijn, heeft het bodemleven aangrijpingspunten van waaruit de vertering van de plantenresten kan beginnen. Wanneer de groenbemesters te veel verkleind worden, blijft een te natte, compacte massa over. Doordat de gewasresten dan teveel verkleind zijn en te nat blijven, zal het bodemleven niet voldoende zuurstof beschikbaar krijgen om de groenbemester goed te verteren. Daarnaast is het goed om de groenbemester na het verkleinen licht door de grond heen te werken, zodat het bodemleven en de groenbemesterresten zoveel mogelijk contact kunnen maken om de vertering goed te laten verlopen. Hierbij kunt u van een groot scala aan machines gebruik maken. In principe is elke machine geschikt, zolang het groenbemestergewas maar niet teveel verkleind wordt.

Ook het organische stofgehalte verbeteren?

Heeft u vragen over het verbeteren van het organische stofgehalte van uw perceel? Neem contact op met uw adviseur of vraag de organische stofhandleiding aan.