Teeltadvies | vruchtboomkanker en bodemverbetering

In het najaar kunt u bemesting toepassen voor de bodem- en structuurverbetering. Dit is ook bij een nieuwe aanplant belangrijk. Vóór het planten kunt u nog de bodem verbeteren.

Het element calcium speelt hierbij een cruciale rol. Calcium heeft niet alleen een grote invloed op de kwaliteit van het fruit, maar ook op de structuur van de bodem. Als veel calcium aan het klei-humuscomplex (CEC) gebonden is, houdt dit de kleiplaatjes van elkaar. Hierdoor kan voldoende lucht en water tussen de kleiplaatjes dringen, en kunnen wortels makkelijk groeien. Er is dan sprake van mooie luchtige bodemstructuur en het vochthoudend vermogen van de bodem verbetert.

Voor het toedienen van calcium aan de bodem zijn diverse producten beschikbaar. Ieder product heeft hierbij zijn eigen specifieke eigenschappen. Gips adviseren we bijvoorbeeld bij een hogere pH (boven 6,5) van de grond, terwijl we kalk juist adviseren bij een pH lager dan 6,5. Neem contact op met onze fruitspecialisten om te bepalen welke van de onderstaande producten het beste aansluit op de bemestingstoestand van uw percelen. Ook geeft een recent grondmonster veel informatie hierbij.
Alle genoemde producten kunnen wij leveren. Zie voor meer info het bericht advies bemesting 6 oktober 2025.

Organische mest

In deze periode kunt u organische mest aanvoeren, als verbetering van de bodemstructuur en bemesting. De keuze is afhankelijk van de ruimte van stikstof en fosfaat, die nog beschikbaar is in 2025. Op kleigronden geldt voor grootfruit een gebruikersnorm voor stikstof van 175 kg/ha/jaar. In NV-gebieden is dat dit jaar 140 kg/ha/jaar. Voor fosfaat geldt voor bouwland, waar ook fruitteelt onder valt, een norm van 40 kg fosfaat/ ha/ jaar.

Als u in aanmerking wilt komen voor de fosfaatdifferentiatie, dan moet het steken van de monsters worden uitgevoerd door een monsternemer van een geaccrediteerd laboratorium. De uitslag van het grondmonster bepaalt dan hoeveel fosfaat u per jaar maximaal kunt geven. Zie ook onze digitale fruitgids voor meer informatie over deze gebruiksnormen.

Organische mest heeft een positief effect op de bodem en het gewas. U kunt organische mest gebruiken om de bodemstructuur te verbeteren. Zeker bij herinplant, is een goede bodem van groot belang om de nieuwe bomen te helpen bij de start.
Verder speelt aanvoer van organische stof ook in bestaande beplantingen een belangrijke rol. Een hoger organisch stofgehalte is positief voor de capillaire werking en het vochtvasthoudend vermogen van de bodem. Aanvullend hierop is organische stof ook belangrijk voor het vasthouden en vrijgeven van voedingselementen en functioneert het als voeding voor het bodemleven. Ook wordt organische mest gebruikt voor het afdekken van de zwartstrook, zodat de onderstam van jonge bomen beschermd is tegen vorst. Dit geeft tevens een verbetering van de bodemstructuur.

Voor al deze toepassingen zijn er verschillende soorten organische mest beschikbaar. De verschillen tussen de diverse soorten mest zitten met name in de gehaltes van organische stof en de gehaltes van stikstof, fosfaat en kali. Zie onderstaande video voor meer uitleg. 

Groencompost

Voor wat betreft de aanvoer van compost, gaat onze voorkeur uit naar groencompost. Deze variant heeft een hogere C/N-verhouding t.o.v. GFT-compost. Dit stimuleert het bodemleven, specifiek op de vertering organische stof met een hogere C/N-verhouding. Met groencompost voert u ook meer effectieve organische stof aan dan met GFT-compost. Dit product is gemaakt van een optimale mix van groenafval zoals blad, hout en gras. Let bij de aanvoer van groencompost op de herkomst. Er zit soms veel verschil in de samenstelling en ook kan het product in sommige gevallen verontreinigd zijn. Groencompost heeft een lange duurwerking, omdat het langzaam afbreekt. Omdat het fosfaatgehalte van compost maar voor 25% meetelt, is het gezien de beperkte beschikbare fosfaatruimte een interessant product. Het belangrijkste doel van compost is het verhogen van het gehalte aan organische stof.

Champost

Champost bestaat uit een mengsel van paardenmest, kippenmest, kalk en veen. Champost is een restproduct vanuit de champignonteelt, waardoor de beschikbaarheid over het algemeen goed is. Ten opzichte van groencompost breekt champost wat sneller af in de bodem. Fosfaat uit champost telt voor 75% mee in de mestboekhouding.

Rundveemest op strobasis

Rundveemest is een restproduct vanuit de veehouderij. Rundveemest op strobasis is de onbewerkte vorm die zo vanuit de stal wordt afgeleverd, met nog aanwezige stroresten. Fosfaat uit deze mest telt voor 75% mee in de mestboekhouding.

Ingedikte rundveemest

Ingedikte rundveemest is het product, wat ontstaat tijdens een proces waarbij de dikke fractie van rundveemest wordt gefilterd en gescheiden van de dunne fractie. De vaste fractie die dan overblijft, staat bekend als ingedikte rundveemest. Dit product heeft een hoog gehalte aan effectieve organische stof, waardoor het een meerwaarde heeft bij het verhogen en/of in stand houden van het organische stofgehalte in de bodem.

Geitenmest op strobasis

Dit product is te vergelijken met rundveemest op strobasis, maar is afkomstig vanuit de geitenhouderij. Het verschil met rundveemest zit met name in de gehaltes. Zo voegt geitenmest meer toe bij de opbouw van organische stof door het hogere gehalte effectieve organische stof.

Als u in 2025 nog ruimte heeft in uw mestboekhouding, kunt u dit benutten om dit najaar nog organische mest aan te voeren. Bereken goed welke ruimte u nog heeft, zodat u later niet voor verrassingen komt te staan.

De afgelopen week hadden we stormachtig weer met regelmatig buien. Deze week hebben we ook nog wisselvallig weer met veel wind. Dit betekent dat er vrij veel bladlittekens ontstaan bij appel en peer. Vooral bij peer zet de bladval nu goed door. Het Rimpro Nectria-model geeft nu ook regelmatig infecties aan. Samengevat is dit een belangrijke periode voor de bestrijding van vruchtboomkanker.

Het KNMI voorspelt vanaf midden deze week beter weer met ook minder wind. Ons advies is dan ook deze week, direct na de regenperiode, een behandeling tegen vruchtboomkanker uit te voeren. Dit najaar is het nog toegestaan captan te gebruiken volgens het oude etiket. Dit betekent dat u nu nog twee keer captan kunt toepassen in de hoge dosering van 2,5 kg per ha. Naast captan is het ook mogelijk om een bespuiting uit te voeren met Folicur. De combinatie met captan en Folicur geeft uit ervaring de sterkste werking bij kritische momenten. Folicur SC en Folicur WG kunt u beide twee keer per jaar gebruiken.

Daarnaast kunt u ook Neccal (kalkmelk) inzetten als alternatief voor captan of Folicur. Neccal kunt u toepassen met de spuitmachine of via de beregening. Neccal kunt u ook toepassen in de biologische teelt. De werking van Neccal is gebaseerd op een hoge pH, de werkingsduur is echter beperkt. Bij toepassing met de spuitmachine adviseren wij een uitvloeier toe te passen. Overleg met uw teeltadviseur, wat voor uw beplantingen de beste optie is.

Naast bespuitingen in het najaar, tijdens de bladvalperiode, is ons advies om aantasting van vruchtboomkanker zoveel mogelijk tijdens het seizoen al te verwijderen. Dit advies geldt zowel voor appel als peer. Hierdoor verlaagt u de druk van infectie uit bestaande kankers. Grote wonden kunt u nu het beste insmeren met bijvoorbeeld Bloccade. Deze ronde kunt u het beste maken bij droog weer en direct daarna een bespuiting met captan uitvoeren. Verder is ons advies gevoelige rassen zoveel mogelijk bij droog weer te snoeien.