Akkerbouw | Akkerbouwbericht 11 | 16-05-2018

Bekijk nieuwsbrief online | Print

Aardappelen – onkruidbestrijding

Onkruidbestrijding in de aardappelen begint dit jaar weer uitdagend. Er is weinig vocht aanwezig, waardoor het toepassen van bodemherbiciden lastig is. Toch blijft het verstandig om voor opkomst een bodemherbicide toe te passen. De werking van de bodemherbiciden is niet 100%, maar er wordt wel een basis gelegd in de teelt. Spuit daarom indien mogelijk wel bodemherbiciden. Wees voorzichtig als de aardappelen er al uitkomen; niet alle bodemherbiciden kunnen worden toegepast over het gewas. Boxer (Fidox) en Proman kunnen veilig tot rond opkomst worden gespoten. Centium, Challenge en Sencor kunnen zorgen voor gewasreactie dus kijk hiermee uit. Indien de aardappelen er nog niet uitkomen, maar er wel onkruid aanwezig is, adviseren wij een voor-opkomst bespuiting te doen. Hiervoor kunt u Quickdown met olie gebruiken. Advies (voor opkomst):

Quickdown  0,40 ltr/ha  +
Olie  1,00 ltr/ha  

LDS na opkomst

Omdat de omstandigheden niet ideaal zijn voor de bodemherbiciden, zal er waarschijnlijk een na opkomst bespuiting nodig zijn. Het is belangrijk om tijdig te beginnen met de na opkomst bespuitingen. Als de onkruiden nog klein zijn, geeft de onkruidbestrijding het beste resultaat. Gebruik bij de onkruidbestrijding een grove druppel en voldoende water om onderin het gewas te komen. Pas deze bespuiting altijd toe op een droog gewas.

Advies (Sencor-tolerant ras):

Sencor  0,10 ltr/ha +
Basagran  0,25 ltr/ha  +
Promotor 0,30 ltr/ha  

Advies (niet Sencor-tolerant ras):

Basagran 0,25 ltr/ha +
Titus  40 gr/ha  +
Promotor  0,30 ltr/ha  

Houd rekening met het volgende:

Tot opkomst kunt u aan deze combinaties 0,50 – 1,00 ltr/ha Boxer toevoegen.
Let op: voor zowel Sencor als Basagran geldt dat niet alle rassen tolerant zijn.
Basagran werkt feller bij zonnig weer.
Sencor werkt feller bij vochtige omstandigheden.

Uien – onkruidbestrijding zaaiuien

Het begin van de uienteelt is dit jaar op veel plaatsen verre van ideaal. De uien zijn onder goede omstandigheden gezaaid, maar door de vele regen is er op veel percelen een korst ontstaan. Hierdoor is de stand van de uien zeer wisselend; een deel van de uien staan in het vlagbladstadium terwijl andere uien net boven komen. Dit maakt de onkruidbestrijding uitdagend, het stadium is namelijk bepalend voor de eerste contactbespuiting. Een belangrijke regel in de onkruidbestrijding bij de uien is om iedere week iets te doen. Als de uien in het vlagblad staan, kunt u weinig doen behalve het toepassen van Chloor en het spuiten van bodemherbiciden. Hierdoor blijft het onkruid zwak en zijn ze makkelijker te bestrijden bij de contactbespuiting. Advies (vlagbladstadium):

Chloor  0,50 ltr/ha  +
Wing P  0,25 ltr/ha  

of

Stomp 0,25 ltr/ha

De eerste contactbespuiting in de uien kunt u doen als de eerste pijp 3 cm lang is. Dit jaar zullen op veel percelen waarschijnlijk de uien niet allemaal tegelijk de eerste pijp bereiken. Toch is het belangrijk om te starten met de contactbespuiting. Als het onkruid te groot is, zal de bestrijding een grote uitdaging zijn.

Dit jaar heeft Emblem Flo een nieuw etiket, waardoor het na opkomst in een LDS-systeem drie keer mag worden toegepast. De maximale dosering die per seizoen gebruikt mag worden blijft 0,75 ltr/ha.

Belangrijke spelregels bij de contactbespuiting zijn:

Gebruik een grove druppel om de uien zo min mogelijk te raken.
Voldoende water is belangrijk: ongeveer 400 ltr/ha.
Spuit bij minimale wind om drift richting de uien te minimaliseren.

Advies (eerste pijp 3 cm):

Emblem Flo  0,30 ltr/ha  +
Starane Top  0,10 ltr/ha  +
Lentagran 0,30 ltr/ha  (indien er veel meldes en/of duivekervel staat)

of 

Basagran  0,30 ltr/ha (indien er kamille en/of zwarte nachtschade staat)

Suikerbieten – onkruidbestrijding

Op veel percelen is al een aantal keer LDS gespoten. De meeste percelen zijn goed schoon te houden. Advies over eventuele toevoegingen aan de LDS-mix kunt u lezen in Akkerbouwbericht 10.

Op een aantal percelen loopt de onkruidbestrijding op zijn einde. Het voorkomen van nakiemers in de bieten is ieder jaar weer een uitdaging. Het is belangrijk om Dual Gold op vochtige grond te spuiten en daarnaast de juiste hoeveelheid Goltix te spuiten na opkomst. In totaal een hoeveelheid van 3,00 ltr/ha Goltix na opkomst van de bieten is een goede basis om nakiemers te voorkomen.

Indien er grassen aanwezig zijn, kunt u deze ook bestrijden in de bieten. Het is wel belangrijk om een hoge RV te hebben als de grassen worden bestreden. Gebruik bij het spuiten voldoende water om goed onderin de grassen te komen. Advies (bij hanenpoot):

Gallant  0,50 ltr/ha  (kan worden meegespoten in het LDS)

Advies (bij grotere grassen):

Centurion Plus   1,00 ltr/ha (apart spuiten onder de juiste omstandigheden voor het beste resultaat)

Graan – T2-bespuiting wintertarwe

De wintertarwe gaat hard en de vroege percelen zullen binnenkort de aar vertonen. Op de allereerste percelen is deze reeds te zien. Het vlagblad van de tarwe moet voor de productie zorgen. Het gezond houden van het vlagblad is essentieel voor een goede opbrengst van de tarwe. De ziektedruk in de meeste tarwe is gemiddeld, vooral septoria is volop aanwezig in het gewas. Dit was al vroeg aanwezig en is in sommige rassen nog niet helemaal weg. Verder valt de druk van gele roest en andere schimmels mee. De T2-bespuiting moet binnen drie weken na de T1-bespuiting worden uitgevoerd.

Op de T2 is Ceriax al jaren lang een goed middel. Het middel bevat drie werkzame stoffen uit drie verschillende groepen, daarom is dit ook vanuit resistentiemanagement een goede keuze.

Er zijn in tarwe diverse strategieën om de fungiciden te bestrijden. Onze voorkeur gaat uit naar een systeem waarbij na de T2 ook nog een T3-bespuiting wordt toegepast. Indien u niet van plan bent om een T3-bespuiting toe te passen, is het raadzaam de etiketdosering van 3,00 ltr/ha aan te houden om voldoende duurwerking te creëren tot de oogst. Advies:

Ceriax  2,00 ltr/ha

 

Powerleaf Trio

Aan het einde van de teelt heeft de wintertarwe voldoende stikstof nodig om de aar goed te vullen. Op de meeste percelen is nu alle stikstof aangevuld. Powerleaf Trio is al jarenlang een goede bladmeststof aan het einde van de teelt. Met de Powerleaf Trio kunt u een gedeelte stikstof besparen in de teelt. Advies:

Powerleaf Trio  40 ltr/ha

Graan en uien – bemesting

De hevige regenval in het zuid-westen heeft ook invloed op bodemvoorraad stikstof. Op de meeste percelen plantuien en tarwe is alle stikstof gestrooid voor de vele regen. Door de hevige regenval in korte tijd, is de kans groot dat er stikstof is uitgespoeld. Om toch een maximale opbrengst te behalen is het verstandig om nog een aanvullende stikstofgift te geven. Vooral op percelen waar de eerste stikstof vroeg gegeven is. Het aanvullen van stikstof kan in de vorm van KAS, maar ook met bladmeststoffen. Het voordeel van de bladmeststoffen is dat ze ook onder droge omstandigheden de planten kunnen voeden. U kunt de bladmeststof meespuiten met de ziektebestrijding in de uien. Advies:

KAS  100 kg/ha  of
Powerleaf Quattro 30 ltr/ha   

Proef de dag – update 1

Als groeispecialist vinden wij het belangrijk om samen met u te zorgen voor een toekomstbestendige landbouwsector. Dit doen wij onder andere door als akkerbouwteam samen met het onze afdeling Kennis en Ontwikkeling een breed scala aan proeven aan te leggen. Wij onderzoeken op onze proefvelden diverse gewassen op het gebied van gewasbescherming, bemesting en biostimulanten om zo de werking van producten te testen en onderbouwen.

Belangrijke thema’s in onze proeven zijn dit jaar:

Bodemvruchtbaarheid: strategieën ter verbetering van de bodemweerbaarheid en om het organische stof gehalte te verhogen.
Wat is de waarde van ‘groene’ middelen (sinds kort laag risico stoffen genoemd) om bestaande knelpunten en toekomstige knelpunten op te lossen? Hierbij denken wij bijvoorbeeld aan tripsbestrijding in uien en knolbehandeling van aardappelen tegen diverse ziektes.
Hoe pakken we de onkruidbestrijding in suikerbieten aan wanneer er middelen uit het pakket verdwijnen?
Biostimulanten en plantversterkers: wat is de waarde ervan voor bodem en gewas?
Bemesting: verbetering schilkwaliteit consumptieaardappelen en verhoging knolaantal en -kwaliteit in pootgoed.

Al deze thema’s kunt u zelf zien en horen op Proef de dag op woensdag 27 juni 2018 in Oude-Tonge. Op het proefveld is inmiddels al aardig wat gebeurd:

Verschillende objecten bemesting in wintertarwe zijn uitgevoerd.
Suikerbietenrassenproef is gezaaid.
Zaaiuien zijn gezaaid voor de bemestingsproef en bladvlekken/valse meeldauw-proef.
Aardappelen zijn gepoot met daarbij toediening van diverse startfosfaten.
De groenbemestersdemo met diverse mengsels wordt gezaaid.

Op proefvelden op externe locaties (Zuid-West Nederland en Flevopolder) zijn we gestart met:

Het planten van pootgoedproeven met startfosfaten, bacteriën en humuszuren.
Een bemestingsproef in zaaiuien waarin o.a. biostimulanten en plantversterkers getest gaan worden.
Bemestingsproef in wortelen waarbij verschillende bemestingsstrategieën worden onderzocht.

Daarnaast participeren we o.a. ook in diverse proeven in:

Suikerbieten IRS: bladbemesting / biostimulanten.
Pootaardappelacademie Rusthoeve: bemesting gericht op knolaantal en –kwaliteit.
Graszaadteelt: onderzoeken van bemestingsstrategieën.




www.iperen.com

Bovenstaande adviezen zijn gebaseerd op de actuele praktijksituatie en de op dit moment ter beschikking staande kennis. Alle rechten voorbehouden. Niets uit dit bericht mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand en/of openbaar gemaakt in enige vorm of op welke wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.

© 2024, alle rechten voorbehouden