Tuinbouw | Biostimulanten in de radijsteelt | 12-10-2018

Bekijk nieuwsbrief online | Print

Biostimulanten in de radijsteelt

Is er met de huidige wet- en regelgeving nog wel bestaansrecht voor kleine teelten? Kun je in die teelten wel met de beperkt beschikbare middelen en meststoffen af?

Neem bijvoorbeeld radijs. In Nederland een totaalareaal van naar schatting 120 hectare. Dat is voor fabrikanten te klein om veel geld te steken in de toelating van de noodzakelijke middelen. Hoe gaan radijstelers hiermee om? In gesprek met Dirk Bakker van Van Iperen en Dennis Grootscholten van Daily Fresh Radish in Naaldwijk, een van de grootste spelers in Nederland.

 

300 miljoen radijsjes

Samen met zijn broer John is Dennis Grootscholten in 1992 begonnen met de radijsteelt. Vorig jaar hebben ze hun 25-jarig jubileum gevierd. “John liep op school stage bij een radijskweker. Daar is het allemaal mee begonnen.” In de loop van de jaren is Daily Fresh Radish flink gegroeid. Jaarlijks gaan er zo’n 300 miljoen radijsjes uit naar tientallen landen overal in de wereld. “Wij onderscheiden ons door altijd een topproduct te leveren en flexibel in te spelen op de wensen van onze klanten als het gaat om soorten en bijvoorbeeld ook verpakkingen.”

De radijsteelt is een korte teelt. In de zomer drie weken, in de winter zijn het er tien. Hoewel de teelt relatief gezien weinig ziekten en plagen kent, is het aantal toegestane middelen wel heel erg beperkt.

Dennis: “Enkele kwekers hebben in het verleden geprobeerd over te stappen op biologisch, maar die hebben het niet overleefd. Helemaal bio en toch topkwaliteit leveren, is gewoon onmogelijk. We moeten naar een geïntegreerde aanpak, maar daar is geen wetgeving voor, laat staan een keurmerk. Ook de handel kan daar niets mee. Het is óf chemisch óf volledig biologisch. Een tussenweg is er niet.”

Valse Meedauw

Drie jaar geleden deden ze een proef om te kijken of valse meeldauw biologisch kon worden bestreden. “We begonnen met een klein stukje. Omdat het goed ging hebben we de oppervlakte keer op keer vergroot tot we zelfs een proef van anderhalve hectare hadden liggen. Dat bleef er heel gunstig uitzien. Aan het einde van de zomer van 2016 besloten we om de hele tuin op die manier aan te pakken. Dat ging helaas maar twee maanden goed: overal valse meeldauw! Wat precies de oorzaak is geweest, weten we niet. We hadden in ieder geval een heel groot probleem.”

Dirk: “In de radijsteelt is er maar één middel tegen valse meeldauw toegelaten. Dat is eigenlijk alleen preventief in te zetten. Als je op zo’n moment een tweede middel achter de hand hebt om curatief in te kunnen grijpen, zou het probleem veel minder groot geweest zijn. Dan durf je als teler ook meer uit te proberen.”

Grootscholten heeft hierdoor flink schade geleden. De bereidheid om opnieuw met biologie te experimenteren is daardoor flink afgenomen.

Milieukeurmerk

In diezelfde periode vroeg de retail nadrukkelijk om een milieukeurmerk (On the way to PlanetProof ). En daar wilden de beide broers wel aan meedoen, maar de vraag was of het in de radijs wel haalbaar was. Het antwoord was ‘nee’. Het bleek dat de eisen voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen gebaseerd waren op de oppervlakte van de kwekerij. Dirk: “Dat is natuurlijk wel vreemd. Hoe meer teelten per jaar, hoe minder middelen er per teelt beschikbaar zijn.”

De Grootscholtens weigerden daarom mee te doen. “Uiteindelijk heeft dat ertoe geleid dat ze de regelgeving omgedraaid hebben en de hoeveelheid te gebruiken middelen nu per product wordt toegerekend. Daarmee werd het voor ons wel haalbaar. Inmiddels hebben we het certificaat “On the way to PlanetProof.”

Bemesten

Het bedrijf moet echter niet alleen kritisch kijken naar de gewasbeschermingsmiddelen, ook de manier van bemesten moet om. Zo bleek het fosfaatcijfer (PAI-getal) in de bodem bij Grootscholten boven de nieuwe norm te zitten. “Dat betekent dat wij geen fosfaat meer mogen toedienen. Maar met elk bosje radijs voer je wel fosfaat af. Op den duur kom je dus met een tekort te zitten.”

Dirk: “De Grootscholtens hebben hier een reeks van jaren heel veel aandacht besteed aan de bodem. Daarmee is een voorraad fosfaat opgebouwd. Door elk jaar vier centimeter organische stof van hoge kwaliteit op te brengen, is die fosfaat niet uitgespoeld. Het probleem is echter dat de plant de aanwezige fosfaat niet altijd kan opnemen. Daarom zetten we nu een biostimulant in om ervoor te zorgen dat de plant van de fosfaat gebruik kan maken.”

Op advies van Van Iperen is er gekozen voor een biostimulant op basis van geselecteerde humuszuren. Daarvan is inmiddels bekend dat dit het opgeslagen fosfaat opneembaar maakt voor de plant. Dennis: “Door de knol en het blad te analyseren, weten we dat er voldoende fosfaat vrij komt. Tot nu toe gaat het goed en zien we nauwelijks verschillen in de waarden. Ook de hoeveelheid fosfaat in de bodem houden we nauwlettend in de gaten. Op een gegeven ogenblik zal de in de bodem opgeslagen fosfaatvoorraad wel onder een kritische waarde dalen. Dan gaan we de fosfaatbemesting opnieuw bekijken. Overigens is het vreemd genoeg wel toegestaan om organisch fosfaat op te brengen, maar dat doen we liever niet, omdat dit weer andere problemen met zich meebrengt.”

Kleine teelten

Grootscholten is blij met de aandacht die Van Iperen geeft aan de kleine teelten en de begeleiding die ze krijgen. “Het zou allemaal niet zo erg zijn als we te maken zouden hebben met een gelijk speelveld. Neem Duitsland. Als zich daar een probleem voordoet, dan mogen ze regionaal de middelen gebruiken die daarvoor nodig zijn. Maar hier is dat uitgesloten. Als teler sta je dus meteen al op achterstand.”

Ondanks alle beperkingen zien de beide mannen wel toekomst voor de kleine teelten in Nederland. “Het dwingt ons om vooral preventief, in een systeemaanpak bezig te zijn. We verwachten dat de inzet van biostimulanten steeds meer zal toenemen. Als de plant vitaler wordt, kunnen we steeds selectiever gewasbeschermingsmiddelen inzetten. Het zou alleen nuttig zijn als er flexibeler omgegaan werd met de toelating. Juist in een geïntegreerd systeem moet je een enkele keer kunnen ingrijpen. Dat besef moet ook bij de instanties doordringen.”

 

 

Trade Fair

Op 7, 8 en 9 november 2018 is de Royal FloraHolland Trade Fair Aalsmeer. De Royal FloraHolland Trade Fair Aalsmeer is drie dagen hét epicentrum van de sierteeltsector. De beurs biedt ruimte voor kwekers van Royal Floraholland, veredelaars, handel en in beperkte mate aan leveranciers van toegevoegde waarde producten voor de sierteelt.

Wilt u de Royal FloraHolland Trade Fair Aalsmeer bezoeken?

Meld u aan als bezoeker
Bekijk het overzicht van exposanten
Plattegrond hal 1
Plattegrond hal 2
Plattegrond hal 3

AMX als aanvulling op bemestingsstrategie

Met de R alweer even in de maand wijzen wij u graag op de mogelijkheden van het toepassen van bladmeststof AMX-Ca als aanvulling op de bemestingsstrategie. Santinikwekerij Van Schie vertelde al eerder over hun ervaringen. Bij Deliflor maken ze al jaren succesvol gebruik van AMX-Ca. Wilt u weten hoe AMX voor u van toevoegde waarde kan zijn? Neem dan contact op met uw adviseur.

Vido Fleur experimenteert met druppelirrigatie in vollegrond tulpenteelt

Is het mogelijk om met minder voedingsstoffen een beter resultaat te bereiken? En hoe werkt dat dan in de vollegrond? Met die vragen ging Vido Fleur samen met Van Iperen aan het werk. Ze startten een fertigatieproef in de tulpenteelt.

Lees het artikel wat op BP nieuws is verschenen.

 

 



Voor meer informatie en vragen kunt u terecht bij:


NEEM CONTACT OP MET DE BUITENDIENST


www.iperen.com

Alle rechten voorbehouden. Niets uit dit bericht mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand en/of openbaar gemaakt in enige vorm of op welke wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.

© 2024, alle rechten voorbehouden