Akkerbouw | Akkerbouw Nieuws | 22-03-2023

Bekijk nieuwsbrief online | Print

Teeltadvies 22 maart

Teeltadvies voor plantuien na opkomst, zaaiuien voor opkomst en groeiregulatie in tarwe..

Plantuien

Een deel van de plantuien is op dit moment geplant. Het andere deel zal de komende tijd geplant gaan worden. Direct na het planten kunnen de bodemherbiciden worden gespoten. Om te zorgen dat de bodemherbiciden in het bovenste laagje van de grond hun werk doen, kunt u Grounded toevoegen. Direct na planten: AZ 500 0,20 ltr/ha + Boxer 1,00 ltr/ha + Wing P 1,00 ltr/ha + Grounded 0,40 ltr/ha.

Als er klein onkruid boven staat, is er bij plantuien de mogelijkheid om voor opkomst nog af te branden met glyfosaat. Afbranden met Touchdown Quattro of Clinic N: 2,00 ltr/ha.

Wanneer de planuien boven beginnen te komen, kunnen de bodemherbiciden worden aangevuld. Spuit de bodemherbiciden zoveel mogelijk op vochtige grond voor de meest effectieve werking. Begin opkomst: Wing P 1,00 ltr/ha + Boxer 1,00 ltr/ha + Challenge 0,25 ltr/ha.


Zaaiuien - voor opkomst

Na het zaaien van de uien kunt u direct een bespuiting uitvoeren met bodemherbiciden. Voor een goede werking worden de bodemherbiciden het beste gespoten op een vochtige grond. Direct na zaai: Stomp 0,75-1,00 ltr/ha + Boxer 1,00 ltr/ha + Grounded 0,40 ltr/ha.


Tarwe - groeiregulatie

Op dit moment zijn veel tarwepercelen toe aan de groeiregulatie. Door de natte omstandigheden valt op een aantal percelen de onkruidbestrijding tegelijk met de groeiregulatie. Het beste moment voor de eerst bespuiting met groeiregulatie is bij het einde van de uitstoeling, als de eerste knoop in de stengel voelbaar is. Voor de groeiregulatie wordt gebruik gemaakt van een combinatie van CeCeCe met Moddus Evo of Fabulis. Advies: Moddus Evo 0,15 ltr/ha + CeCeCe 0,50 ltr/ha of Fabulis 0,50 – 0,70 ltr/ha + Cecece 0,50 ltr/ha.

Wanneer de groeiregulatie gecombineerd wordt met onkruidbestrijding, moet de dosering van Moddus Evo verlaagd worden naar 0,12 ltr/ha. Spuit geen MCPA in combinatie met groeiregulatie.


Wintergerst

Voor de groeiregulatie in wintergerst kan gekozen worden voor Fabulis, Moddus Evo of Prodax. Bij aantasting van het blad door bladziekten, kan de groeirgegulatie gecombineerd worden met een ziektebestrijding. Verder is gerst een mangaanbehoeftig gewas, waardoor het altijd loont om mangaan toe te voegen aan de bespuiting. Advies: Fabulis 0,75 ltr/ha of Moddus Evo 0,30 ltr/ha of Prodax 0,75 kg/ha + Powerleaf Mangaan Plus 1,00 ltr/ha. Bij aangetast blad toevoegen: Aviator 0,70 ltr/ha of Balaya 1,00 ltr/ha.


.

Het seizoen gaat weer van start, onze akkerbouwadviseurs en -specialisten staan graag voor u klaar!

Uien zo groot als suikerbieten!

Sinds 2016 bleef de opbrengst van de uienoogst ver achter. Haalden ze vroeger nog de 50 ton, de laatste jaren kwam de gemiddelde opbrengst niet meer boven de 25 ton per hectare. Peter Dieleman hoorde en las steeds vaker over fertigatie. Een webinar van Van Iperen gaf uiteindelijk de doorslag. Hij voorzag een perceel van vijf hectare op het nabijgelegen Schouwen-Duiveland van druppelslangen. Het resultaat was verrassend: de rode uien kwamen uit op 65 ton, de gele haalden zelfs de 75 ton per hectare!

 

Peter Dieleman, die samen met zijn vrouw en twee zoons in de maatschap zit, bebouwt ongeveer 90 hectare verdeeld over Noord-Beveland en Schouwen-Duivenland. Vanaf 1900 is het akkerbouwbedrijf in de familie. Naast de boerderij, de Hoge Hoeve in Kamperland, runt zijn vrouw Erica een kleine boerderijwinkel. Dieleman: “Het is de bedoeling dat het bedrijf op korte termijn overgaat op de jongens. Zij waren het die de doorslag gaven om met fertigatie aan de slag te gaan.”

 

VERBLUFFEND
Dieleman was niet alleen verbaasd over de enorme opbrengst van dit jaar, ook het formaat van de uien was verbluffend: zo groot als suikerbieten! Johan Aarnoudse en Ronnie van Maldegem die het project namens Van Iperen begeleidden, hadden nog nooit zoiets gezien. Johan: “Ik wist niet dat het mogelijk was om in Nederland zulke uien te telen. En dan ook nog eens van een super
hoge kwaliteit en hardheid.”

Klant van Van Iperen was Dieleman niet. Toch besloot hij contact op te nemen. Ronnie kwam samen met Johan op bezoek. Dieleman: “Ik was er wel van overtuigd dat zij met de kennis en ervaring die ze hebben in de tuinbouw, de juiste partij zouden zijn om dit uit te proberen.”

Ronnie: “In het begin waren we helemaal niet zo enthousiast over wat we zagen. De grond was losgemaakt om de slangen erin te kunnen leggen, maar daardoor lag het zaad een beetje te diep. Een deel kwam daardoor niet op. Ze stonden dus eigenlijk te dun.” Gedurende het seizoen ging hij elke week even langs om te kijken hoe het gewas erbij stond. Dieleman: “Ik had er ook geen hoge
verwachting van. Ik dacht: het ligt er, we zien wel wat het gaat worden. Ik kan er toch niets meer aan veranderen.”

Half juli werd duidelijk dat de fertigatie wel degelijk positief uitpakte. “Vanaf die tijd stonden de uien van Dieleman er veel beter bij dan die van de buren. “Die hadden nog niet de helft van het loof van ons. Het was een plezier om naar te lijken, zo mooi stond het er bij.” Elke dag gaf hij via het druppelsysteem drie millimeter. “Dat was minder dan de gewasverdamping aangaf, maar je hebt
ondanks het droge weer geen last van groeistilstand of stress. Want dat ga je zien.”

 

MAKKELIJK BIJSTUREN
DielemanJohan: “Dit is echt de meest optimale en ook duurzame manier van water geven. Het komt direct bij de plant en er gaat geen druppel verloren. Ieder rijtje krijgt evenveel. Datzelfde geldt voor de meststoffen die meteen worden meegegeven.” Peter: “Eén ding weet ik wel, je moet het niet met droog water doen. Daarmee bedoel ik water zonder toevoeging. Zo noem ik dat altijd.” Johan:
“Met uitsluitend irrigatie laat je al snel 10 tot 15 ton liggen ten opzichte van fertigatie! De vraag voor nu is: hoeveel productie hebben we nog laten liggen doordat het zaad onvoldoende is opgekomen? Dat kan nog wel eens fors zijn. De honderd ton moet met fertigatie mogelijk zijn. Uiteraard is dat ook afhankelijk van het weer. Dit jaar hadden we heel veel zonlicht.”

Groot voordeel van fertigatie is volgens Dieleman het feit dat je heel gedoseerd water en meststoffen kan geven. “De plant neemt de mineralen daardoor ook veel beter op. Je kan makkelijk bijsturen. Op een gegeven ogenblik werd het loof wat slap. Ik heb toen extra kali en stikstof meegegeven. Dan zie je meteen het verschil.” Daarnaast speelt duurzaamheid ook een steeds belangrijkere rol.

“Het maakt natuurlijk nogal verschil of je 25 of 75 ton van een hectare afhaalt. De hoeveelheid middelen en meststoffen blijft namelijk hetzelfde.”

 

VERZILTING
Johan: “Voor deze regio is het heel belangrijk hoe je met water omgaat. Verzilting speelt hier een grote rol. Ga je beregenen, dan trek je in korte tijd een grote hoeveelheid water uit je bron met het risico dat je daarmee ook het zoute water naar boven haalt. Bij fertigatie gebruik je veel minder water per druppelbeurt en de onttrekking gaat meer geleidelijk.” Op Schouwen-Duiveland heeft Dieleman het geluk dat hij over voldoende zoet water beschikt. Een belangrijke voorwaarde om met fertigatie aan de slag te kunnen gaan. Op Noord-Beveland is dat wel anders. Peter: “Vanuit de gemeente en het waterschap is veel aandacht voor de waterhuishouding op het eiland. Zo hebben we hier inmiddels twee gescheiden wateropvangsystemen. Belangrijk vraagstuk blijft de
bewaring. Ronnie: “Wil je kunnen fertigeren vanuit een wateropslag, dan heb je een enorme opslag nodig.”

Voordat Dieleman definitief voor fertigatie koos, moest eerst duidelijk zijn dat het systeem ook ingezet kon worden op percelen op Noord-Beveland. Onderzoek van de gemeente in samenwerking met de boeren in het gebied toonde aan dat de EC waarde in de tussensloten zodanig laag was, dat er voldoende zoet water voorhanden is om te kunnen fertigeren. “In de grote kreken is die
waarde te hoog, maar het water uit de sloten kunnen we dus wel gebruiken. Om het zoutgehalte nog verder naar beneden te krijgen, kan het water uit de waterzuivering de polder ingebracht worden, terwijl zout water via schuiven onderin wordt afgevoerd.” Deze optie wordt nu door het waterschap onderzocht.

 

VEEL WERK
Het is Dieleman wel een beetje tegengevallen hoeveel werk fertigeren met zich meebracht. “Dat begon al bij de aanleg van alle slangen. Ook het opruimen kostte tijd. We hebben geprobeerd de slangen meteen op te rooien met de uien, maar er bleef toch nog wel het een en ander achter.”

Belangrijk is ook om de slangen te beschermen tegen hazen en vooral de kraaien. Die komen op de glinstering van het water af. Omdat het daar vochtig is, zitten daar ook wormen. Maar de kraaien maken wel je slangen kapot.”

Het is geen vraag voor Dieleman of hij komend seizoen opnieuw aan de slag gaat met fertigatie. Daar was de opbrengst van vorig jaar veel te goed voor. Wel hopen ze stappen te maken met wat ze dit jaar hebben geleerd. Wordt vervolgd.

Fertigatie: Directe afgifte aan wortel sleutel tot recordopbrengst

Waar ligt de grens voor de opbrengstpotentie van uien? Onze fertigatiespecialist Mike Akkermans verwacht dat het oogsten van honderddertig ton uien van een hectare tot de mogelijkheden behoort. “In Marokko is die opbrengst via dripteelt al gerealiseerd.” Het direct en continu toedienen van water, geconcentreerde meststoffen en biostimulanten vlak aan de wortel zijn de sleutel tot recordopbrengsten.

“De uienteelt heeft het lastig in gebieden waar vanwege verzilting onvoldoende zoet bron- of oppervlaktewater beschikbaar is en waardoor er minder, of zelfs helemaal niet, beregend kan worden. Opbrengsten van 15 tot 25 ton komen voor. Met minder dan dertig ton opbrengst is bij een gemiddelde prijs van twintig cent per kilo eigenlijk niet rendabel te telen. Druppelirrigatie is dan vaak de oplossing om toch voldoende water, direct aan de wortel, te garanderen.” Via deze irrigatiemethode heb je veertig procent minder verdamping dan bij beregenen, weet Akkermans. “Is er te weinig geschikt water beschikbaar dan is de aanleg van een opslag en buffer bassin nodig en kan er, indien nodig, bijgemengd worden met aangevoerd zoet/zout water.”

Jan Geert Vedelaar schreef een mooi artikel op Akkerbouwbedrijf.nl. U leest het hier.

Bron: Akkerbouwbedrijf.nl

 

Tegenwoordig heb je specialisten en verbinders nodig

Ik geniet ervan als ik mensen zie groeien. Dat ze dingen doen, waarvan ze eerder dachten dat ze dat nooit zouden kunnen,” vertelt Wouter van Vliet. Hij was pas achttien jaar oud toen hij bij Van Iperen begon. Veel ervaring in de sector had hij niet. School was niet aan hem besteed. Hij wilde werken. Maar toen hij eenmaal ontdekte waarom een studie nuttig was, had hij aan motivatie geen gebrek meer: “Ik heb in vier jaar tijd de hbo-opleiding commerciële economie gedaan, in de avonduren.”

Bij Van Iperen begon hij met allerlei klusjes op de afdeling in- en verkoop meststoffen. Nu, veertien jaar later, is hij sectormanager van de sector tuinbouw en de akkerbouw en geeft hij leiding aan ruim zestig mensen. “Ik vind het belangrijk om te faciliteren. Om omstandigheden te creëren, waarin mensen het naar hun zin hebben en ze zelf hun verantwoordelijkheid nemen. Zodat ze in hun kracht komen te staan en ik mezelf steeds meer misbaar maak.”

 

TUINBOUW OF AKKERBOUW
Een voorkeur voor een sector heeft hij niet. “Wat ik mooi vind aan de tuinbouw is de enorme innovatiekracht. Die is bewonderenswaardig. Dat stimuleert ons hele bedrijf om ons te blijven ontwikkelen om een belangrijke partner te zijn en te blijven. Bij de akkerbouw springt, naast de innovaties, de passie en de liefde voor de teelt eruit. Ik ben daar nu twee jaar verantwoordelijk voor. Sindsdien heb ik veel meer oog voor de natuur.”

De afgelopen jaren heeft hij het bedrijf flink zien veranderen, van productgerichte organisatie naar de focus op de klant. “We waren sterk gericht op omzet en de verkoop van onze producten. Nu zijn we bezig om samen met onze klanten oplossingen te bedenken voor de uitdagingen waar de sector iedere keer weer voor komt te staan. Van belang is dat we goed weten wat bij onze klanten speelt. Onze adviseurs en ook de chauffeurs die de producten afleveren, zijn onze belangrijkste erfbetreders. Zij zijn onze ogen en oren. Ik heb veel waardering voor deze collega’s. Zelf ga ik ook regelmatig mee naar onze klanten om te horen wat er speelt en wat de vragen zijn. Het is fijn als klanten kritisch zijn, daar leren we van en het maakt ons elke dag beter, want stilstand is achteruitgang.”

 

SPECIALISTISCHE KENNIS
Klanten hebben volgens Wouter een partner als Van Iperen nodig. “Ze kunnen het niet meer alleen. Daar is het te gecompliceerd voor geworden. Datzelfde geldt voor onze adviseurs. Er is meer specialistische kennis nodig. Voorheen kwam er op een willekeurig akkerbouwbedrijf één teeltadviseur, die overal wel iets van wist. Kwam hij kennis tekort, dan haalde hij dat wel op bij een van zijn collega adviseurs. Dat kan echt niet meer. Tegenwoordig heb je specialisten nodig op het gebied van precisielandbouw, fertigatie, bemesting, biologie, middelen, enzovoorts. Op sommige bedrijven komen wel vier of vijf verschillende adviseurs van Van Iperen. De coördinatie van die aanpak ligt in handen van de relatiemanager. Dat is de verbinder tussen klant en ons bedrijf. Dezelfde ontwikkeling zie je terug in de tuinbouw.”

In de toekomst zal het werk van de adviseur nog verder veranderen. Digitalisering gaat de adviseur ondersteunen in een deel van de taken. “Dan gaat het vooral om de standaardtaken. Je ziet dat al gebeuren in de tuinbouw. Sommige kassen kom je helemaal niet meer in. Voor het scouten zijn meerdere apps beschikbaar. Drones en sensoren zijn al lang geen uitzondering meer. Zo gaan we steeds meer toe naar het automatisch herkennen van ziekten en plagen. Worden resultaten online vastgelegd. Adviseurs worden ook daarom steeds meer specialisten. Vooral ook sparringpartner van de teler.”

 

WEERBARE PLANTEN TELEN
Over de toekomst van de agrarische sector maakt hij zich geen grote zorgen. Wel is het volgens Wouter belangrijk dat we blijven voorsorteren op alle veranderingen. “Daar is een andere manier van denken voor nodig. Bij onze klanten en ook bij onze adviseurs. We kunnen niet blijven doorgaan zoals we het altijd hebben gedaan, alsof er niets aan de hand is. Dan houdt het vroeg of laat een keer op. Je kunt je ogen niet sluiten voor toekomstige veranderingen. Chemische gewasbeschermingsmiddelen verdwijnen en dat wat ervoor terugkomt, werkt over het algemeen minder. Er is dus nog meer kennis nodig van een breder productenpakket. Onze inzet moet erop gericht zijn om met een geïntegreerde aanpak een weerbare plant te telen.”

 

SCHAALVERGROTING IS NODIG
Om als agrarisch bedrijf te kunnen blijven bestaan, ontkomen we volgens Wouter ook niet aan schaalvergroting. “In de akkerbouw wordt steeds vaker gekozen voor precisielandbouw en fertigatie. Dan heb je wel
een bepaalde schaal nodig, omdat de investeringen anders te groot zijn. Mochten er bijvoorbeeld straks geen middelen meer zijn tegen onkruid, dan moeten we mechanisch gaan schoffelen, het liefst met moderne
cameratechnologie. Dat zijn flinke investeringen. Dan moet je of 'groot genoeg' zijn, of je moet het samen met andere akkerbouwers oppakken. Er zijn in de agrarische sector veel technologische innovaties. Ik vind dat telers daar gebruik van moeten kunnen maken. En dan is schaalvergroting of verdergaande samenwerking onmisbaar. Zeker dan is er toekomst voor deze prachtige sector.”

 



Voor meer informatie en vragen kunt u terecht bij:


NEEM CONTACT OP MET DE BUITENDIENST


www.iperen.com

Bovenstaande adviezen zijn gebaseerd op de actuele praktijksituatie en de op dit moment ter beschikking staande kennis. Alle rechten voorbehouden. Niets uit dit bericht mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand en/of openbaar gemaakt in enige vorm of op welke wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.

© 2024, alle rechten voorbehouden