“Zij vertellen je niet alleen wat je wel en niet moet doen, maar ook het waarom”
Twintig kilometer onder Delfzijl, achter de dijk met de Dollard, ligt een bijzondere polder: de Johannes Kerkhovenpolder, ontstaan in de tweede helft van de negen tiende eeuw. Het kostte de Amsterdamse bankier Johannes Kerkhoven meerdere pogingen voordat hij in 1873 succesvol het nieuwe land wist droog te leggen. De polder is 350 hectare groot en vormt één groot akkerbouwbedrijf met de gelijknamige boerderij en de bijbehorende gebouwen centraal gelegen.
Bedrijfsleider is Ludolf Fledderman. Sinds vier jaar wordt hij bijgestaan door assistent-bedrijfsleider Maarten Schuttenbeld. Samen met Regner Schepel en Jan Jaap Roseboom, specialisten op het gebied van precisielandbouw bij Van Iperen, praten ze over de toepassing van die techniek op hun akkerbouwbedrijf. Het bedrijf telt momenteel 260 aandeelhouders. Zo’n 40 tot 50 aandeelhouders bezoeken jaarlijks de aandeelhoudersvergadering, het ene jaar in Utrecht, het andere jaar op de boerderij in het Groningse Woldendorp.
Het bedrijf wordt al twintig jaar geleid door Ludolf: “Veel polders in dit gebied zijn gevormd door natuurlijke slibafzetting. Zodra het land hoog genoeg was, werd een dijk aangelegd en ontstond een polder. Dat zorgde voor zware kleigrond die niet gemakkelijk te bewerken is. Bij de aanleg van de Johannes Kerkhovenpolder is – en dat was nieuw voor die tijd – meteen een dijk door de rauwe slikken gelegd. Hierdoor bestaat zo’n 200 hectare van de polder uit lichtere grond. Dat is heel prettig, want daardoor kunnen we ook aardappelen verbouwen.”
Het bouwplan bestaat naast aardappelen uit uien, wintertarwe, suikerbieten en luzerne. Dit jaar zijn daar gele erwten bijgekomen. Dat gewas zorgt voor extra punten bij het GLB. In totaal wordt door het bedrijf 550 hectare verbouwd. Maarten: “Naast onze eigen polder bebouwen we ook de aangrenzende Carel Coenraadpolder. Die bestaat uitsluitend uit zware kleigrond. Wintertarwe is daar het hoofdgewas.”
Maarten Schuttenbeld komt van een boerderij, maar koos voor een studie land- en watermanagement. Na een verblijf van twee jaar in Australië werd hij bij Johannes Kerkhovenpolder aangenomen als assistent-bedrijfsleider. “Toen ik hier begon, kwamen de specialisten van Van Iperen hier ook al over de vloer. Ik heb van hen heel veel geleerd. Zij vertellen je niet alleen wat je wel en niet moet doen, maar ook het waarom. Daar word je echt wijzer van.”
Belangrijk bij de keuze voor een partner als Van Iperen vindt Ludolf de vraag of je er samen voor wil gaan. “Er moet passie zijn voor wat je met elkaar doet. We hebben niets aan iemand die bij elk probleem zegt: ‘Spuit dit of dat er maar op en dan komt het wel weer goed.’ Dat kunnen we zelf ook wel bedenken. De basis van de akkerbouw beheersen we echt wel. Ga je een level hoger, dan heb je input van buitenaf nodig. Van Iperen is voor ons vanaf het begin een heel serieuze partner.” Jan Jaap: “Johannes Kerkhovenpolder is een vooruitstrevend akkerbouwbedrijf en staat open voor nieuwe dingen. Dat maakt dat je samen veel kunt bereiken. De schaalgrootte van het bedrijf is daarbij een voordeel. Als je groot genoeg bent, kun je gemakkelijker dingen uitproberen en heb je vaak ook de mechanisatie tot je beschikking. Een moderne spuit biedt bijvoorbeeld heel veel mogelijkheden op het gebied van variabel spuiten.”
Vijf jaar geleden introduceerde Van Iperen het variabel poten van aardappelen bij Johannes Kerkhovenpolder. Ludolf: “Tien jaar daarvoor kochten we een nieuwe maaidorser. Die was voorzien van opbrengstmeting. Aan het einde van het seizoen kreeg je prachtige overzichten met de opbrengst per perceel. Dan ga je je afvragen waarom er soms grote verschillen zijn in opbrengst binnen één en hetzelfde perceel. Waarom van het ene perceel dertien ton afkomt, terwijl een ander perceel maar acht ton opbrengt. Je gaat dan eerst zelf eens wat uitproberen, maar ik vond het vaak te omslachtig en te tijd rovend. Als je 550 hectare voor je hebt liggen, is de keuze snel gemaakt en doe je het toch weer op de oude manier.”
Regner: “Het mooie van Precisieteelt Plus is dat een akkerbouwer het hele proces aan ons uit kan besteden, maar ook de vrijheid heeft om het helemaal zelf te doen. De techniek is heel laagdrempelig, iedereen kan ermee aan de slag. Er zijn akkerbouwers die graag willen dat wij van A tot Z alles doen, maar er zijn ook klanten die, op de bodempotentiekaart na, alles zelf doen.” Jan Jaap: “Alles staat of valt met de vraag of de techniek werkt. Het kan zijn dat er een keer iets niet lukt. Dat kunnen de kleinste dingen zijn, maar die kunnen er wel voor zorgen dat een akkerbouwer teleurgesteld raakt en met precisielandbouw stopt, dat is spijtig. Van Iperen maakt het verschil door altijd bereikbaar te zijn en met een telefoontje iemand weer op weg te helpen.” Maarten: “Je hoeft maar te bellen en het wordt meteen opgelost. Laatst wilde ik zelf een taakkaart maken, maar dat lukte om een of andere reden niet. Dan bel ik Regner en heb ik diezelfde avond de taakkaart in mijn mail.”
Maarten: “Met Precisieteelt Plus gaat het van het begin af aan super. Heel praktisch en toepasbaar voor elke boer.” Ludolf: “De grond in onze polder varieert heel erg. Bij de zeedijk zitten we op twintig procent slib, op de zwaarste percelen loopt dat op naar wel zestig procent. Dan is het heel mooi dat je een taakkaart hebt, waardoor de machine automatisch de pootafstand aanpast. We hebben nu een heel homogene partij aardappelen in de schuur liggen.”
Regner: “Met variabele plantafstanden speel je in op de aan wezige bodemvariatie. Dat zorgt voor een hoger rendement en helpt de sortering op lage en hoge potentie meer gelijk te krijgen.” Jan Jaap: “Tot nu toe focusten we ons voornamelijk op variabel poten en spuiten, maar we doen nu ook onderzoek naar kansen als het gaat om precisiebemesting. Ook daarin kun je anticiperen op de variatie in je bodem.”
Vier jaar geleden heeft Johannes Kerkhovenpolder voor het eerst uien opgenomen in het bouwplan. Ludolf: “Dit jaar zijn we begonnen met het variabel spuiten van bodemherbiciden. Vorig jaar hebben we een nieuwe spuit met pulserende doppen gekocht waardoor dat mogelijk werd. Of dat voor een hogere opbrengst gaat zorgen, weten we nog niet.” Maarten: “De buurman doet dit al veel langer en ziet duidelijk resultaat. Het gaat ons erom een hogere opbrengst te genereren.” Jan Jaap: “Op de lichtere grond hoef je minder te spuiten waar door uien met minder stress te maken krijgen.” Naast het gebruik van taakkaarten, is de volgende stap om nog beter zicht te krijgen op de groei van de gewassen. Om die reden komt Van Iperen regelmatig in het groeiseizoen proefrooien in de uien en aardappelen. De resultaten worden verzameld en leiden uiteindelijk tot groeimodellen. Ludolf: “Het is mooi dat dit allemaal binnen hetzelfde bedrijf gebeurt. Dat levert veel kennis op en zorgt voor nieuwe inzichten.”
Regner Schepel (23) uit het Groningse Hellum is sinds januari van dit jaar in dienst bij Van Iperen. Tijdens zijn studie aan de HAS in Dronten zocht hij een stagebedrijf waar hij meer kon leren over precisielandbouw. Zo kwam hij bij Van Iperen terecht. Inmiddels is hij onderdeel van het team precisielandbouw dat aangestuurd wordt door Jan Jaap Roseboom. Thuis in Hellum heeft hij samen met zijn ouders en broer een gemengd bedrijf met akkerbouw, pluimvee en loonwerk. Volgens Regner is hij een echte probleemoplosser. “Systemen pik ik heel snel op, die technische kant vind ik leuk om te doen.” Voor Johannes Kerkhovenpolder is het prettig om iemand met kennis van zaken in de buurt te hebben. Jan Jaap: “Bij precisie landbouw komt het op de details aan. Dan moet je kort op de bal zitten. Daarom hebben we nu in elke regio een specialist zitten, zodat we meteen bij kunnen springen. Daar onderscheiden wij ons in.”