In gesprek met technisch specialist Dick Breugem en emissiecoach Wim in ‘t Veld
De tijd dringt, in 2027 moet Nederland voldoen aan de Europese Kaderrichtlijn Water, terwijl de waterkwaliteit in veel agrarische gebieden onder de maat blijft. “Te vaak vinden we resten van gewasbeschermingsmiddelen in het oppervlaktewater,” zeggen Dick Breugem en Wim in ’t Veld. “En dat is meestal te voorkomen. Gedrag maakt het verschil. Nu moeten we doorpakken zodat het middelenpakket niet nóg verder krimpt.”
Dick Breugem, productmanager waterkwaliteit & hygiëne en technisch specialist bemesting bij Van Iperen: “Voor ons draait het in de eerste plaats om de waterkwaliteit in de kas,” legt hij uit. “Van het bassin tot aan de druppelaar: het water moet schoon zijn, vrij van schadelijke pathogenen en te hoge concentraties als bijvoorbeeld nitriet. Alleen dan kunnen we planten effectief voeden, versterken en beschermen.”
Maar de Kaderrichtlijn Water kijkt juist buiten de kas. “Dan gaat het over emissies: wat verlaat het bedrijf en komt in het oppervlaktewater terecht?” Daar is volgens Dick nog een wereld te winnen. “In periodes van teeltwisseling en schoonmaak ontstaan de grootste risico’s in de tuinbouw. Soms zijn het incidenten, soms is het gewoon gemakzucht. Maar het effect is groot: de normen zijn zó streng dat zelfs minieme hoeveelheden al leiden tot overschrijding.”
De sector is zich daar steeds meer van bewust, mede dankzij projecten als Glastuinbouw Waterproof en de inzet van watercoaches. “Maar er blijft een grote verantwoordelijkheid liggen bij de ondernemer zelf,” zegt Dick. “De kas lijkt een gesloten systeem, maar dat is niet altijd zo. Eén fout en je hebt schade aan je eigen imago én dat van de sector.”
“Van bassin tot druppelaar, het water moet schoon zijn”
Inmiddels worden er concrete maatregelen genomen in de glastuinbouw. Nieuwe installaties moeten vanaf 2026 voldoen aan de HortiQ-certificering. Ondernemers worden geadviseerd om gewasbeschermingsplannen op te stellen en hun systemen periodiek te laten controleren en onderbemalingswater te analyseren. Ook onbekende leidingen die naar het oppervlaktewater voeren moeten dicht. “Het zijn allemaal stappen die bijdragen aan emissievrij werken,” vertelt Dick.
De Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) bestaat sinds 2000 en had als doel voor 2015: een goede chemische en ecologische toestand van al het grond- en oppervlaktewater in Europa. Nederland kreeg, net als andere lidstaten, uitstel tot 2027 om aan de doelen te voldoen. Dit moment nadert snel. De normen die binnen de KRW gelden zijn streng, vaak uitgedrukt in micro- of zelfs nanogrammen per liter. Daarbij geldt het zogeheten ‘one out, all out’-principe: als één stof boven de norm uitkomt, wordt het hele waterlichaam als ‘niet goed’ beoordeeld. “Dat maakt het des te belangrijker om emissies volledig te voorkomen,” legt Wim uit. “Een enkele druppel met restmiddel kan een heel meetpunt onderuithalen.”
Wim in ’t Veld werkt als projectmanager inzameling bij STORL en is emissiecoach onder andere namens Waterschap Hollandse Delta en LTO Nederland. Hij richt zich vooral op open teelten: akkerbouw, fruitteelt en bloembollen. “De meeste normoverschrijdingen komen niet van het spuiten op het land, maar van het erf,” stelt hij. “Spuitmachines worden regelmatig afgespoten boven een kolk die direct in verbinding staat met de sloot. Lege kisten van behandelde planten blijven buiten in de regen staan en verpakkingen van gewasbeschermingsmiddelen liggen soms verspreid over het erf. Zo spoelen resten eenvoudig het oppervlaktewater in.”
Volgens Wim zijn deze situaties in de meeste gevallen eenvoudig te voorkomen. “Je hebt geen dure voorzieningen nodig. Spoel die spuit af op een stukje onverhard terrein, ver van de sloot. Zet je machines altijd binnen. Plaats lege kisten onder een afdak en voer je verpakking af via STORL. Het zijn simpele gedragsaanpassingen.”
In een gezamenlijke proef met een akkerbouwer plaatste een emissiecoach emmers onder de spuitmachine tijdens het reinigen. “We troffen maar liefst 25 verschillende middelen aan. Dat is schokkend. Als dat in het oppervlaktewater terechtkomt, heb je direct een probleem.” Ook natuurlijke factoren spelen een rol. “Met het veranderende klimaat zien we steeds vaker hoosbuien. Als een perceel dan net is behandeld, spoelt het eenvoudig af richting sloot. Dat is een risico, al kun je daar met slimme timing en bufferzones ook veel in voorkomen.”
Veel emissies zijn te herleiden tot onwetendheid of miscommunicatie binnen het bedrijf. Dick: “Boeren en tuinders moeten zich realiseren dat niet alleen hún kennis telt, maar ook die van hun medewerkers.” Wim sluit zich daarbij aan: “Als de werknemer die de spuitmachine schoonmaakt niet weet wat de risico’s zijn, gaat het alsnog fout. Zorg dus dat iedereen weet wat de procedures zijn, dat voorkomt fouten.”
Beide heren benadrukken het belang van gedragsverandering. “We weten wat de knelpunten zijn. En met een beetje oplettendheid zijn ze te voorkomen,” zegt Wim. “Het probleem is gemak, onwetendheid, of ‘zo doen we het al jaren’. Maar de tijd van vrijblijvendheid is voorbij.” Dick vult aan: “Waterkwaliteit telt mee bij de toelating van gewasbeschermingsmiddelen. Als een middel herhaaldelijk in te hoge concentraties wordt gevonden, kan het worden ingetrokken. Er is een lijst van prioritaire stoffen die onder verscherpt toezicht staan. Als daar te veel van wordt gemeten, grijpt het Ctgb in. Dat kan leiden tot inperking van dosering of zelfs het intrekken van de toelating. En dat zijn middelen die we nu echt niet kunnen missen!”
“Emissievrij is haalbaar, maar dat vraagt wel om verandering van ons gedrag”
Ook sociaal gedrag speelt een rol. “Spreek elkaar aan,” zegt Wim. “Telers weten heus wel waar hun emissiestromen zitten. Maar ze blijven elkaar sparen. Als jij het goed doet, maar je buurman niet, heeft dat invloed op het imago van de hele sector.”
In de glastuinbouw vormt drainwaterrecirculatie een belangrijk aandachtspunt. “Als het recirculatiewater niet goed wordt ontsmet, kunnen ziekteverwekkers zich verspreiden. Maar spuiten mag ook niet zomaar,” aldus Dick. “Een goed systeem van regelmatige monitoring is essentieel.” In de open teelten is het vooral zaak om erfemissies structureel aan te pakken. “Niet iedereen heeft een speciale wasplaats, daarvoor is de investering te hoog. Er wordt in de provincie Zuid-Holland daarom nagedacht over collectieve wasplaatsen. Die oplossing is beter dan het schoonmaken op een onverhard deel van je terrein,” aldus Wim. Ook het verantwoord omgaan met restvloeistof speelt een rol. “Sterk verdunnen en nog een keer over je gewas rijden is veel beter dan wegspoelen. Je eigen land is de beste Phytobac die er is.”
Om telers te helpen zijn er water- of emissiecoaches actief. Zij brengen risico’s op het bedrijf in kaart. “Dat gebeurt niet met een belerend vingertje,” benadrukt Wim. “Het is praktisch en oplossingsgericht. Wat kun je morgen anders doen? Wacht je tot je een controle krijgt, dan heb je meteen een boete aan je broek.”
Een succesvol voorbeeld is het ontstaan van WhatsApp-groepen, waarin telers maandelijks de metingen van hun gebied ontvangen. “Zo houd je het actueel en concreet. Telers zien wat er speelt en welke middelen in overschrijding zijn aangetroffen. Dat maakt het tastbaar.” Dick ziet ook dat jonge ondernemers het vaak beter oppakken. “Die zijn zich bewuster van hun omgeving. Ze willen toekomstbestendig telen en beseffen dat waterkwaliteit daar een essentieel onderdeel van is.”
Zowel in de kas als in open teelten is technologie beschikbaar om emissie te beperken. Denk aan recirculatiesystemen, spuittechnieken, spotsprayen en precisielandbouw. “De tools zijn er,” zegt Wim. “Maar zonder gedragsverandering redden we het niet. Er zijn geen excuses meer. We hebben de kennis, de middelen en we weten waar het fout gaat. Emissievrij is haalbaar. Maar dan moeten we met z’n allen de verantwoordelijkheid nemen.”
En wat na 2027? “Dan houdt het niet op,” zegt Dick. “De eisen worden alleen maar scherper. Daarom moeten we nú investeren in bewustzijn en preventie. Want de middelen die je kwijtraakt, krijg je niet meer terug.”
Beide experts zijn het erover eens dat samenwerking noodzakelijk is. “Adviseurs, toeleveranciers, verwerkers – iedereen heeft een rol. Als adviseur moet je durven zeggen waar het op staat,” aldus Dick. “Wees kritisch en durf er iets van te zeggen.” Wim besluit: “De Kaderrichtlijn Water gaat over onze leefomgeving, over gezond voedsel en over toekomstbestendige landbouw. Die ambitie delen we allemaal.”
• Spoel machines op een onverharde plek af, ver van de sloot of gebruik een wasplaats met afvoer naar een Phytobac, Heliosec of RemDry.
• Plaats lege kisten onder een afdak.
• Laat lege verpakkingen en oude resten opruimen door STORL.
• Loos geen restvloeistof, maar verdun en rij uit op eigen land.
• Betrek medewerkers bij procedures en verantwoordelijkheden.
• Breng de waterstromen in kaart en actualiseer het gewasbeschermingsplan.
• Sluit afvoeren en leidingen die direct uitkomen op oppervlaktewater.
Benieuwd hoe uw bedrijf scoort op emissiebeperking? Vraag het een water- of emissiecoach of ga in gesprek met uw adviseur van Van Iperen. Samen voorkomen we dat waardevolle middelen verdwijnen en dragen we bij aan schoon water voor iederee