26 maart 2019

Alleen onrijp eetbaar

We kunnen negen maanden per jaar leveren, maar in de drie wintermaanden staan we stil. Geen inkomsten en onze klanten, de retailers, moeten overstappen naar Spaanse producten. We willen ze eigenlijk jaarrond kunnen bedienen.” Aan het woord zijn Luuk van Duijn en Tom de Jong, twee jonge auberginekwekers. Om de retailers het hele jaar aan zich te binden, startten ze met  telersvereniging Purple Pride in 2017 een proef met belichte teelt.

Luuk van Duijn is teeltmanager in Steenbergen, in een van de drie vestigingen van de Auberginekwekerij Gebr. van Duijn. Hij ziet zijn toekomst in de aubergineteelt. “Er komt veel bij kijken, de verschillende processen in het bedrijf maken het heel interessant. Bemesting, klimaat, arbeid, energie, biologische bestrijding, alles moet goed op elkaar afgestemd zijn. We gaan voor maximale hoeveelheid en kwaliteit, dat maakt het elk jaar weer een uitdaging.” Ook zijn collega Tom de Jong heeft zijn toekomstbeeld duidelijk. Hij neemt Auberginekwekerij De Jong over van zijn vader. “Vroeger was de teelt heel belangrijk, maar er komt nu veel meer bij kijken. Allerlei verschillende vraagstukken over bijvoorbeeld energie en biologie maken het vak veel complexer en voor mij interessanter.”

 

Één aubergine per jaar

In Nederland eten mensen niet veel aubergines. Gemiddeld één aubergine per huishouden per jaar. In Turkije daarentegen eten mensen ieder jaar gemiddeld 13 kilo, in Griekenland acht kilo. 90 procent van de productie in Nederland is dan ook bedoeld voor de export.

Om de markt goed te kunnen bedienen en de krachten te bundelen is in 1996 de telersvereniging Purple Pride opgericht. Purple Pride gaat in overleg met de retailers en zorgt voor marketingcampagnes om de aubergine meer bekendheid te geven in ons land. Naast Auberginekwekerij De Jong en de Gebr. van Duijn, is ook Greenbrothers lid van deze telers vereniging. Ze trekken veel samen op en zijn volledig transparant naar elkaar. Samen hebben ze bijna 50 hectare, verdeeld over vijf teelt locaties. In Nederland is in totaal 120 hectare voor aubergineteelt.

 

Onrijp

“In de teelt van aubergines kunnen we op een aantal zaken sturen. Net zoals bij andere vruchten sturen we natuurlijk op klimaat, watergift en bemesting, maar bij aubergines sturen we ook op gewicht. Het product wordt onrijp geoogst en gegeten. Een rijpe aubergine is donkerrood en bitter en er zit veel zaad in, dat is niet te eten. We oogsten ze zodra de goede gewichtsklasse is bereikt. De prijs verschilt per gewichtsklasse. Die prijzen variëren zelf ook, het is niet altijd dezelfde gewichtsklasse die het meest oplevert. En de grootste aubergines leveren ook niet altijd het meeste op. Meestal zijn de vruchten van ongeveer 300 gram van de beste kwaliteit, die zijn in de verwerking ook het handigst.”

 

Van elkaar leren

In de aubergineteelt zorgen luis en witte vlieg voor de grootste uitdagingen. De kwekers hebben ook altijd last van rupsen. Het verschilt per jaar. Luuk vertelt: “Ondanks dat we in steenwol telen, komt er toch wat trips de kas in. Vooral als er in de buurt bijvoorbeeld graan wordt geoogst. Dat merken we meteen. Ze vreten het vruchtbeginsel aan, dan zie je aan de onderkant van de aubergine schade. Het is duidelijke optische schade. De vrucht is dan nog wel eetbaar, maar is geen klasse één meer. Dat kost ons natuurlijk geld.” De kwekers proberen in eerste instantie alle ziekten en plagen biologisch onder controle te krijgen. “Maar soms moet je gewoon chemisch ingrijpen. Er zijn kwekers met kleinere arealen, die deze teelt wel volledig biologisch doen, maar met onze Aubergineomvang is dat heel lastig. Toch denk ik dat de milieueffecten van een traditionele teelt lager zijn dan van een biologische teelt, ondanks de (zeer minimale) chemische bestrijdingen. In een biologische teelt wordt namelijk niet op steenwol geteeld, waardoor veel meststoffen de grond in (en uit) verdwijnen.” De telers verkopen direct aan de retailers. “We hebben in het verleden wel met de veiling gewerkt, maar sinds we met Purple Pride een eigen verkoopafdeling hebben kunnen we direct met de afnemer praten.” Tom: “Ik geloof in de klantrelatie, ik denk dat die op lange termijn veel meer oplevert.” De verkoop doen de kwekers gezamenlijk, maar ze leren ook van elkaar voor wat betreft de teelt. “We gaan elke week bij elkaar op excursie. We lopen een rondje door de kas en bespreken bij de computer de resultaten. We zijn volledig transparant. We zijn geen concurrenten, we werken samen. We bundelen onze kennis en vaardigheden. De ene locatie kan beter werken met een bepaald soort verpakking, de ander heeft het proces zo ingericht dat er bijvoorbeeld gemakkelijk een recept in de verpakking kan worden gedaan. Met elkaar kunnen we de markt optimaal bedienen.”

 

Belichte teelt

De Jong startte vorig jaar met belichte teelt: “Wij willen onze afnemers het hele jaar bedienen. Dan hoeven ze die winterperiode niet met een andere leverancier te overbruggen en wij houden ons bedrijf ook in die periode draaiend.” Ruim een halve hectare in de kas is ingericht voor belichte teelt. “De kwaliteit van onze aubergines is beter dan het Spaanse alternatief.” Half oktober zijn de planten in de kas gezet. Tom: “We belichten 18 uur per dag, de plant krijgt 450 joules per dag. Als je dat vergelijkt met de zon, dan staat dit gelijk aan vier uur zon in april.” Tom ziet wel toekomst
in de belichte aubergineteelt: “We moeten opboksen tegen de Spaanse aubergines, die toch al goedkoper zijn. Maar teelttechnisch komen we er wel uit. En het voordeel van een goed product en één vaste leverancier is voor retailers groot. We moeten met een aantal klanten vaste afspraken maken dat we jaarrond gaan leveren, dan is het best interessant. En voor onszelf natuurlijk ook, dan kunnen we het hele jaar mensen en machines aan het werk houden. Dan heb je veel meer continuïteit. Daar zit wel toekomst in.”

Over de samenwerking met Van Iperen kunnen de beide mannen kort zijn: “Het gaat goed. Van Iperen is een betrouwbare adviseur en leverancier.” Regelmatig wordt specialist Richard van Spronsen gevraagd mee te denken over een uitdaging in de teelt en hoe dat op te lossen. “Ze zijn ook heel snel, als je ’s ochtends een probleem constateert en je hebt even geen gewasbeschermingsmiddel daarvoor, dan kun je het vaak dezelfde dag al in huis hebben. Dat is ideaal.”

* Auberginekwekerij de Jong en Auberginekwekerij Gebr. Van Duijn zijn lid van Coöperatie DOOR U.A., die verantwoordelijk is voor de volledige verkoop en marketing van het product.