Lees hier hoe u plaaginsecten herkent aan veranderingen in uw gewas én welk nuttig insect u voor specifieke situaties uit kunt zetten.
Spint, bladluis, mineervlieg of trips? Plaaginsecten kunnen schade aan een gewas toebrengen en daarmee mogelijk opbrengstverlies. Dit overzicht geeft voor de belangrijkste plagen aan hoe u ze tijdig kunt herkennen. Uiteraard gekoppeld aan het roofinsect dat de plaaginsect kan bestrijden. Aan het einde van dit artikel herkent u in uw eigen kas in één oogopslag deze plaaginsecten en weet u welke oplossing hiervoor in te zetten is.
Spint is een kleine mijt die op de bladeren gele stipjes veroorzaakt. Bij heel veel spint komen er webben rond de bladeren en bloemen. Daarnaast kunnen de bladeren verkleuren, waardoor de chrysant minder goed kan groeien of er minder mooi uitziet.
Spintmijten zijn heel klein, meestal kleiner dan 1 millimeter, en moeilijk te zien zonder loepje. Ze kunnen verschillende kleuren hebben, zoals rood of geel, en maken vaak dunne webjes aan de onderkant van bladeren, waardoor u goed moet kijken om ze te vinden.
De roofmijt (Phytoseiulus) is een enorme veelvraat die spint bestrijdt. Een paar roofmijten kunnen hele spinthaarden opruimen.
Deze roofmijt heeft een opvallende, rode kleur. Daardoor vallen ze goed op. Ze lopen aan de onderkant van het blad van de chrysant.
De trips zuigt sap uit de bladeren en bloemen van chrysanten, waardoor zilverachtige vlekken en misvormingen ontstaan. Dit verzwakt de plant, vermindert de groei en zorgt ervoor dat de bloem er niet meer mooi uitziet.
In de kas worden vangplaten gebruikt om trips te vinden en te tellen en er wordt gekeken naar de bladeren met een loep. Op de bladeren kunt u ook de roofmijten zien die zijn ingezet om de trips te bestrijden.
De Montdorensis is een roofmijt die de larven eet van tripsen. Deze roofmijt wordt iedere week opnieuw ingezet in de kas om ervoor te zorgen dat het ‘leger’ sterk blijft.
De Montdorensis loopt op de onderkant van het blad. Op ieder blad wilt u wel tot 5 roofmijten zien lopen, dan weet u dat de plaag met trips onder controle is.
Deze roofwants (Orius Laevigatus) eet de larven en volwassen tripsen op. Met zijn snuit zuigt hij de tripsen leeg. Dit is het enige roofinsect die volwassen trips bestrijdt.
De Orius Laevigatus loopt over de bladeren en bloemen van de chrysant. Als de populatie van de roofwants erg hoog is, kunt u deze op de vangplaten zien.
De mineervlieg legt een eitje in het blad, waar een larve uitkomt die gangen graaft terwijl hij het blad opeet. Deze gangen zien eruit als slierten en zorgen ervoor dat de chrysant er minder mooi uitziet.
In de kas worden vangplaten gebruikt om mineervliegen te vangen. Door te tellen hoeveel vliegen er op de platen zitten, kan bepaald worden of er meer sluipwespen zijn om de druk van de mineervliegen te verlagen.
De vrouwelijke sluipwesp (Diglyphus) bestrijdt de mineervlieg op twee manieren. Allereerst door een eitje neer te leggen naast de mineervlieglarven in het blad. Het ei wordt een volwassen sluipwesp door de dode larve op te eten. Daarnaast worden de mineervlieglarven gegeten door de volwassen sluipwespen.
Als er een hoge populatie van sluipwespen (Dyglyphus) is, kunt u dit terug zien op de vangkaarten. Als u een blad met een mineergang ziet, gemaakt door de mineervlieg, dan kunt u deze tegen het licht houden. Als er een donkere vlek te zien is, betekent dit dat de sluipwesp de larve van de mineervlieg heeft geparasiteerd en dat deze dood is.
Bladluizen kunnen zich heel snel vermenigvuldigen, dit zorgt ervoor dat bijvoorbeeld een chrysant heel snel onder de luis kan komen te zitten. Bladluizen zuigen sap uit de stengel, het blad en de bloem van de chrysanten, waardoor de planten minder goed groeien. Ze kunnen ook plakkerige honingdauw achterlaten, wat roetdauwschimmel aantrekt en de bloemen en bladeren beschadigt.
In de kas worden vangplaten gebruikt om bladluizen te vinden. De luizen blijven op deze plakplaten zitten, waarna ze geteld worden om te zien hoeveel er zijn en of er actie nodig is om de planten te beschermen.
Deze sluipwesp (Aphidius Colemani) prikt bladluizen aan en legt daar een eitje in. Als dat eitje uitkomt, gebruikt de sluipwesplarve de luis als voeding, en verpopt daarna in deze luis om tot volwassen sluipwesp te groeien. Als deze klaar is met het verpoppen maakt hij een openingetje in de luis, die dan opgezwollen en koperkleurig is, en vliegt hij naar buiten.
Wanneer u geparasiteerde ‘mummies’ in het gewas ziet, weet u dat de sluipwespen (Aphidius Colemani) goed actief zijn. Een hoge populatie sluipwespen ziet u terug op de vangkaarten. Ze vliegen ook de kas in als ze een bladluis ruiken.
Neem contact op met onze groeispecialisten die u verder kunnen helpen op het gebied van biologie en insecten spotten.
Plaaginsecten kunnen gewassen flink aantasten. Door plagen tijdig te signaleren, wordt schade voorkomen en blijft de gezondheid van planten beter gewaarborgd.
Op deze pagina vindt u voor het onderwerp ‘herkennen en aanpakken van plaaginsecten’ een overzicht van artikelen en video’s met onder meer tips die u direct in de praktijk toe kunt passen en praktijkverhalen die een kijkje geven bij uw collega-teler.
U kunt zich ook aanmelden voor onze…