Bij Stolk Flora in Bleiswijk is duurzaamheid veel meer dan een modewoord. Het vormt de kern van de bedrijfsvoering. Deze diepgewortelde motivatie heeft geleid tot concrete stappen, zoals de inzet van biologische gewasbescherming, het terugdringen van het energieverbruik, het recyclen van drainwater en het gebruik van duurzamere verpakkingen. Onder leiding van eigenaar Jan Stolk en mede-directeur Koen van Koppen streeft het bedrijf ernaar hoogwaardige orchideeën te telen met een minimale impact op het milieu.
Met twee locaties, een breed assortiment en een nadrukkelijke focus op innovatie heeft Stolk Flora zich ontwikkeld tot ‘koploper duurzaamheid’ in de Phalaenopsisteelt. Toch blijft het bedrijf bescheiden. Koen: “We beseffen vaak niet waar we zelf staan als het om duurzaamheid gaat. Het gebeurt regelmatig dat Jan Stolk terugkomt van een bijeenkomst met andere telers en dan met een zekere verbazing in zijn stem zegt: ‘we zijn toch al wel heel ver!’” Koen: “We realiseren ons heel goed dat onze werkzaamheden impact hebben op het milieu. Daarom vragen we ons continu af hoe we op alle facetten stappen kunnen blijven zetten.”
De geschiedenis van Stolk Flora gaat terug tot oprichter Henk Stolk, de overgrootvader van huidige eigenaar Jan Stolk. Het was Jan’s vader die begon met de teelt van Cymbidiums. Toen Jan het bedrijf overnam, zette hij een nieuwe koers uit. Hij huurde een locatie en begon met de teelt van 20.000 Phalaenopsis. Vandaag de dag teelt Stolk Flora uitsluitend deze bijzondere kamerplanten, die naar alle landen in Europa en meerdere landen daarbuiten gaan. Koen: “Ons assortiment is heel breed. We telen meer dan 50 verschillende rassen.” Het bedrijf is gevestigd op twee locaties: Bleiswijk en Bergschenhoek. De locatie in Bleiswijk richt zich op de productie, terwijl locatie Bergschenhoek wordt ingezet voor de verlengde opkweek van jonge planten en om vraaggericht te kunnen produceren. Deze flexibele opzet helpt het bedrijf om teeltstrategieën aan te passen aan veranderende marktomstandigheden en energiekosten. “De grootste uitdaging voor de komende jaren is energie,” zegt Koen. “De Phalaenopsisteelt is een energie-intensieve teelt. De recente energiecrisis heeft dan ook een grote impact gehad op de sector. Zeker 25 procent van de productie in Nederland is verdwenen. Voor ons betekende die moeilijke periode een heroverweging van onze teeltstrategie. Zo hebben we onze locatie in Bergschenhoek op een andere manier ingericht. Eerder teelden we daar ook jaarrond. Nu kweken we met het seizoen mee. Dat heeft ons geholpen om het energieverbruik flink te reduceren.”
Duurzaamheid is voor Stolk Flora altijd een bewuste keuze geweest. Al in 2016 positioneerde het bedrijf zich met ‘Your Natural Orchid’, waarbij de focus lag op milieuvriendelijke teeltmethoden. “We gebruikten toen al natuurlijke vijanden om plagen te bestrijden, met een minimale inzet van chemische middelen,” legt Koen uit. “We waren daarmee onze tijd ver vooruit. Dat werd dan ook niet op waarde geschat door de handel. We kregen er niets méér voor betaald. Toch hielden
we vol, omdat we erin geloofden.”
De regelgeving – in 2027 mag er nauwelijks meer iets van het huidige middelenpakket gebruikt worden – en de druk vanuit de samenleving hebben ervoor gezorgd dat steeds meer telers serieus met duurzaamheid aan de slag zijn gegaan. “Het is nu nog niet zo ver, maar als straks die middelen er niet meer zijn,
en je moet op dat moment nog gaan bedenken hoe je verder moet, dan ben je echt te laat. Dan is er geen tijd meer voor al die lessen die je moet leren.”
“Wij hebben veel profijt van datgene wat we in het verleden al ontwikkeld hebben. Daarin lopen we inderdaad voorop. Het probleem van wolluis bijvoorbeeld, waar veel telers last van hebben, hebben wij weten te elimineren door elke week natuurlijke vijanden in te zetten. Dat vraagt om een andere manier van denken,” zegt Koen. “Ook als je denkt dat het probleem onder controle is, moet je bij de inzet van biologie blijven investeren. Dat maakt het verschil.”
Een ander voorbeeld van innovatie is de aanpak van potworm, de larve van de mug, die schadelijk is voor het gewas. Die is moeilijk te bestrijden, omdat er geen middel voor is. De oplossing begon met klamboes, zowel onder de pot als over het gewas, maar dat beperkte het zicht op de planten en reduceerde het licht met 10 tot 15 procent. “Nu gebruiken we potpanty’s,” vertelt Koen. “Deze beschermen de planten zonder nadelige gevolgen voor de teelt.”
Bij Stolk Flora is innovatie verweven in elk aspect van de bedrijfsvoering. Dit geldt niet alleen voor de teelt, maar ook voor energiegebruik, water, verpakkingen en automatisering. Afgelopen zomer is er een nieuw bassin aangelegd van 7000 m³, voorzien van drijvende zonnepanelen. Ook het dak van het bedrijf is kortgeleden voorzien van zonnepanelen. Daarnaast wordt een e-boiler ingezet om bij negatieve energieprijzen water te verwarmen. Dat scheelt in het gasverbruik.
Een bijzonder project is een pilot vanuit de provincie met warmte-koudeopslag. Dit systeem gebruikt water uit ondergrondse bronnen om het bedrijf in de zomer te koelen en in de winter te verwarmen. “In de zomer halen we koud water omhoog en sturen we warm water terug, in de winter doen we dat andersom.” Ook is er de afgelopen tijd geïnvesteerd in ledverlichting. “Daar willen we nog vervolgstappen in nemen. Zo willen we in de opkweek volledig overgaan op ledverlichting. Ook hebben we ontvochtigers hangen waarmee we besparen op het gasverbruik en onze CO2-footprint verlagen.”
Naast energie is water ook een belangrijk thema bij Stolk Flora. Al jaren wordt drainwater niet meer geloosd, maar opgevangen en opnieuw gebruikt. Dit voorkomt verspilling
van water én meststoffen. “Het water dat wij gebruiken voor de Phalaenopsis bevat meststoffen. Wat de plant niet opneemt, wordt nu opgevangen, opnieuw aangevuld en hergebruikt. Dat levert een flinke besparing op,” zegt Koen. “Met het rekenprogramma van Van Iperen is het makkelijk uit te rekenen hoeveel meststoffen we nog toe moeten voegen. Het verlaagt niet alleen de kosten, maar vermindert ook de CO₂-footprint, aangezien stikstofhoudende meststoffen energie-intensief
zijn om te produceren.”
Ook verpakkingen zijn onder de loep genomen. Stolk Flora introduceerde een papieren traywikkel, een duurzaam alternatief voor plastic. “Normaal staan er tien planten, elk in folie in een tray. Bij de papieren traywikkel blijft die folie achterwege. Dat is dus een enorme besparing.” Hoewel papier een hogere productie-footprint heeft, is het recyclingproces in Europa veel beter geregeld. Door de dikte van plastic hoezen te reduceren, heeft het bedrijf bovendien een besparing van 20% op materiaalgebruik gerealiseerd.
Koen van Koppen groeide op in een tuindersgezin. Zijn vader, die potplanten kweekte, stierf al op jonge leeftijd. “Van jongs af aan wist ik dat ik de tuinbouw in wilde.” Na zijn studie begon hij in 2011 bij Stolk Flora, waar hij nu samen met Jan Stolk de directie vormt. Wat Koen aantrekt in de Phalaenopsisteelt is de veelzijdigheid. “Het is topsport,” zegt hij. “Alles moet kloppen: van de teelt, de mensen, de energiehuishouding, de automatisering tot de verkoop. Maar juist die complexiteit maakt
het interessant.”
Een van de hoogtepunten is het telen van nieuwe rassen. “We hebben bijvoorbeeld een geurende orchidee op grote schaal in bloei gekregen,” vertelt hij. “Het is een prachtig product dat unieke eigenschappen zoals kleur, geur en houdbaarheid combineert. Daar word ik blij van.”
Stolk Flora is niet alleen bezig met het verduurzamen van het eigen bedrijf, maar ook met het verbeteren van de sector als geheel. Het initiatief ‘100% Groen Geteeld’ is daar een goed voorbeeld van. Samen met vijf andere kwekers deelt Stolk Flora kennis en ervaringen om de verduurzaming verder te ontwikkelen. Koen: “Met elkaar proberen we vitale en weerbare planten te telen. Biostimulanten spelen daarin ook een rol.” Vanuit Van Iperen is technisch specialist gewasbescherming Henk van der Meer bij dit project betrokken: “Ik begeleid de orchideeënkwekers binnen ‘100% Groen Geteeld’. De openheid onder deze telers is groot. Dat maakt dat er ook echt stappen
kunnen worden gemaakt.”
“Wat we samen bereiken, straalt af op het imago van ons product,” legt Koen uit. “Consumenten worden steeds bewuster
van duurzaamheid en het is aan ons om die verwachtingen waar te maken.” En dan is er volgens Stolk Flora zeker toekomst voor de Phalaenopsisteelt in Nederland. “De sierteelt staat natuurlijk onder grote druk. Maar het unieke van de Phalaenopsis is de lange houdbaarheid. Gaat een bos bloemen maximaal twee weken mee, een Phalaenopsis staat minimaal drie maanden op tafel. Dat is duurzaam genieten.”