Teeltadvies | alternaria, sclerotinia en biostimulanten

Aardappelen alternaria en sclerotinia

Door de schrale omstandigheden is in veel aardappelpercelen al wat slijtage te zien. Naast een goede bescherming tegen phytophthora, is het in sleetse en beschadigde gewassen belangrijk om ook rekening te houden met andere ziektes, zoals alternaria en sclerotinia.

Sclerotinia kan met name in pootgoed voor behoorlijke problemen zorgen. Sclerotinia kan een plant gemakkelijk infecteren op beschadigingen aan de plant en bij warme en vochtige omstandigheden. Zeker wanneer er windschade in een slap gewas is, is het risico op sclerotinia behoorlijk groot. Binnen de aardappelteelt is een beperkt aantal middelen toegelaten met een werking op sclerotinia. De sterkste werking tegen sclerotinia kunt u verwachten van Propulse. Propulse heeft een preventieve en een curatieve werking tegen sclerotinia. Daarnaast werkt Propulse goed tegen alternaria, wat in deze tijd van het jaar ook steeds belangrijker wordt. Wanneer er beschadigingen in het aardappelgewas zijn en er door vochtige en warme omstandigheden risico op sclerotinia is, voeg dan Propulse 0,50 ltr/ha toe aan de ziektebestrijding.  Naast Propulse kan sclerotinia ook preventief bestreden worden door Signum 0,20 kg/ha mee te spuiten. Narita XL 0,25 ltr/ha heeft ook een nevenwerking op sclerotinia.

Voor alternaria geldt dat dit een echt stressverschijnsel is. Op gewassen die door hitte- en droogtestress minder weerbaar zijn, kan alternaria gemakkelijk infecteren. Om een infectie te voorkomen, is het beste om met een interval van 10-14 dagen een middel met werking tegen alternaria toe te voegen aan de phytophthorabestrijding. Hiervoor kan gebruik gemaakt worden van Narita XL 0,25 ltr/ha of Propulse 0,40 ltr/ha of Belanty 1,25 ltr/ha. Daarnaast is het mogelijk om Revus in het schema te vervangen door Carial Star. Hiermee spuit u een kant en klare combinatie van Revus met een alternariamiddel.

Biostimulanten tegen plantenstress

Wanneer een gewas goed aan de groei is, zal het minder stress ervaren, worden fungiciden beter opgenomen en is een plant weerbaarder. Hiervoor kunt u bladmeststoffen inzetten in combinatie met biostimulanten.

Gebruik bij schrale omstandigheden geen oplosmeststoffen. Om deze meststoffen goed opgenomen te laten worden door het blad, is extra vocht nodig. Hierdoor kan de plantenstress kortdurend verhoogd worden wanneer er oplosmeststoffen op het blad worden toegepast. Daarnaast is er bij oplosmeststoffen onder droge omstandigheden het risico dat de spuitvloeistof op het blad te snel aandroogt. Wanneer dit gebeurt, kan de meststof op het blad kristalliseren en bij zonnige omstandigheden voor verbranding zorgen op het blad.

Een veilige manier om planten in schrale omstandigheden toch gemakkelijker te laten groeien, is het toepassen van producten met aminozuren. Hiermee krijgt een plant direct bouwstenen voor eiwitten tegen hittestress aangeleverd. Een plant hoeft dan minder energie te steken in het omgaan met de stress en kan meer energie besteden aan productie. In verschillende Powerleaf en Stimuline producten zitten aminozuren die een plant door de stress heen kunnen helpen. Afhankelijk van het gewas en het groeistadium kan gebruik gemaakt worden van Powerleaf Quattro, Powerleaf Stikstof Plus, Powerleaf Kali Plus of Stimuplant Multimix. Overleg met uw adviseur welke producten in uw gewassen het beste passen.

Naast aminozuren kunnen producten met zeewierextracten een plant voorbereiden op hittestress. Hierbij is het wel belangrijk om minimaal 5 dagen voor de verwachte stress de zeewierextracten toe te dienen. Op die manier wordt een plant voorbereid op de stress en kan de plant in een stressperiode gemakkelijker doorgroeien. Zeewierextracten werken vooral preventief. Wanneer de plant al in de stress staat, is het beter om deze met aminozuren zo gemakkelijk mogelijk van bouwstenen te voorzien. Wanneer ruim voor de verwachte stress gespoten kan worden, kan hiervoor gebruik gemaakt worden van Stimuforce Asco 2,00 ltr/ha.