Dit jaar staat bij ons in het thema van de fruitteelt van de toekomst. Nuttige insecten zullen hier een grote rol in spelen, daarom zullen we de komende periode verschillende nuttigen behandelen. Deze week zetten we de zweefvlieg centraal.
Latijnse naam: Episyrphus balteatus
In Nederland kennen we verschillende soorten zweefvliegen, een veelvoorkomende is de snor- of pyjamazweefvlieg (Episyrphus balteatus). De zweefvlieg kan in verschillende stadia bijdragen in uw teelt. Volwassen zweefvliegen zoeken al vliegend naar bladluiskolonies om daar hun eieren af te zetten. De larven die daaruit komen kunnen in twee weken tot wel 700 plaaginsecten eten. Dit zijn niet alleen bladluizen, maar ook larven van de perenbladvlo. Als larve zijn de zweefvliegen dus erg geschikt als plaagbestrijders.
Daarnaast helpen de volwassen zweefvliegen met de bestuiving van gewassen. Ze hebben namelijk stuifmeel/nectar nodig om eieren te kunnen leggen. Het aanleggen van bloemstroken kan dan ook helpen bij het aantrekken en behouden van de zweefvlieg aangezien ze hier de stuifmeel en nectar kunnen vinden.
De larven van de zweefvlieg zien er uit als half doorzichtige maden zonder poten en bewegen zich op dezelfde manier voort als slakken. De larven van verschillende soorten zweefvliegen verschillen in vorm en kleur. De volwassen pyjamazweefvlieg is te herkennen aan de dubbele strepen op het lijf. Vandaar ook de naamgeving.
De snorzweefvlieg/pyamazweefvlieg is een van de weinige zweefvliegen met overwintering als adult (bevrucht vrouwtje). In het voorjaar komt de eileg op gang waaruit de bladluis-etende larven voort komen. Later in het voorjaar verpoppen de larven zich en verschijnt de volwassen zweefvlieg binnen 1 à 2 weken. Gedurende de zomer kan de populatie vrij sterk toenemen, met name gedurende langer aanhoudende warme perioden. Migratie van zweefvliegen vanuit zuidelijke landen draagt hier ook aan bij.
Meer weten over onze blik op het telen van fruit in de toekomst en andere nuttige insecten die hierbij kunnen helpen? Lees hier meer.
Kennis & Nieuws
In 2024 gaf blad versnipperen in een praktijkproef in België 64% minder bladschurft en 98% minder vruchtschurft bij Conference. Onbehandeld had hier 22% vruchtschurft. Waar blad was gepoetst en versnipperd kwam maar 0,45% vruchtschurft voor. Beide vakken zijn volgens een praktijkschema van de teler met fungiciden behandeld.
