Onder de huidige omstandigheden wordt bij veel bespuitingen gebruik gemaakt van bladmeststoffen. Bij het toepassen van bladmeststoffen is het erg belangrijk om bij het vullen van de spuit rekening te houden met de eigenschappen van deze bladmeststoffen. Over het algemeen zijn bladmeststoffen en gewasbeschermingsmiddelen prima te combineren, als er bij het klaarmaken van de spuitvloeistof aandacht aan besteed wordt.
Veel bladmeststoffen die gebruikt worden zijn suspensie formuleringen. Dit betekent dat de meststoffen als kleine deeltjes geconcentreerd zijn opgelost in een vloeistof. Het grootste risico bij het toepassen van suspensies is dat deze bij het vullen van de spuit te weinig verdund in filters terechtkomen en daar voor problemen zorgen. Wanneer de bladmeststof voldoende verdund bij het filter komt, zal dit zonder problemen verlopen.
Om vervelende situaties te voorkomen is het goed om de volgende volgorde te hanteren bij het vullen van de spuit:
Na het klaarmaken van de spuitvloeistof is het belangrijk dat de vloeistof zoveel mogelijk in beweging blijft door het roerwerk in de spuit. Daarnaast is moet de tijd tussen het klaarmaken van de spuitvloeistof en het toepassen zo kort mogelijk gehouden worden. Ten slotte is het belangrijk om na een bespuiting met bladmeststoffen de spuit goed te reinigen. Ook wanneer de volgende dag eenzelfde bespuiting op de planning staat. Wanneer in de spuit een kleine hoeveelheid spuitvloeistof achterblijft, kan dit in het ergste geval ’s nachts uitzakken en de volgende dag voor narigheid zorgen bij de volgende bespuiting.