Op dit moment loopt teeltseizoen 2017-2018 op zijn eind. Voor veel telers is dit ook het moment om vooruit te kijken naar de bemesting voor het komende teeltseizoen. In februari / begin maart kunnen periodes van vorst eventueel benut worden om (kali) meststoffen te strooien zonder insporing en structuurschade van de grond. Echter, in veel situaties is het vaak efficiënter om de kalibemesting pas vers na het planten toe te dienen.
Kali
Hanteer de juiste bemestingsstrategie op uw bedrijf; grondonderzoek helpt bij het bepalen van de hoogte van de kaligift. De laatste jaren is het grondonderzoek steeds verder uitgebreid met nuttige, nieuwe analysemethoden. Deze nieuwe methoden geven, naast de hoogte van de gift, ook inzicht in het beste tijdstip van de kalibemesting.
Bij een basis kalibemesting wordt het steeds belangrijker om de effectiviteit van een dergelijke bemesting te bekijken. Het grondonderzoek heeft ons laten inzien dat een vroege kalibemesting niet in alle gevallen de beste en meest efficiënte manier is van bemesten. Doordat op veel kleigronden de CEC (Cation Exchange Capacity) voor 100% bezet is met elementen, kan kali bijna niet binden en is het net zo uitspoelingsgevoelig als het chloor in de Kali 60. Dit geldt voor de meeste percelen in Nederland waarop spruitkool geteeld wordt. In dat geval is het advies om de kali pas vers tijdens de teelt te geven.
Vanwege het inefficiënte karakter van een vroege Kali 60-bemesting, hebben wij ons advies aan de hand van onderzoek en ervaring geüpdatet naar een advies dat beter is voor bodem en gewas. Onderstaande beslisboom is de eerste stap voor een basisbemesting met kali.
Een basisbemesting kali vraagt om een goed en doordacht plan. Neem bovenstaande beslisboom goed door met uw adviseur bij het opstellen van uw bemestingsplan. Houd er rekening mee dat in spruitkool vaak een ander type kali-meststof gebruikt wordt dan in akkerbouwgewassen. Dit komt met name doordat spruitkool ook behoefte heeft aan zwavel / magnesium. Hiervoor wordt in spruitkool vaak een meststof gekozen die naast kali ook andere elementen bevat. Een voorbeeld hiervan is patentkali, waarin zowel kali, magnesium en zwavel gegeven wordt aan het gewas.
Fosfaat
Recente grondmonsters laten zien dat de fosfaattoestand in de bodem op veel percelen daalt. Dit wordt mede veroorzaakt door de hoge gewasopbrengsten, waar de onttrekking vaak hoger is dan wat er aan mineralen aangevoerd mag worden. Bij een hoge fosfaattoestand in combinatie met plantingen die pas laat gepoot worden (opgewarmde bodemtemperatuur), zal een fosfaatbemesting in spruitkool niet altijd noodzakelijk zijn. Laat u echter niet verrassen en neem een grondmonster. Bij een te lage fosfaattoestand is de weggroei minder, een fosfaatbemesting stimuleert een vlottere weggroei. Wij adviseren om altijd een recent grondmonster te bekijken, overleg met uw adviseur wat op uw percelen het beste is.
Spoorelementen
Tip: mocht u een nieuw grondmonster willen steken, kies dan voor een uitgebreide analyse. De extra kosten voor een uitgebreid grondmonster zijn vaak relatief laag en u krijgt meer inzicht over eventuele tekorten van spoorelementen in uw bodem. In veel recente grondmonsters zien we bijvoorbeeld dat de beschikbaarheid van mangaan zeer laag is.
Op donderdag 8 maart 2018 organiseren wij in samenwerking met Agrifirm, CZAV en Vollegrondgroente.net een Spruitkoolbijeenkomst waarin wij u gezamenlijk bijpraten over alle ontwikkelingen op het gebied van gewasbescherming in spruitkool. U ontvangt binnenkort de uitnodiging voor deze bijeenkomst. Zet onderstaande gegevens alvast in uw agenda:
Datum: donderdag 8 maart 2018
Locatie: Partycentrum De Eendrachtshoeve, Tuinweg 3, 3284 XR Zuid-Beijerland
Tijdstip: 15:45 – 21:00 uur (inclusief diner)
Bovenstaande adviezen zijn gebaseerd op de actuele praktijksituatie en de op dit moment ter beschikking staande kennis. Alle rechten voorbehouden. Niets uit dit bericht mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand en/of openbaar gemaakt in enige vorm of op welke wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
