U bent hier: Home >
Tijdens de teelt doet u er natuurlijk alles aan om vruchten van een zo hoog mogelijke kwaliteit te telen. De kwaliteit hangt af van verschillende eigenschappen van uw vrucht. Deze eigenschappen zijn onder andere de grond- en bloskleur, de maat, de vorm, de houdbaarheid en de hardheid van de vrucht. Op deze pagina zullen we per eigenschap aangeven wat u kunt doen om uw vruchtkwaliteit te verhogen en hoe u op die manier prachtfruit kunt telen.
Vruchtkleur bestaat uit 2 onderdelen: de grondkleur en, bij appels, de bloskleur.
Het element ijzer (Fe) speelt een belangrijke rol in de fruitteelt, vooral in de perenteelt. IJzer is belangrijk bij de vorming van bladgroenkorrels en zorgt voor een groene grondkleur van de vruchten. De ijzerbemesting via de bodem kunt u het beste al voor de bloei uitvoeren. Meer weten over de ijzerbemesting? Lees het adviesbericht ijzerbemesting.
Gibberellinen zoals GA4/7 en 6BA kunnen in peer worden ingezet om de zetting te bevorderen maar, met name op Conference, worden deze ook ingezet om invloed uit te oefenen op de vruchtvorm. De timing van de toepassing is bepalend voor het uiteindelijke effect van gibberellinen . Concreet heeft GA4/7 vooral invloed op de lengte van de vrucht en zorgt 6BA vooral voor een wat vollere vruchtvorm. Een combinatie van beide geeft dus een wat langere en vollere vruchtvorm.
Calcium, silicium en borium spelen een belangrijke rol bij de stevigheid van de celwanden van de vrucht en hebben daarmee een grote invloed op de uiteindelijke hardheid van de vrucht. Met name gedurende de celdelingsperiode speelt opname van calcium via de wortel, dus vanuit de bodem, een belangrijke rol. Door slim gebruik te maken van de synergie tussen calcium en borium kan de opname van calcium extra worden bevorderd. Er liggen mogelijkheden om met fertigatie extra stappen te zetten op dit gebied. Aanvullend kan ook calcium als bladvoeding worden ingezet. Door dit te combineren met silicium vanuit Stimucrop Siligreen ontstaat er een betere calciumopname. Daarnaast zorgt silicium zelf ook voor sterkere celwanden, op deze manier wordt dus slim gebruik gemaakt van de synergie tussen calcium en silicium. Hardere vruchten hebben een beter uitstalleven en een betere bewaarkwaliteit.
Door vurchthoudbaarheid te verhogen blijft de vrucht van hogere kwaliteit in de bewaring. Hardheid en vruchtkleur hebben een grote invloed op de bewaarkwaliteit van appels en peren. Aanvullend hierop heeft stikstof ook een belangrijke rol wanneer het gaat om bewaarkwaliteit. Belangrijk om te weten is dat zowel een stikstofovermaat als een stikstoftekort tot problemen kan leiden. Een tekort aan stikstof geeft een groter risico op vergeling tijdens de bewaring en kan er toe leiden dat de vruchten sneller afleven. Een overmaat aan stikstof geeft een hoger risico op holle en/of buikzieke peren, bij appel kan een overmaat aan stikstof zorgen voor minder blosvorming bij de bicolore-appelrassen.
Met name tijdens de celstrekkingsperiode kan met bemesting invloed worden uitgeoefend op de uiteindelijke vruchtmaat. Vooral met kalium kan hierop gestuurd worden. Om latere problemen met de vruchtkwaliteit te voorkomen moet vooral worden gestuurd op een goede verhouding tussen enerzijds calcium en anderzijds kalium in de vruchten. Een overmaat aan kalium kan problemen geven tijdens de bewaring. Met name in peer, en zeker in Conference, kan tijdens de celstrekkingsperiode aandacht worden besteed aan kaliumbemesting, eventueel via de fertigatie.