19 september 2018

Aardappelen – bewaring

Inschuren consumptieaardappelen

Bij het inschuren van aardappels is het belangrijk om, zeker aan het begin van de bewaarperiode, voldoende aandacht te besteden aan de partij. Hierbij staan de schilkwaliteit, i.v.m. het eventueel toepassen van kiemremmingsmiddel, centraal. In dit bericht zetten we enkele aandachtspunten op het gebied van de start van het bewaarseizoen voor u op een rij.

 

Bij en direct na het inschuren drogen en wondhelen

Bij het inschuren ligt de nadruk op drogen en wondheling van de aardappelhuid. Het doel van drogen is om zoveel mogelijk uitwendig vocht af te voeren, dus vocht afvoeren uit de bewaring. Daarna komt er een periode om de wondheling te laten plaats vinden. De optimale temperatuur voor wondheling is 16-18ºC en een hoge RV.

Of u kiest voor direct drogen of eerst een wondhelingsperiode, is afhankelijk van de omstandigheden tijdens het rooien. Hieronder een overzicht welk regime u kunt volgen bij de verschillende rooiomstandigheden.

 

Droog en geen rot, niet gevoelig voor bacterierot
Geen tot weinig droging nodig. Pas een goede wondheling toe van 1 tot 2 weken en ventileer overdag dagelijks om lucht te verversen (bijvoorbeeld 2 – 3 keer een kwartier). De benodigde tijd hiervoor blijft afhankelijk van de partijomstandigheden.

 

Nat en gezond, geen of vrijwel geen bacterierot
Start direct met drogen. Vooral rassen die gevoelig zijn voor bacterierot (o.a. Agria, Victoria, Lady Olympia) is snel een droge schil bevorderen erg belangrijk.

 

Natte en rotte knollen
Tijdig drogen is belangrijker dan een goede wondheling.

Start bij partijen met flinke problemen ook al tijdens het inschuren met ’s nachts ventileren. Ook als de cel nog maar halfvol is. Sluit de kokers af en homogeniseer de partij eerst door (gedeeltelijk) intern te draaien. Gebruik direct een kachel, zeker als de product temperatuur lager is dan 15ºC. Voer vocht zo snel mogelijk af door de deur op een kier te zetten. Het gaat om de ruimte temperatuur zo constant mogelijk te houden door de kachel dan in de ruimte te zetten. Hiermee nivelleert u de temperatuur in de partij en koelt de partij niet af gedurende de nacht. Wees er van bewust dat bij het drogen van de partij altijd en ook snel de temperatuur kan dalen. Door vanaf het inschuren scherp op de temperatuur van de partij te letten, komt u bij warmere nachten ook later in het seizoen niet voor een tekort aan ventilatie uren te staan.

 

Kiemremming
Bij het bewaren van aardappels vraagt kiemremming de nodige aandacht. Wanneer aardappels in de bewaring spruiten gaan vormen, gaat de kwaliteit achteruit en ontstaat er gewichtsverlies. Ook zijn de aardappels meer vatbaar voor ziekten als fusarium en zilverschurft. Door een kiemremmingsmiddel toe te dienen, kunt u een partij langer kiemvrij bewaren. Bij het toedienen van een kiemremmingsmiddel, kunt u kiezen voor een behandeling bij het inschuren of een behandeling tijdens het bewaren. Indien er gebruik is gemaakt van een groeiregulatie met Mh kan de bewaarstrategie hierop worden aangepast. Belangrijk is dat de knol de Mh goed heeft opgenomen. Dit jaar is het echter lastig om te bepalen hoeveel Mh er is opgenomen door de knollen. Tijdens de extreme zomer waren de omstandigheden vaak niet ideaal voor de toepassing van Mh. Houd er rekening mee dat de opname veel minder is dan vorig jaar, toen de omstandigheden vrijwel perfect waren. Pas de dosering van Mh aan naar de opname dit seizoen. Indien er gebruik wordt gemaakt van kiemremmers bij het inschuren pas dit seizoen dan 2/3e dosering toe op partijen die met Mh behandeld zijn. Dit zorgt er voor dat de partijen zo lang mogelijk kiem vrij blijven.

 

Kiemremmers bij inschuren
Bij het toedienen van kiemremmer tijdens het inschuren, moet u er rekening mee houden dat deze behandeling niet op alle rassen kan worden toegepast. Bij sommige rassen kan schilbrand ontstaan wanneer chloorprofam direct bij het inschuren wordt toegediend. Op bijvoorbeeld Nicola, Innovator, Folva, Asterix, Santana, Santé en Victoria wordt afgeraden om kiemremmer toe te dienen bij het inschuren. Op deze rassen is het advies om pas na de wondhelingsperiode een kiemremmingsmiddel toe te dienen door middel van een ruimtebehandeling. Weet u niet zeker of uw ras gevoelig is voor schilbrand? Neem dan contact op met uw adviseur of afnemer, of kijk of uw ras op de schilbrandgevoeligheidslijst staat in de bijlage.

Voor een inschuurbehandeling zijn twee middelen beschikbaar. Gro-Stop Ready is een middel dat direct op de aardappels kan worden toegepast. Dit middel heeft een stabiele formulering en zakt niet uit in de bus. Bij Tuberprop Basic moet water worden toegevoegd voor de toepassing. Bij Tuberprop Basic moeten twee delen water worden toegevoegd per deel Tuberprop. Het voordeel van Tuberprop Basic is dat dit middel minder vettige aanslag geeft op de apparatuur. Advies:

Gro-Stop Ready 150 ml/ton of
Tuberprop Basic 60 ml/ton (+120 ml water/ton)

Bovenstaande doseringen gelden voor een kiemremming bij een langere bewaarperiode. Bij Gro-Stop Ready geldt bij 150 ml/ton een veiligheidstermijn van twee maanden. Wanneer de lengte van de bewaarperiode van tevoren nog niet bekend is, kunt u er ook voor kiezen om Gro-Stop Ready toe te dienen in een dosering van 75 ml/ton. Bij deze lagere dosering geldt geen veiligheidstermijn. Wanneer u de lagere dosering heeft gebruikt en toch langer wilt bewaren, dan kan de basisbehandeling aangevuld worden met een ruimtebehandeling. Voor Tuberprop Basic geldt een veiligheidstermijn van 24 uur.

 

Poederschurft
Wanneer kiemremmingsmiddelen direct bij het inschuren worden toegediend, kan de wondheling van de knol vertraagd worden. Bij een vertraagde wondheling is de knol langer vatbaar voor infecties en is er een hoger risico op infectie door poederschurft. Deze infectie kan zich in de bewaring onder gunstige omstandigheden uitbreiden gedurende de bewaarperiode. Asterix, Bildtstar en Hansa zijn hiervoor extra gevoelig.

 

Kiemremming na inschuren/ruimtebehandeling na wondheling
Wanneer u geen kiemremmers toepast bij het inschuren, kunt u het beste 2 − 3 weken na het inschuren beginnen met een ruimtebehandeling. Door de partij even de tijd te geven, kunnen de knollen tijdens de wondhelingsperiode voldoende drogen en afharden. Hierdoor kan de ruimtebehandeling worden uitgevoerd op een droog product. Houd er wel rekening mee dat de middelen bij een ruimtebehandeling, net als de middelen bij een basisbehandeling, preventief werken. Wanneer de spruiten al op de knollen zijn gevormd, is de behandeling veel minder effectief. Ook is de kans op inwendige kiemen (binnenschot) groot wanneer kiemremmer wordt toegepast op een partij waarop zich spruiten gevormd hebben.

 

Behandelingen met Chloorprofam:
Voor het foggen en gassen kunt u de volgende producten gebruiken:

  • Kiemremmer Tuberprop HN (300 gram actieve stof per liter)

Naast het foggen kunt u ook koud vernevelen. Hiervoor kunt u de volgende producten gebruiken:

  • Kiemremmer Tuberprop Ultra (300 gram actieve stof per liter)
  • Kiemremmer Tuberprop Ultra 600 (600 gram actieve stof per liter)

 

Behandelingen met 1,40 Sight:
Een alternatief voor het behandelen met Chloorprofam is het gebruiken van 1,4 Sight. Dit middel is gebaseerd op een stof die van nature voorkomt in de aardappel en zorgt voor de kiemrust. Als u een nieuwe bewaring heeft die vrij moet blijven van Chloorprofam is dit een goed alternatief. De laatse jaren is veel ervaring opgedaan met het middel. Voor een passend advies over het behandelen met 1,4 Sight kunt u het beste contact op nemen met uw adviseur. Als van Iperen kunnen wij het ook voor u toepassen.

Enkele aandachtspunten:

  • Start tijdig met de eerste toepassing van 1,4 Sight, dit zorgt voor het beste resultaat.
  • De dosering van het middel bij het gassen is afhankelijk van de verwachte bewaarduur van de aardappels en het aantal toepassingen.
  • Houd tijdens het gassen de bewaring zo goed mogelijk gesloten, om zo de hoogste effectiviteit van het middel te halen.Schilbrandgevoeligheidslijst (bron: Certis Europe)

Bovenstaande adviezen zijn gebaseerd op de actuele praktijksituatie en de op dit moment ter beschikking staande kennis. Alle rechten voorbehouden. Niets uit dit bericht mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand en/of openbaar gemaakt in enige vorm of op welke wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.