01 november 2019

Systeemaanpak in een veranderend landschap

“Tot voor kort hadden we voor elk probleem een oplossing. We hadden een gewas, een plaag, we zetten een middel in en we hadden alles onder controle. Maar zo werkt het niet meer.”

Een systeemaanpak moet gaan zorgen voor een goede kwaliteit van de bodem en het gewas. Van Iperen houdt zich in toenemende mate bezig met deze ontwikkelingen. Dirk Bakker, technisch directeur bij Van Iperen, vertelt over de toekomst van de systeemaanpak.i-teelt

“In het verleden konden we voor elke ziekte en ieder beestje beschikken over een breed pakket aan gewasbeschermingsmiddelen. In de loop van de tijd zijn de wettelijke eisen opgevoerd. Hierdoor vallen er steeds meer middelen af en rijzen de kosten de pan uit.”

 

Andere denkwijze

“In Nederland zijn we kampioen in kostprijsverlaging. De bodem is in veel gevallen echter bereikt. Daarom moeten we de aanpak radicaal veranderen. Er is een systeemaanpak nodig, een complete benadering van de teelt, van bodem tot gewasbeschermingsmiddelen tot en met de oogst en inclusief een eerlijke prijs voor het eindproduct. We merken dat iedereen een eigen invulling aan het begrip systeemaanpak geeft. Het is onze taak als groeispecialist hier een invulling aan te geven. Dit doen wij met de introductie van i-teelt.

 

Bodemvitaliteit

“Hoe boeren vroeger met de bodem omgingen, was zo gek nog niet. Veel boeren of tuinders hadden een gemengd bedrijf, met vee en grasland, maar ook met akkers, fruit en kassen. Er was een mineralenkringloop op eigen terrein. Grasland en akkerbouw werden afgewisseld, waardoor de bodem heel gezond bleef. Gras werd periodiek ondergeploegd, waardoor er meer organische stof in de bodem kwam. De percelen zijn steeds groter geworden en we verbouwen nog maar één gewas tegelijk.

“Als we te maken kregen met plant parasitaire aaltjes, gebruikten we nematiciden. Wat we toen niet wisten, is dat je daarmee je bodemleven sloopt. Dat soort middelen mogen niet meer, dus we zijn aan het herontdekken hoe vroeger het gewas zo gezond bleef.”

 

Gewas kiezen

Een gezonde bodem hangt volledig samen met het kiezen van het gewas. Een goed bouwplan is van levensbelang voor je bodem. “Je houdt rekening met de kwaliteit en het rendement van je bodem, als je een gewas kiest.”

 

Plantvitaliteit

Een gezonde plant moet voldoende voeding binnenkrijgen. Niet te weinig, maar ook niet te veel, daardoor ontwikkelen zich snel plagen. Dirk illustreert het met een voorbeeld: “We hebben in een paprikakas kooitjes gehangen met vliegende luis. Als je die loslaat, vliegen ze meteen naar de planten met een overmaat aan nitraatstikstof in hun bladeren. Dat hebben ze zo door, op honderd meter afstand. Het gaat er niet om dat de plant zo hard mogelijk moet groeien, de groei moet precies snel genoeg gaan. Dat kun je steeds beter sturen door precisieteelt; bladbemesting en fertigatie.”

Volgens Dirk is er toekomst voor circulaire bemesting*, maar anders dan in het verleden. “Je kunt bijvoorbeeld stikstof uit de lucht gebruiken of reststromen verwerken tot nieuwe grondstof. Ik denk niet dat we teruggaan naar gemengde bedrijven, maar je kunt wel in een groter gebied samenwerken. Mest van een veeteeltbedrijf kan na bewerking in een vergister overal ingezet worden door een akkerbouwer. De injectie van drijfmest van nu is niet goed voor het land, dus daar moet iets aan veranderen. Op een moderne manier kunnen we die kringloop van vroeger misschien weer herstellen.”

 

Stressreductie

Stimuline“Een teler moet stress bij het gewas proberen te voorkomen. Dat kan door op het juiste moment de juiste biostimulanten te gebruiken, naast een goede bodem, organische stof en voldoende goed water. Vroeger lachten we daarom, we dachten dat we altijd genoeg zoet water hadden. Maar vorig jaar is gebleken dat dat niet meer zo vanzelfsprekend is. Op Schouwen-Duiveland, waar een tekort aan zoet water ontstond, moesten complete percelen uien ondergeploegd worden.”

 

Gewasbescherming

Volgens Dirk zijn chemische gewasbeschermingsmiddelen in 2030 nog wel toegestaan. “Maar dan als medicijnkast, naast de biologische basis.” Hij vraagt zich wel af wat de volgende stap van de fabrikanten zal zijn. “Als het middelenpakket zo snel afneemt, heeft dat gevolgen. Wellicht stijgen de prijzen voor middelen nog verder.”

Het zou ook kunnen dat de chemische middelen worden omgezet naar groene middelen, van natuurlijke oorsprong. Maar dat heeft meer ontwikkelingstijd nodig. Net als CRISPR-Cas, een genetische modificatie van gewassen. Dat heeft tot nu toe nog niet opgeleverd wat we ervan verwachtten. Ziektes komen toch terug maar dan agressiever.

 

Oogstkwaliteit

De kwaliteit van de oogst is het gevolg van alle voorgaande stappen. Dat betekent dat de teler niet meer alleen stuurt op prijs en korte termijnopbrengst, maar veel duurzamer naar zijn teelt kijkt. Maar dan moet er ook iets gebeuren met de prijs: “de prijzen zijn nu over het algemeen te laag. Telers kunnen niet alle risico’s dragen. Als een tulpen- of tomatenteler een misoogst heeft, is hij geen teler meer. Dan is hij failliet.”

“De consument is heus wel bereid om meer te besteden. In de praktijk betalen ze ook hogere prijzen voor producten uit het buitenland. De producten moeten echter wel onderscheidend zijn. Van een lelijk klein peertje wordt niemand blij. Maar een mooie Zeeuwse peer, of een Texelse asperge, daar willen ze wel voor betalen.”