Met je akkerbouwbedrijf van de Dordtse Biesbosch naar Den Bommel op Flakkee. Het overkwam Dick en Sigrid Schenk. De Haniapolder bij Dordrecht kreeg de bestemming natuur en recreatie.
Waar voorheen strakke akkers lagen, ligt nu een groot deel van het land onder water: de Nieuwe Dordtse Biesbosch.
In 2010 verhuisde het gezin Schenk naar Den Bommel, net achter de dijk van het Haringvliet. Op de gevel van de loods prijkt de naam van de nieuwe boerderij: De Hania. Sigrid: “Regelmatig
vragen voorbijgangers wat de naam betekent en dan is het leuk om te vertellen waar we vandaan komen.”
Verhuizen was in eerste instantie wel even spannend. Maar tegelijkertijd hadden ze er ook heel veel zin in. Van Iperen verhuisde met Dick en Sigrid mee. Ook in Den Bommel komt vertegenwoordiger Koos Arens langs om adviezen te geven. Dick: “Een nieuwe start, die kans krijgt niet iedereen. Op het moment dat we hier kwamen, was de grond nog betaalbaar. Nu zijn de prijzen verdrievoudigd. Het huis en de loodsen hebben we helemaal in kunnen richten zoals wij het wilden. Ik kan bijvoorbeeld binnen en buiten aardappels lossen en laden, dat is echt ideaal.
Ik heb nog geen moment gedacht: ‘dat had ik anders moeten doen.’ Ook de samenstelling van de grond in Den Bommel sprak Dick aan.
“In Dordrecht heb je met veel zware grond te maken. Hier is dat allemaal veel lichter en dus makkelijker te bewerken. Dat werkt prettiger en scheelt ook nog eens aardig wat brandstof.” Volgens Schenk heeft hij ook een hogere opbrengst en is de kwaliteit van met name de aardappelen zichtbaar hoger. “Ze zijn mooier van vorm en veel uniformer.”
Het land verkeerde in enigszins verwaarloosde staat. De onkruiddruk van met name veenwortel en hanepoot was groot. Daarentegen bleken de bemestingsgetallen hoog. “Het land is voorheen van een varkensboer geweest en die had er goed voor gezorgd. De fosfaat- en kaligehaltes waren hoog. De laatste jaren werd het land echter verhuurd en dan merk je wel dat het geen eigendom is. De bodem wordt dan verwaarloosd. Maar dat is het mooie van lichtere grond, die herstelt zich ook weer snel. Bij zwaardere grond heb je daar veel meer tijd voor nodig.”
“Lichtere grond vraagt om een andere aanpak als het gaat om afwatering. Zo heb ik meteen een extra drainagebuis aangebracht. Op dit soort grond moet je ze echt om de vijf à zes meter aanbrengen. Daarnaast kilver ik het land en trek ik de sporen los.” Het aardappelen suikerbietenland heeft hij ingezaaid met tarwe. Daarnaast zet hij veel groenbemesters in om de bodem in goede conditie te houden. “Elk jaar verhuur ik wel een stuk land aan één van de bloembollentelers hier op Flakkee. Die hebben voorkeur voor land met tarwestoppel. Voor mij ideaal, want bollen zijn er al vroeg af waardoor je optimaal gebruik kunt maken van groenbemesters.”
Schenk bebouwt zo’n 80 hectare waarvan zeven hectare nog in de omgeving van Dordrecht. “Daar moest ooit een golfbaan komen, maar dat is uiteindelijk niet doorgegaan. Het heeft opnieuw een agrarische bestemming gekregen, dus ik blijf dat voorlopig bebouwen.” Tot een paar jaar geleden teelde hij ook spruiten. Het rendement varieerde nogal per jaar en de teelt is bijzonder
arbeidsintensief. “We hadden een goed jaar, dus ik dacht: ‘nu moet ik stoppen’. Daardoor kon ik met de aardappelen van 1 op 4 naar 1 op 3 gaan.”
De sector gaat hem aan het hart. Hoewel het vooral de veeteelt is die getroffen wordt door de stikstofmaatregelen, stond hij uit solidariteit twee keer op het Malieveld en een keer met zijn trekker langs de snelweg. “Het gaat om de toekomst van de agrarische sector, we moeten voor onszelf opkomen.”
