Ze bebouwen ruim 130 hectare in een straal van maximaal vijf kilometer rond hun boerderij. De grootste uitdaging bij het betelen van hun percelen, is de enorme bodemvariëteit. Vooral de zware kleigrond is moeilijk te bewerken.
Sinds twee jaar voegen Diederik en Elma Goekoop uit Goedereede op advies van akkerbouwspecialist Jan van Vugt van Van Iperen in het voorjaar biostimulanten toe. “Naast het feit dat er sprake is van een aanzienlijke meeropbrengst, is de bewerkbaarheid van de zware grond zichtbaar toegenomen.”
Het echtpaar Goekoop heeft veel vertrouwen in hun teeltadviseur. “Ik weet niet anders dan dat Jan hier over de vloer komt. We hebben een heel goede verstandhouding. Hij weet waar hij het over heeft, temeer ook omdat hij eilandbreed werkt. Hij is dus bekend met wat op andere akkerbouwbedrijven speelt. Daarnaast is hij heel sterk betrokken bij ons bedrijf, dat merk je.” Diederik: “Ik 
was nog maar 16 toen mijn vader werd gekozen als dijkgraaf. Vanaf dat moment was ik fulltime boer en was Jan mijn adviseur.” Het bouwplan op het akkerbouwbedrijf bestaat uit aardappelen, suikerbieten, zaai- en pootuien, conserven en graan.
Twee jaar geleden kwam Jan met het idee om biostimulanten toe te voegen op de zware kleigrond om daarmee de bewerkbaarheid te vergroten. Jan: “Bij Van Iperen was ervaring opgedaan met de toepassing van Stimusoil Impact, een bodemverbeteraar op natuurlijke basis. Dat wordt vooral ingezet als najaarsmeststof en bestaat voornamelijk uit calcium en sporenelementen. Het bevordert de verkruimelbaarheid van de kleigrond en zorgt voor een betere vertering van tarwestroresten. Ik heb toen op basis van goede ervaringen van een collega voorgesteld om het eens in het voorjaar toe te passen, want dan heb je meteen rendement.”
En dat bleek inderdaad het geval. In de aardappelen was sprake van een aanzienlijke meeropbrengst van 8 tot 10 procent.
“We hebben een perceel aardappelen in tweeën gesplitst; de ene helft hebben we voorzien van Stimusoil Impact, de andere helft niet. In de aardappelen met Stimusoil Impact zag je een betere loofontwikkeling, het stond eerder dicht. Echt verschil zag je in de wintertarwe, die we na de aardappelen hebben gezaaid. Die was veel beter uitgestoeld. Het verschil tussen wel of geen biostimulanten liep als een rechte lijn door het perceel.”
Goekoop ervaart ook verbetering in de bewerkbaarheid van de grond. Zo rooide de zwaarste kop van het perceel afgelopen seizoen niet minder dan de rest. Ook viel het hem op dat de aardappelen meer uniform van maat zijn. “Dat zagen we al aan de band.”
“Mij gaat het in eerste instantie niet om die meeropbrengst. Ik vind het veel belangrijker dat de bodem weer in topconditie komt. Die meeropbrengst volgt dan vanzelf wel. Als de bewerkbaarheid toeneemt, gaat dat bijvoorbeeld ook schelen in de brandstofkosten.” Jan: “We gaan het product nu ook toepassen in het najaar. Dan werk je echt aan de verbetering van je bodem. Alleen is dat wel een zaak van de lange termijn.”
Volgens Goekoop is de bodem jarenlang uitgeput door een te krap bouwplan en de inzet van veel te zware machines. Hij is dan ook overtuigd dat ze de lijn die ze ingezet hebben verder door moeten trekken. Toepassing van biostimulanten in voor- én najaar. Hoewel daar afgelopen najaar helemaal niets van terechtkwam. “Overal stond water op het land. We beginnen dus met een
flinke achterstand.” Volgend najaar wil hij ook een proef doen met Stimusoil Impact op de lichtere grond. “Dat ligt misschien niet meteen voor de hand, maar ik wil dat graag zelf onderzoeken.”
Het is duidelijk dat het qua bodem anders moet. Goekoop vraagt zich steeds vaker af of nietkerende grondbewerking wellicht nuttig is. “Uiteindelijk moet die bodem geschikt zijn om meer neerslag in korte tijd te kunnen verwerken. Dat betekent dus onder andere een betere structuur en meer organische stof in de bovenlaag. Wellicht dat we op korte termijn overstappen op een ecoploeg.”
Goekoop is bovendien deels overgegaan van drijfmest op vaste mest, gebruikt compost en verbouwt verschillende groenbemesters. “Door die combinatie hopen we het bodemleven en daarmee de bodemgesteldheid verder te verbeteren.”
Ook toepassing van precisielandbouw staat nadrukkelijk op de agenda van Goekoop. “Juist die bonte grond vraagt om een meer plaatsspecifieke aanpak.”
Volgens Diederik zitten hier wel grenzen aan. “De regelgeving volgt elkaar zo snel op tegenwoordig, dat je materieel niet meer rendabel aan kunt schaffen. Zo verdwijnen niet alleen de middelen bij bosjes, ook de veldspuit van zes jaar geleden voldoet nu al niet meer aan de eisen van deze tijd. Als we eerder op de hoogte zouden zijn van de voorgenomen wetswijzigingen, kunnen we onze
investeringen beter plannen.
