28 december 2020

Met biologie de winter door

Als kweker wil je plagen in het gewas bestrijden, maar wel op een zo duurzaam mogelijke manier. Productmanager gewasbescherming sierteelt bij Van Iperen Richard van Spronsen en chrysantenkweker Maurice van Os delen hun ervaringen over het inzetten van natuurlijke vijanden tegen trips met cucumeris en montdorensis. “Het gaat zo goed dat we minder correcties uit hoeven te voeren.”

“Samen kozen we voor een geïntegreerde aanpak”, vertelt Richard. “Van Iperen zette al eerder deze combinatie van roofmijten succesvol in bij andere klanten. Vooral als je vroeg begint en schoon begint, kun je trips goed met biologie bestrijden.” Bij Van Os kwamen linten met cucumeris. “Daarnaast strooiden we montdorensis. Die voeren we bij met voermijten. Ook de cucumeris en montdorensis reageren  daar goed op.”

Biologie
Maurice constateerde in de zomer altijd een toename van trips door de warmte. “In de winter is er weinig trips. Maar we zijn toch al in week 4 begonnen met biologie.” Maurice: “Als je in het begin veel roofmijten inzet, pluk je er later de vruchten van. Toen er in de zomer een toename was van trips, hebben we drie weken lang twee keer per week extra montdorensis gestrooid. Dat werkte prima. Corrigeren met biologie werkt dus ook prima. Andere jaren was het nodig meer te spuiten in de zomer; dit jaar niet. Gelukkig, want daarmee dood je niet alleen de trips, maar je roofmijten kunnen daar ook last van hebben.” Maurice heeft dankzij de biologie ook minder last van spint. “Als je chemie gebruikt, heb je in de winter juist altijd last van meer spint. Dat pleit er ook voor om biologie in te zetten.”

Nauwkeurig
Als je biologie inzet, is scouten erg belangrijk. Maurice: “Je moet het gewas voortdurend in de gaten houden. Zit er meer trips in of niet? Mijn dochter doet dat heel goed. Zij neemt er de tijd voor en is heel nauwkeurig. Veel nauwkeuriger dan ik. Zij controleert de gele kaarten die in de paden hangen, telt de eventueel aanwezige trips en bekijkt het schadebeeld. Ze ziet meteen of er sprake is van een toename. Is er een toename dan kunnen we in bepaalde gedeelte van de kas corrigeren met biologie door extra te strooien. Ze constateert verbeteringen sinds we biologie gebruiken. Er is duidelijk minder trips. Dat is belangrijk voor ons omdat trips een wit streepje achterlaat op de bloemen. Dat zie je natuurlijk meteen op onze rode chrysanten. Die kun je niet verkopen.”

Richard: “Binnen deze deze strategie zetten we cucumeris in, in een lint (Bioline). Dit lint produceert enorm veel roofmijten per vierkante meter. Doordat je met een groot aantal roofmijten werkt en met twee soorten, kun je de trips heel goed bestrijden en onder controle houden. Doordat de cucumeris gedoseerd uit het lint komt en in een beschermede omgeving zit, is het ook eenvoudiger andere plagen aan te pakken met chemie of groene middelen zoals rupsen, wantsen en luis. De mineervlieg is goed te bestrijden met diglyphus (sluipwesp). Met deze strategie hebben we de afgelopen jaren een goed en betaalbaar geïntegreerd systeem neergezet.”

Telersvereniging Zentoo
Van Os Chrysanten is lid van telersvereniging Zentoo. Deze vereniging eist dat leden MPS-GAP gecertificeerd zijn. GAP staat voor good agricultural practice. Met een certificaat laten kwekers zien dat zij hun gewasbeschermingsmiddelen registreren en aandacht besteden aan milieu, veiligheid en hygiëne. “Wij houden onder andere nauwkeurig bij welke middelen wij gebruiken.”