03 mei 2021

Een (dik)kopje kleiner met de juiste timing

Fruit telen is er niet makkelijker op geworden. Door het smalle middelenpakket is gewasbescherming voor veel telers een flinke uitdaging.

Fruitteler Johan Goud uit het Zeeuwse Waarde, adviseur Frans Eerland van Van Iperen en Joost Nijssen van Bayer over het onverwachte effect van Sivanto Prime op de perengalmug, in de volksmond ook wel dikkopje genoemd. “Appels kun je over de hele wereld telen. Maar voor peren moet je hier in Zeeland zijn. Hier hebben we het beste klimaat.” Twintig jaar geleden stonden de percelen van Johan Goud in het Zeeuwse Waarde nog voor driekwart vol met verschillende appelrassen. Tegenwoordig teelt hij uitsluitend peren. Hoofdras is de Conference. “Soms vind ik dat best nog wel spannend, ‘Al je eieren liggen onder één kip’. De afzet doen we via houtverkoop. Dat betekent dat we de peren plukken, ze in kisten doen en daarna direct verkopen. Andere fruittelers sorteren zelf en doen ook de opslag. Wij besteden dat al 20 jaar uit. Zo kan ik me volledig richten op de teelt, wat ik met plezier doe”.

 

‘Nieuwe’ plaaginsecten

Doordat veel breedwerkende middelen zijn weggevallen, hebben fruittelers vaker te maken met nieuwe plaaginsecten. Frans: “Door het wegvallen van het middel Calypso zien we steeds vaker de perengalmug. Die kende ik alleen uit de boeken. De larven vreten de jonge vrucht van binnenuit aan. Dat zorgt voor flinke schade.”

Systemische werking

Perengalmijt

Sivanto Prime is een nieuw middel van Bayer. In het wettelijke gebruiksvoorschrift wordt de perengalmug niet genoemd. Frans had echter gehoord dat iemand het middel had ingezet tegen wantsen, waarbij ook resultaat werd geboekt bij de bestrijding van de perengalmug. “Door de systemische werking van het middel – het gaat met de sapstroom mee – vond ik het de moeite waard om dat uit te proberen. Met een contactmiddel weet je dat je niet meer dan 60 à 70 procent van de mug weet te raken. Door de systemische werking van Sivanto Prime hoop je dat je de larven te pakken krijgt.”

Joost Nijssen van Bayer wilde op verzoek van Frans meteen meewerken. Joost: “Voor ons is de samenwerking met Van Iperen belangrijk. Wij hebben het contact met de leveranciers, terwijl Frans direct contact heeft met de eindgebruikers. We zijn daarom blij met dit soort vragen direct vanuit de praktijk. In onze proeven kijken we alleen naar de plaaginsecten die wij met het betreffende middel op het oog hebben. In de praktijk zie je wat het nog meer doet. Zoals nu met Sivanto Prime.”

100 procent resultaat

Voor Frans was meteen duidelijk dat hij hiermee bij Johan moest zijn. “Hij heeft last van de perengalmug, maar staat ook open voor nieuwe ontwikkelingen.” De eerste proef vond plaats in 2019 en stelde teleur: een resultaat van ongeveer 60 procent. Niet lang daarna bezocht Frans een andere teler die het middel had ingezet tegen de perenbladvlo. Hij had gespoten op de Comice tijdens de volle bloei en boekte 100 procent resultaat op de dikkopjes! Het had dus alles te maken met het moment van spuiten. De tweede proef bij Johan heeft dat inmiddels bevestigd. Ook hier is sprake van 100 procent resultaat. Joost: “Voor Bayer is dit natuurlijk een mooie bijvangst, waarmee we de fruitteelt weer een stapje verder helpen.” Het middel past volgens beide adviseurs perfect in een geïntegreerde aanpak. “Het is veilig voor de nuttige insecten. En je spuit vroeg in het seizoen, dan zijn er nog weinig nuttigen en is er aan het eind van de teelt geen sprake van enig residu. Mooi is ook dat de schade die de larven al hebben aangebracht zich dan volledig herstelt.” Frans verwacht dat ze de komende paar jaar geen last meer hebben van de perengalmug. “Als je eenmaal schoon bent, ben je er over het algemeen genomen voor langere tijd vanaf.”

 

Goed rentmeesterschap

Hoewel er dit jaar veel problemen waren met de perenbladvlo, heeft Johan daar helemaal geen last van gehad. Een duidelijk signaal dat er sprake is van evenwicht in zijn percelen. Johan: “Ik ben niet per se tegen de inzet van chemie, maar als het niet nodig is, doen we het niet. Iets wat de natuur kan, moet je de natuur laten doen. Dat is voor mij goed rentmeesterschap.” De afgelopen jaren is Johan steeds meer overgestapt op een geïntegreerde aanpak: biologisch als het kan, chemisch als het moet. Johan: “Er moet evenwicht ontstaan en daar moet je de natuur de tijd voor gunnen.
Dat is niet altijd makkelijk. Vanuit het verleden zijn we gewend om bij een probleem onmiddellijk in te grijpen. Bij een geïntegreerde aanpak moet je durven wachten. En dan is het prettig om iemand als Frans te hebben als adviseur, omdat hij veel meer percelen ziet en weet wat er speelt. Maar ook als coach, die helpt om in te grijpen als het moet en te wachten als het kan. Samen staan we sterk.”