17 mei 2021

Hoe biostimulanten bijdragen aan een gezonde bodem

Een gezonde bodem is de basis voor een gezond gewas. Maar hoe houden we onze bodem gezond? Biostimulanten kunnen hierin een belangrijke rol spelen.

In de bodem wortelen planten zich en nemen ze water en nutriënten op. Naast de wortels van gewassen bevinden zich in de bodem gewasresten van eerdere jaren, wormen, mijten, bodeminsecten, aaltjes, schimmels en bacteriën. Die hebben allemaal een functie en zijn van belang voor de groei van het gewas.

Figuur 1: Het bodemvoedselweb: een goede balans tussen de verschillende soorten bodemleven is belangrijk voor een gezonde bodem

Naast het bodemleven zijn de aanwezige nutriënten van belang. Er gelden steeds meer regels voor het aanvoeren van nutriënten. “We moeten ze daarom zo efficiënt mogelijk benutten”, legt akkerbouwadviseur Jan Pieter Bijnagte uit. “Door biostimulanten toe te dienen, kun je ervoor zorgen dat nutriënten in de bodem beschikbaar komen voor het gewas. De toegevoegde bacteriën en schimmels breken bijvoorbeeld organische stof af tot voor de plant beschikbare elementen. Ook stimuleren biostimulanten het leefmilieu van het bodemleven.” Jan Pieter plaatst wel een kleine kanttekening bij dit advies: “Het toevoegen van biostimulanten heeft alleen zin als de akkerbouwer daarnaast alle omstandigheden voor het bodemleven optimaal houdt.”

We kennen verschillende typen biostimulanten voor een gezonde bodem: nutriënten en suikers als voeding voor het bodemleven, humuszuren, fulvinezuren, bacteriën en schimmels. Zij hebben elk een eigen functie.

 

Voeding voor het bodemleven

Bodemleven leeft voornamelijk van organische stof en wortelexudaten. We onderscheiden stabiele en dynamische organische stof. De stabiele organische stof draagt op lange termijn bij aan de bewerkbaarheid van de bodem en stimuleert de groei van schimmels. De dynamische organische stof kan op korte termijn door het bodemleven verteerd worden, waarbij nutriënten vrijkomen. Voor een gezond bodemleven is een goede balans tussen stabiele en dynamische organische stof van belang.

De wortelexudaten bestaan voornamelijk uit suikers, die de plant produceert door fotosynthese. In het voorjaar is deze productie van wortelexudaten nog onvoldoende op gang om het bodemleven optimaal te voeden. Jan Pieter: “Met een biostimulant als Stimusoil Impact voeg je koolhydraten en eiwitten toe als voeding voor het bodemleven. Daarnaast bevat het calcium wat de structuur van de bodem verbetert, waardoor er fysiek meer ruimte komt voor bodemleven. Daarnaast verbetert de balans van water en lucht en kan het bodemleven zich makkelijker handhaven. Stimusoil Impact voegt dus geen bodemleven toe, maar verbetert de omstandigheden voor het bodemleven.”

Figuur 2: Het effect van Stimusoil Impact op de beworteling in de bodem

 

Humus- en fulvinezuren voor betere benutting bodemvoorraad

Bij het verteren van organisch materiaal in de bodem ontstaat humus. Daarin bevinden zich verschillende koolstofverbindingen waarvan een deel zuren zijn. De grote zuren zijn de humuszuren en binden metaalionen. Er zijn ook fulvinezuren in de bodem, kleinere moleculen die een rol spelen bij de opname en transport van mineralen. “Je moet verstandig omgaan met het toevoegen van zuren. Een te hoog gehalte kan een negatieve invloed hebben op het bodemleven.”

“Bij hoge bodemvoorraden en voldoende organische stof, kunnen humus- en fulvinezuren wel zorgen dat de bodemvoorraad beter benut kan worden”, zegt Jan Pieter. “We hebben goede ervaringen met Stimusoil Blackjak bij hoge bodemvoorraden fosfaat in fosfaatbehoeftige gewassen. Het is een natuurlijk product met humine- en fulvinezuren. Deze maken nutriënten vrij en verlagen de pH van de bodem. Hierdoor ontstaat een gunstig wortelmilieu, waardoor de plant zich makkelijker vestigt. Vooral bij de start van de teelt is het gewas sneller weerbaar.”

 

Bacteriën voor betere beschikbaarheid nutriënten

In de bodem helpen bacteriën organische stof af te breken en nutriënten vrij te maken. Er zijn veel verschillende bacteriën, bijvoorbeeld bacteriesoorten die fosfaat vrijmaken en soorten die stikstof uit de lucht binden. Door gebruik te maken van deze eigenschappen is het mogelijk een zo goed mogelijk bodemklimaat te creëren. Vooral bacteriesoorten die de beschikbaarheid van stikstof en fosfaat voor de plant bevorderen, zijn geschikt als biostimulant.

Stimusoil Amylis (maakt stikstof beschikbaar) bevat de bacteriestam bacillus amyloliquifaciens, die stikstof uit de lucht bindt en de wortelgroei sterk bevordert. Deze bacterie vestigt zich op organisch materiaal of koloniseert op de wortels van de plant. “Omdat de bacteriën in Stimusoil Amylis voornamelijk bodembacteriën zijn, is het belangrijk om bij het toepassen rekening te houden met de optimale omstandigheden voor deze bacterie. Gebruik dus voldoende water en zorg dat de bacterie binnen 24 uur in de grond wordt ingewerkt”, adviseert Jan Pieter.

Figuur 3: Het effect van Stimusoil Amylis op wortelgroei

Stimusoil Baseos (maakt fosfaat beschikbaar) is een biostimulant met drie verschillende bacteriestammen, die de oplosbaarheid van de fosfaat in de bodem verbeteren en de fosfaat voor de plant beschikbaar maken. Daarnaast produceren de bacteriën in Stimusoil Baseos ook plantenhormonen, die ervoor zorgen dat een plant steviger groeit. Bij zaadgewassen stimuleert deze biostimulant de kieming van het zaad. De bacteriën gaan een samenwerking aan met de plantenwortels en groeien rond de wortel mee dieper de bodem in. “Het voornaamste verschil met producten op basis van humus- en fulvinezuren is dat bacteriën levende organismen zijn, die zich in de bodem kunnen vermeerderen. Humus- en fulvinezuren kunnen dat niet. Kijk per situatie wat je moet toedienen: bacteriën of zuren. Dat is afhankelijk van de bodemomstandigheden, het gewas en het doel van de toepassing.”

 

Schimmels voor versterking van de plant

In de bodem zorgen schimmels voor de vertering van organisch materiaal. Een groot aantal bodemschimmels leeft daarnaast in symbiose met de plant en vergroot de wortelzone. Deze bodemschimmels leven van de wortelexudaten van de productiegewassen en groenbemesters en maken mineralen uit de bodem beschikbaar voor de plant. Voor de ontwikkeling van deze positieve bodemschimmels is voldoende voeding en de juiste keuze van groenbemesters van belang. Twee groepen bodemschimmels, die voor planten belangrijk zijn, zijn trichoderma en micorrhiza.

Trichoderma heeft een plantversterkende werking, deze bodemschimmel koloniseert de wortels en zorgt er voor dat schadelijke plantparasitaire schimmels zich niet op de wortels kunnen vestigen. Zij tasten ook andere bodemschimmels aan door deze te parasiteren en voeding aan de schadelijke bodemschimmels te onttrekken. Jan Pieter: “In teelten waar een hoog risico op schadelijke bodemschimmels is, kan trichodermaschimmel aan de bodem worden toegevoegd om de samenwerking tussen het gewas en het bodemleven te versterken.”

Micorrhizaschimmels zijn schimmels die het bereik van de plantenwortels in de bodem vergroten. De schimmeldraden van deze schimmels zijn vele malen dunner dan de haarwortels van planten en kunnen dus gemakkelijker diep in de micro poriën van de bodem doordringen. Miccorhizaschimmels worden gevoed door de wortelexudaten van de plant en maken voor de plant mineralen beschikbaar en bereikbaar, die anders voor de plant onbereikbaar zouden blijven. “Het toedienen van micorrhiza’s is maatwerk, er dient rekening gehouden te worden met een aantal spelregels en het is sterk aan te raden om te werken op basis van een grondmonster.”

 

Kort samengevat

Op het gebied van de bodem zijn verschillende typen biostimulanten beschikbaar. Het eenvoudigst is het om de omstandigheden van de bodem te optimaliseren en het bodemleven te voeden. Als de bodemvoorraad nutriënten goed is kan gebruik gemaakt worden van humus- en fulvinezuren om nutriënten beschikbaar te maken. Wanneer het doel is om niet alleen het gewas een boost te geven, maar ook het bodemleven te stimuleren, kan gekozen worden voor het toedienen van bacteriën. Het toevoegen van bodemschimmels kan tenslotte plantversterkend en bodemverbeterend werken.

 

Meer weten?

Neem dan contact op met Jan Pieter Bijnagte (06-13147650, bijnagte@iperen.com) of één van zijn collega-akkerbouwadviseurs binnen Van Iperen.