06 juni 2022

Een gezonde bodem is de basis van de teelt

"Is de bodem niet goed, dan staat de plant meteen 1-0 achter"

Een goede teelt begint met een gezonde bodem. Als een voorraadkamer kan de bodem voedingsstoffen en vocht vasthouden zodat een plant kan groeien en overleven tijdens een droge periode. Daarnaast ondersteunt de bodem de weerbaarheid van een plant in tijden van stress. Adviseur akkerbouw en bodemspecialist Rens de Bruijckere en wetenschappelijk medewerker Frank Woets vertellen over de steeds belangrijkere rol van de bodem bij de teelt. En hoe Van Iperen daarop inspeelt.

“Is de bodem niet goed, dan staat de plant meteen 1-0 achter”, legt Frank uit. “Het is eigenlijk een productiemiddel waar je goed voor moet zorgen.” Rens is het met zijn collega eens. “Een gezonde bodem is de basis van de teelt. Als die niet goed is, krijgt de plant het moeilijker.”

Veel factoren
Zorgen voor een gezonde bodem is makkelijker gezegd dan gedaan. Frank: “Je moet per perceel kijken naar de bodem. Veel factoren spelen daarbij een rol zoals het bodemleven, het gehalte organische stof, de mate van verstoring en het oogsten van gewassen. Als er na regen plassen op het land blijven staan, kun je zien dat de bodem niet goed is.” Rens ziet de mechanisatie in de akkerbouw als bedreiging voor de bodem. “Grote landbouwmachines zorgen voor meer gewicht op de bodem met verdichting tot gevolg. Daar zijn wel oplossingen voor, bijvoorbeeld luchtdrukwisselsystemen. Je kunt daarmee de druk aanpassen voor rijden op de weg of op het land. Akkerbouwers worden zich hier steeds meer bewust van. Als een bietenrooier vol is, mag deze de weg niet op, maar je rijdt er wel mee op het land. Het is net alsof je over je portemonnee rijdt. Het is mooi als je je producten kunt oogsten, maar volgend jaar heb je de bodem weer nodig.” Frank: “Laat bij de oogst zo veel mogelijk gewasresten achter, bijvoorbeeld door stro te hakselen. Dat is voeding voor de bodem.”

Begrijpen
Om een bodem gezond te kunnen houden, moet je deze begrijpen. Rens: “De bodem is de motor. Zonder bodemleven is het eigenlijk substraat. Ik vind het belangrijk dat een teler probeert het bodemleven te begrijpen.” Meer kennis van de bodem krijgen, kan volgens hem door een profielkuil te graven. “En kijk dan goed naar wat je ziet. Is er bodemleven zichtbaar? Hoe is de verkruimelbaarheid van de grond? Zijn er onverteerde gewasresten? Een profielkuil geeft een goede indicatie van de kwaliteit van de bodem. Oud stro moet bijvoorbeeld verteerd zijn. Is het stro nog herkenbaar, dan weet je dat er iets niet goed is in de bodem. Met de informatie uit de kuil kun je kijken waar het probleem zit en een aanpak bepalen. Dat kan in combinatie met labonderzoek, bijvoorbeeld door de hoeveelheid organische stof in de bodem te bepalen.” Frank: “Met een goede analyse van de bodem kun je de waarnemingen in het veld bevestigen.” Rens geeft aan dat we nog lang niet alles weten over bodemleven. “Het is behoorlijk complex. Bodemplagen wordt een steeds groter probleem. En deze problemen laten zien hoe belangrijk een gezonde bodem is. Ritnaalden (larven van de kniptor) en emelten (larven van de langpootmug) vormen een bedreiging. Een coating op het zaad mag niet meer, dus zoeken we naar andere oplossingen. Die zijn er nauwelijks. De bodeminsecten kunnen gaatjes in aardappelen maken of de wortels van planten aantasten. Ritnaalden leven bijvoorbeeld drie tot vijf jaar in de bodem en kunnen in die periode veel schade aanrichten.” Frank: “Het bodemleven en de planten staan niet op zich, ze gaan veel interacties met elkaar aan. Zonder planten is er geen bodemleven, en andersom.”

Centralere rol
Frank denkt dat de maatschappij in de toekomst meer verwacht van de bodem dan dat deze alleen een basis is voor het telen van gewassen. “Denk aan oplossingen voor klimaatproblematiek zoals koolstofvastlegging, compensatie van CO2-uitstoot en waterbuffering.” Rens: “De bodem krijgt een centralere rol. Je moet de bodem beschermen, voeden en erin investeren. Als we de bodem willen verbeteren, hebben we het over een langetermijnaanpak. Het duurt vijf tot tien jaar voor veranderingen in de bodem structureel zichtbaar zijn. De opbouw van organische stof in de grond gaat langzaam. Met een bodemkwaliteitsplan kun je ongeveer vier tot vijf jaar vooruit plannen. In zo’n plan staan modellen die het verloop van organische stof en stikstof kunnen voorspellen. Dat biedt handvatten om de bodem te verbeteren. Een bodemkwaliteitsplan is eigenlijk een bodemanalyse en een adviesrapport in één.”

Specialiseren
Van Iperen speelt nu al in op toekomstige ontwikkelingen als het gaat over de bodem. Rens: “We hebben een bodemgroep en leiden medewerkers op tot bodemadviseurs. Richting 2030 werken we aan een duurzaam bodembeheerplan dat aansluit bij het nationale programma Landbouwbodems. Het is belangrijk meer aandacht aan de bodem te besteden. Vroeger constateerden we dat een plant minder groeide. Dat losten we op door meststoffen en gewasbeschermingsmiddelen toe te dienen. Nu kijken we naar de basis, de bodem.” Frank ziet dat de bodem steeds belangrijker
wordt bij de teelt. “Chemie kan in veel gevallen niet meer en dat is sowieso niet altijd de oplossing. Door de bodem meer aandacht te geven, kunnen we ook in de toekomst onze klanten goed blijven bedienen.”