18 juni 2022

Wat leert innovatie in de stal ons over kansen op het land?

“Zit het in de bodem goed, dan heb je een gezonde koe en een optimale melkproductie”

Hoe kun je als boer met negentig melkkoeien en zestig stuks jongvee je werk combineren met een baan van 32 uur elders? Door zoveel mogelijk te automatiseren. Wie een bezoek brengt aan Kees van Overveld in Fijnaart staat versteld van de mogelijkheden. Niet alleen het melken, ook het voeren is sinds vorig jaar volledig geautomatiseerd. Een voerrobot rijdt de hele dag af en aan en voert iedere groep dieren naar behoefte. Een laser op het apparaat bepaalt op basis van de hoogte van het voer wanneer er aangevuld moet worden.

Kees: “Van tevoren zijn per groep dieren de rantsoenen bepaald. Volgens Van Overveld levert dat niet alleen een enorme arbeidsbesparing op, maar is het ook beter voor de gezondheid van de koeien. “Voer je een keer per dag, dan krijg je enorme schommelingen. Dat is niet goed voor een koe en ook niet voor de melkproductie. Door de hele dag voldoende voer beschikbaar te stellen, benut je het ruwvoer zo efficiënt mogelijk. Dat leidt tot een betere melkproductie. Wat ik nu nog wil doen, is zorgen dat er ruwvoer geteeld wordt dat de juiste nutriënten bevat. Op het land willen we nog veel meer nutriëntgericht gaan bemesten en meer gebruik maken van beschikbare techniek.” Om deze reden heeft Van Overveld  zeven jaar geleden al de keus gemaakt om met de veldspuit te bemesten.

Afwisseling
Het melkveebedrijf van Van Overveld is in 1973 als gevolg van woningbouw van Roosendaal naar Fijnaart verhuisd. Rond de boerderij heeft Kees 39 hectare grasland en 9 hectare bouwland. Verderop verbouwt hij jaarlijks twintig hectare snijmais. “Toen ik 1997 van school kwam, zat mijn vader niet op mij te wachten. Ik moest op zoek naar een baan, want op de boerderij was voor mij geen werk.” In 1998 kwam hij als technisch specialist in dienst bij Lely. En daar werkt Kees nog steeds. Sinds 2007 is daar de boerderij bijgekomen. “Die combinatie maakt het leuk en afwisselend.”

Bewegingen volgen
Alle koeien op de boerderij van Van Overveld hebben een halsband om met daarin een tag. Een systeem van drie ontvangers in de stal meet exact waar een koe zich op dat moment bevindt. Kees: “De tag registreert alle bewegingen. Als een koe tochtig of ziek is, merk je dat aan het gedrag. De beweeglijkheid, het herkauwen en het vreten veranderen. Ik krijg dan een melding op mijn mobiele telefoon dat er met de betreffende koe mogelijk wat aan de hand is. Met behulp van positiebepaling, weet ik meteen waar ik naartoe moet.”

Bemesten op de juiste plek
Dit soort innovatieve optimalisatie zoekt Van Overveld ook bij het telen van gras. “In de stal hebben we alles onder controle. Die controle willen wij ook hebben op het land.” Ruwvoerspecialist van Van Iperen, Piet Riemersma: “De meeste veehouders bemesten met korrels. Eigenlijk is dat onbegrijpelijk. Die korrel vliegt alle kanten op. Met de veldspuit daarentegen, en het gebruik van gps, kan je meststoffen precies daar neerleggen waar ze nodig zijn. De veldspuit en gps spelen in de veehouderij een steeds grotere rol. Daarbij is er tegenwoordig ook meer aandacht voor sporenelementen. Met deze manier van bemesten is het mogelijk om enkele essentiële sporenelementen organisch gebonden in de plant te krijgen.”

Van Overveld maakt gebruik van een balenpers om zijn wintervoorraad op te slaan. Piet: “Op die manier slaat hij verschillende soorten bemest gras individueel op. Zo kan je voor elke groep een eigen menu samenstellen. Dat kan als je bemest per diergroep. Ruwvoer van het ene perceel heeft dan een andere samenstelling dan van een ander perceel, al naar gelang wat de betreffende groep nodig heeft. Bodemanalyse, ruwvoeranalyse en precisieteelt taakkaarten bepalen het bemestingsschema, zowel qua stikstof als sporenelementen.” Kees koopt zijn meststoffen in via Mulders Oudenbosch, een dealer van Van Iperen: “We zijn in 2015 overgestapt op de vloeibare meststof Powerbasic Bravo, en dus bemesten we via de veldspuit. Dat resulteerde in een veel egalere samenstelling van het gras.” Piet: “Powerbasic Bravo, een ureum-meststof, zorgt voor een kwalitatief goed eiwit.” Kees: “En dat is merkbaar. Ik hoef minder eiwit uit aangekocht krachtvoer aan het rantsoen toe te voegen dan voorheen. Soja gebruik ik echt een stuk minder, dat scheelt veel in de kosten.”

Mooie resultaten
Dat deze manier van bemesten positieve gevolgen heeft voor de melkproductie blijkt wel uit de cijfers. Op dit moment levert een kilo droge stof uit kuilgras, opgegeten door de koeien van Van Overveld, 1,41 liter melk op. Gemiddeld genomen melkt hij 38 liter per koe met een ureumwaarde van 18. Piet: “Dat ureumgetal betekent dat het eiwit in het gras heel goed wordt benut door de koe. Dat is beslist mooi. Het kan nog beter door meer aandacht te besteden aan de bodem, gras en in- en uitkuilmanagement. Dat zijn belangrijke schakels voor een veehouder in het ruwvoerproces.

De bodem als basis
“Ik ben ervan overtuigd dat er in de veehouderij veel meer aandacht op het totale management van ruwvoer komt. Nu zie je nog dat in februari de mest wordt uitgereden, opgevolgd door een kunstmestgift en wat later volgt de oogst. Daarna is het drie maanden rustig afwachten op het resultaat en een beoordeling van de kwaliteit. Hebben we het goed gedaan of een verkeerde keuze gemaakt? Dat gaat veranderen. De manier van werken kan nog veel meer voorspellend zijn, zo kan je veel preciezer sturen op nutriënten in het ruwvoer met behulp van bijvoorbeeld precisieteelt. De bodem is de basis van je bedrijf. Als het daar goed zit, heb je een gezond gewas, dat draagt bij aan een gezonde koe en uiteindelijk gezonde melk.