19 december 2022

Zoektocht naar weerbaar gewas

“Om te kunnen blijven bestaan moet je innoveren, zonder consessies te doen aan de kwaliteit ”

Van chemische middelen die ziekten en plagen te lijf gaan, vervallen de registraties en toelatingen steeds vaker. Daarnaast willen telers steeds duurzamer werken en de kracht die aanwezig is in de bodem en de natuur meer benutten. Een weerbaar gewas is belangrijker dan ooit. Sander Middelburg van Leen Middelburg Chrysanten (LMC) gebruikt daarom biostimulanten bij de teelt van snijchrysanten. “Om te kunnen blijven bestaan, moet je innoveren zonder concessies te doen aan de kwaliteit”.

Samen met Van Iperen zoekt LMC naar instrumenten om het gewas weerbaarder te maken met behulp van bemesting en de juiste biostimulanten. “We kijken naar combinaties van verschillende producten om uiteindelijk de juiste puzzel te leggen”, legt Sander Middelburg uit. “Met Van Iperen bepalen we de combinaties en doseringen. We willen een weerbare bodem én een weerbare plant.”

Juiste combinatie

Om een goede bodemstructuur te krijgen en te behouden, bewerkt LMC de grond met lichtere of kleinere machines. Daarnaast dient het bedrijf microbiologie en biostimulanten als fulvinezuren, aminozuren en zeewierextracten toe. “Deze biostimulanten zetten we bij de start van de teelt in met een spuitboom en later geven we ze ook mee met de regenleiding. Dan komen de producten bij de wortel terecht. Ongeveer een jaar lang werkten we met biostimulanten op proefbasis, maar dit jaar zijn we gestart met de hele kas. Stomen gaf het gewenste resultaat; een schone start. Met de huidige energieprijzen is dat niet meer te doen. Door minder chemische middelen te gebruiken, wordt het gewas over het algemeen sterker en weerbaarder, maar we hebben nog geen vastgelegde duurzame strategie die het verwachte succes geeft. Ook een chemische strategie is niet altijd succesvol.” Sander Vermeer, technisch specialist bemesting bij Van Iperen, bevestigt dat er geen garantie te geven is. “Er zijn veel verschillende middelen en er is niet één antwoord op het vraagstuk hoe je een zo weerbaar mogelijk gewas kunt telen. Het gaat erom de juiste combinatie van producten en maatregelen te vinden. Eigenlijk zijn we bezig om een ander teeltsysteem te creëren. We hebben nog niet de optimale strategie, maar we zien zeker verbetering. Er gebeurt iets moois in de grond en de planten maken betere wortels.” Bij chrysanten is de start van de teelt erg belangrijk. Of het gewas het goed doet, is tijdens de eerste tien dagen al zichtbaar. Blijft de groei achter in het begin, dan haalt de plant het niet meer in. Om te controleren of het goed gaat, haalt Sander Vermeer steekproefsgewijs plantjes uit de grond. “Ik kijk of het gewas goed groeit en wortels maakt. Als dat zo is, ben je een heel eind.”

Extra inspanning

Om tot een duurzame teelt en een weerbaar gewas te komen, speelt onderzoek een belangrijke rol. Jan-Willem Spaargaren is praktijkgericht onderzoeker bij Van Iperen en doet sinds kort onderzoek bij LMC. “Dat betekent dat we proeven doen in het teeltsysteem bij de klant. Onderzoeksresultaten van een proefstation zijn nog niet altijd praktijkrijp. We houden er rekening mee dat de productie bij de teler door moet gaan én de kwaliteit op peil moet blijven.” Samen met LMC maakte Sander Vermeer een onderzoeksplan. Jan-Willem: “We doen per kap onderzoek en kiezen voor gewas dat niet langs de gevel staat. Ook sluiten we de eerste en laatste delen van de kas uit omdat deze afwijken van het overige gewas. In deze delen kun je wel onderzoek doen, maar daar zou je apart moeten meten om te voorkomen dat je een vertekend beeld krijgt in de resultaten.” Jan-Willem benadrukt dat goede communicatie met de teler bij onderzoek van groot belang is. “Om betrouwbare resultaten te krijgen, moet hij het onderzoeksplan nauwkeurig uitvoeren. Het plan kan bijvoorbeeld zijn 60 kilo organische mest in te zetten op een proefvak in plaats van 30 kilo. Dat vergt oplettendheid en een extra inspanning van de teler. Bij LMC zijn er ongeveer 60 kappen per tuin. Daarom hebben we een planning gemaakt voor het hele jaar. Sander Middelburg moet het onderzoeksprotocol tot op de werkvloer goed communiceren.” De bereidheid bij telers om zich extra in te spannen is groot, merkt Jan-Willem. “De noodzaak om een weerbaar gewas te telen is groot en onderzoek helpt daarbij. Daarom willen telers vaker praktijkgericht onderzoek laten uitvoeren in de eigen kas.” De eerste resultaten van het onderzoek bij LMC zijn positief. “Aan het einde van de teelt weegt LMC de takken. Dat is gebruikelijk in de chrysantenteelt. Stel dat het minimumgewicht van een bepaald ras 70 gram is en het maximum 100 gram. Dan wil de teler een gewicht tussen de 70 en 100 gram realiseren. Groeit een plant niet goed, dan is het gewicht lager en ontvangt de teler minder geld voor zijn product. De bevindingen uit ons onderzoek tot nu toe zijn hoopgevend. De chrysanten hebben het juiste gewicht.” Sander Middelburg: “Dat was al het geval, maar we kiezen nu voor een andere aanpak en kijken of alle puzzelstukjes dan op de juiste plek liggen zonder concessies te doen aan de kwaliteit.”

Balans

LMC is lid en medeoprichter van telersvereniging Zentoo. De vereniging heeft een kwart van het chrysantenareaal in Nederland. Sander Middelburg: “Iedereen binnen de vereniging heeft ongeveer dezelfde problemen en we experimenteren allemaal in de zoektocht naar een duurzame teelt en een weerbaar gewas. Dé oplossing is er helaas nog niet, maar bij een succesje delen we de kennis binnen de vereniging.” LMC zet naast biostimulanten ook macrobiologie in. “We zetten natuurlijke vijanden in tegen schadelijke insecten. Aan de ene kant dwingt de overheid je tot deze aanpak omdat middelen verdwijnen, maar aan de andere kant willen we zelf steeds meer op een verantwoorde manier telen. We vinden het belangrijk de natuur te gebruiken en in de kas een zo goed mogelijke balans te creëren. De consequentie van duurzaam telen is dat er soms schade aan het gewas ontstaat. Dat probleem hebben we niet ingecalculeerd. Het zou een stuk makkelijker en duurzamer zijn als we die reserves zouden hebben of kunnen opbouwen.

Bestaansrecht

Sander Middelburg is van mening dat samenwerking in de hele keten van belang is om een duurzaam en weerbaar gewas te kunnen telen. “Het begint bij het uitgangsmateriaal, de stekjes. Als er in de stekjes al ongedierte zit, helpt insectengaas in onze kas niet. Daarover zijn we in gesprek met veredelaars en vermeerderaars van de stekjes. We moeten er in de hele keten aan werken: van stekje in Afrika tot het product bij de consument Alle schakeltjes moeten een perfecte ketting vormen. Het gaat uiteindelijk om ons bestaansrecht.” Sander Vermeer: “Vroeg of laat moet je telen met minder chemische middelen en daarom is het van belang dat je als kweker een weerbare bodem en plant realiseert. Een voorwaarde daarbij is dat de basis, zoals een goede bemestingsstrategie, klopt. Dan ben je er klaar voor als het verplicht wordt. Daarom investeert Van Iperen in duurzame oplossingen. Wij willen onze klanten begeleiden bij een weerbare teelt.”