18 maart 2024

“Wij geloven dat maatwerk de toekomst heeft”

Bastiaan Houtenbos houdt van ondernemen. Thuis runt hij samen met zijn vriendin een paardenpension met een manege, zorgboerderij en naschoolse opvang. Daarnaast is hij mede-eigenaar van Koenis Diervoeders, dealer van de vloeibare meststoffen van Van Iperen. “Daar werk ik overdag. ‘s Morgens, ‘s avonds en in het weekend help ik mijn vriendin op ons bedrijf thuis.”

Houtenbos deed na zijn hbo-studie Diergezondheidszorg eerst ervaring op in Nieuw-Zeeland. Eenmaal terug in Nederland werd hij bij Koenis Diervoeders aangenomen als adviseur veehouderij. “Dat is inmiddels ruim zeventien jaar geleden.” Sinds vorig jaar is hij samen met de twee broers en twee neven Koenis mede-eigenaar van het bedrijf Koenis Diervoeders in het Noord-Hollandse Opmeer. “Ik kom van een melkveebedrijf en ben ondernemend opgevoed. Het begon in de loop van de tijd dan ook steeds meer te kriebelen. Ik wilde graag deelnemen en samen handen en voeten geven aan de toekomst van dit prachtige bedrijf.”

 

Vijfde generatie
“Koenis is een fantastisch bedrijf om bij te werken, heel collegiaal. Iedereen werkt gewoon mee. We hebben een hele platte organisatie. Dat zorgt ervoor dat de overhead laag blijft, waardoor we concurrerend kunnen produceren en leveren.” Het bedrijf bestaat 125 jaar en is een echt familiebedrijf. Inmiddels staat de vijfde generatie klaar. Gijs en Luca Koenis staan klaar om straks samen met Bastiaan het bedrijf verder
vorm te geven voor de toekomst. “Ons bedrijf speelt in op de nieuwste ontwikkelingen, wordt gekenmerkt door openheid en biedt vergaande service door gemotiveerde en betrokken medewerkers.”

Koenis is gevestigd in het centrum van het West-Friese dorp Opmeer. De kenmerkende toren van de mengvoederfabriek torent hoog uit boven het centrum. Maar dat zal niet lang meer duren. “Het is de bedoeling dat we medio 2025 verhuizen naar een compleet nieuwe, duurzame locatie op het industrieterrein in Middenmeer, zo’n vijftien kilometer verderop. De fabriek hier wordt afgebroken om plaats te maken voor een supermarkt met daarboven appartementen.”

 

Geen bulk maar maatwerk
De nieuwe vestiging in Middenmeer wordt twee keer zo groot. En dat in een krimpende markt. Bastiaan: “Wij hebben het plan voor nieuwbouw drie jaar geleden bedacht. Ondertussen is er politiek gezien wel het een en ander langsgekomen. Dat maakt het wel spannend. Tegelijkertijd hebben we er veel vertrouwen in. Ik geloof er niet in, zeker niet in deze regio, dat alles zal verdwijnen. We hebben er dan ook heel veel zin in.”
“Wij geloven in ons product en de regio waarin wij opereren. Het ligt in de lijn van de verwachting dat ook hier een aantal bedrijven zal stoppen, maar dat zal beperkt zijn omdat we hier maar heel weinig natuurgebieden hebben. Wij leveren uitsluitend in Noord-Holland en we groeien nog steeds. Dat heeft alles te maken met onze visie. Wij leveren geen bulkproduct, maar maatwerk. Dat doen we hier in Opmeer al en daar richten we de nieuwe locatie ook helemaal op in. Dat betekent kleinere silo’s dan bij de meeste gangbare mengvoerfabrieken. Daarin zijn we uniek. We zijn ervan overtuigd dat deze aanpak toekomst heeft. Zonder maatwerk houdt het op den duur op.”

Het maatwerk van Koenis Diervoerders is gebaseerd op het advies dat zij hun klanten geven. “De verscheidenheid van onze klanten is groot. Iedereen is anders en heeft andere wensen. Daarom werken wij niet met standaardrecepten. Bij ons vind je geen menukaart met twintig verschillende recepten. Voor iedere veehouder maken we een eigen specifieke samenstelling in meel- en brokvorm. Dat gebeurt op basis van de wensen van de veehouder en het ruwvoer dat hij beschikbaar heeft. Bij elke veehouder is de situatie anders. Wat krijgt de koe aan ruwvoer en wat is daarvan de samenstelling? Als we dat goed in kaart hebben, passen we de samenstelling van het mengvoer daarop aan. Daardoor krijgt die koe precies wat zij nodig heeft om optimaal te kunnen presteren.”

“We hebben hele korte lijnen en zitten regelmatig met onze klanten aan tafel. Een tijdje geleden hadden we hier een excursie met een groepje vrouwen van veehouders. Ik hoorde er twee praten over de vraag waarom een van hen klant was geworden bij Koenis. Het antwoord is typerend voor onze aanpak en ervaar ik als een groot compliment. Zij vertelde: ‘Onze vorige leverancier kwam langs, zette zijn laptop op tafel, dronk drie bakken koffie, nam ondertussen meerdere keren de telefoon op, printte na een uur zijn advies uit en vertrok weer. Toen Bastiaan hier kwam, ging hij eerst het bedrijf rond, inspecteerde de mest, de kuil, het gras en kwam toen binnen om ons advies te geven.’ Mooi toch, dat is typisch Koenis.”

 

Vloeibare meststoffen
“De vloeibare meststof Powerbasic Bravo van Van Iperen is gebaseerd op ureum en dat is veel efficiënter dan nitraatstikstof. Ook kan je vloeibare kunstmest met de spuitboom veel nauwkeuriger op het land brengen dan korrels met de traditionele kunstmeststrooier. Daarnaast zorgt ureumstikstof verhoudingsgewijs voor een lager OEB- en een hoger DVE-gehalte in het gras in vergelijking met meststoffen die meer nitraatstikstof bevatten. Het resultaat is een hoger rendement.” Powerbasic Bravo op basis van ureum levert gemiddeld 12 procent meer droge stof op dan bemesting met KAS. Dat is gebleken uit een zesjarig opbrengstonderzoek. Sporenelementen spelen ook een belangrijke rol bij bemesting. Die optimaliseren de mineralenvoorziening. En ook daarvoor geldt dat het om maatwerk gaat.

Bastiaan: “In Noord-Holland wordt heel weinig mais verbouwd. Veehouders moeten het dus voornamelijk van gras hebben. En daarin kijken we kritisch mee en geven we advies. Dat doen we regelmatig samen met een van de ruwvoerspecialisten van Van Iperen. Want ruwvoer is de basis, dat moet goed zijn. En dat begint natuurlijk al bij de bemesting: wat levert de bodem en wat moet er aan drijfmest en kunstmest worden toegevoegd? Ook het moment van maaien bepaalt de kwaliteit van het ruwvoer en de hoeveelheid eiwit. En tenslotte het in- en uitkuilmanagement. Allemaal factoren die bepalend zijn voor de kwaliteit van het ruwvoer. Hoe beter het ruwvoer, des te minder krachtvoer heb je nodig.”