20 maart 2024

“Laat de sector het vooral zelf doen!”

Op het akkerbouwbedrijf Geduho in Oud-Beijerland praten we met Lotte van Dueren den Hollander en Jochem den Bleker over de toekomst van de agrarische sector. Beiden zijn het erover eens dat de sector meer naar buiten moet treden. Lotte: “We moeten de samenleving vertellen wat we doen en hoe we het doen. Mensen hebben daar vaak geen idee van. Door de veranderingen in het middelenpakket zullen we steeds vaker met de veldspuit het land op moeten, terwijl de milieubelasting juist lager wordt. Negatieve reacties zullen dan ook echt wel blijven komen. Totdat je mensen vertelt wat je aan het doen bent en waarom.”

Jochem is het daar helemaal mee eens. “Wij doen elk jaar mee met Kom in de Kas. Je hebt dan de kans om mensen te vertellen dat biologie een steeds grotere rol speelt in een gezonde en duurzame teelt. Doe je iets goed, vertel het dan ook. Sommige tuinders hebben bloemenranden langs de kas voor meer biodiversiteit. Men vindt dat mooi en het lokt vaak vragen en reacties uit. Dat is een goed moment om te vertellen dat daarmee ook natuurlijke vijanden worden aangetrokken, die een rol kunnen spelen in de bestrijding van schadelijke insecten.” Lotte: “Het is mooi dat jonge agrariërs open zijn en bereid zijn om mensen te informeren. Daar moeten we elkaar ook in stimuleren. Je hoeft je erf maar open te stellen, dat is vaak al genoeg. Maak ook gebruik van sociale media. Wij hebben een Instagram-account, @Hoekschewaardappel, met meer dan zevenhonderd volgers.


Niet iedereen hoeft dat te doen, maar het zou al mooi zijn als je in elke regio iemand hebt die ambassadeur is van de sector. Aan de andere kant moeten we niet vergeten dat het merendeel van de Nederlandse bevolking de landbouw een prima cijfer geeft. De mensen die het hardste schreeuwen horen we het meest en hebben daardoor invloed op het beleid. Maar het is wel een minderheid.”

Uitdagingen genoeg

Voor jonge ondernemers kent de agrarische sector uitdagingen genoeg. Toch zijn Lotte en Jochem positief over de toekomst. Lotte: “Natuurlijk moet je wel de mogelijkheid krijgen om het bedrijf van je ouders over te nemen. Zeker als er meer broers en zussen zijn die belangstelling hebben. Bij ons hebben we er als gezin voor gekozen dat mijn jongste broer samen met zijn neef de gelegenheid krijgt op termijn het bedrijf voort te zetten. Omdat we allemaal sterk betrokken zijn, zitten we wel regelmatig als gezin om tafel om de gang van zaken met elkaar te bespreken.
Het is ook heel ingewikkeld geworden met al die regelgeving. Je hebt elkaar nodig.” Jochem: “Het kan ook anders. Ik kom niet uit de familie, toch ben ik mede-eigenaar geworden. Dus dat kan ook. Mensen zien het in je en gunnen het je.” Lotte: “Voor zij-instromers is het meestal niet makkelijk. Dan moet er inderdaad iemand zijn die jou dat gunt. Zowel de tuinbouw als de akkerbouw is heel kapitaalintensief en dat neemt met de schaalvergroting alleen maar toe. Het is dan ook de verwachting dat er in de toekomst andere vormen van financiering ontwikkeld worden.”

Niet meer afwachten

Beiden zijn ervan overtuigd dat als het om de regelgeving gaat, je zoveel mogelijk het heft in eigen handen moet nemen. Lotte: “Van de politiek moeten we het niet hebben. Daar is zoveel onduidelijkheid, je kunt nergens echt van op aan. En dat is killing voor jonge ondernemers. Probeer in deze onzekere tijd maar eens bij de bank aan te kloppen. Het is dan ook niet verwonderlijk dat jonge boeren stoppen. Het plezier wordt uit de sector gehaald. Investeringen zijn tegenwoordig sowieso heel fors. Koop je een nieuwe veldspuit dan ga je er als ondernemer van uit dat je daar jaren mee kan doen. En niet dat je elk jaar dure aanpassingen moet doen om steeds aan de veranderende regelgeving te kunnen voldoen. De overheid moet niet alles van bovenaf opleggen.

Zet wel een duidelijke stip op de horizon, maar laat de sector het vooral zelf doen”. Jochem: “In het verleden zijn we veel te afwachtend geweest. Je moet acteren en niet alleen reageren. We weten welke kant het opgaat. Zorg dat je de maatregelen die gaan komen voor bent. Dan heb je toekomst in deze sector. In de tuinbouw betekent dat onder andere dat we van het gas af moeten en biologisch moeten telen. Daarom onderzoeken wij bijvoorbeeld of we weer gaas in de ramen moeten gaan gebruiken om invlieg te voorkomen. Dat zijn typisch uitdagingen voor de chrysantenteelt. Makkelijk wordt dat niet, maar de sector is veerkrachtig genoeg om het voor elkaar te krijgen. Mijn advies is: ga na wat in jouw teelt de belangrijkste uitdagingen zijn waar je vroeg of laat mee te maken gaat krijgen. Ga daarmee aan de slag. Neem er de tijd voor nu het nog kan en je niet gedwongen wordt door allerlei regelgeving.”

Lotte: “Probeer verder te kijken dan je eigen erf. Praat met andere jonge agrariërs die in dezelfde situatie zitten en bereid je inderdaad voor op de onderwerpen van morgen. In de akkerbouw gaat de beschikbaarheid en kwaliteit van zoet water onmiskenbaar de belangrijkste uitdaging worden. En natuurlijk heb je te maken met het steeds kleiner wordende middelenpakket. Resistenties in gewassen zorgen ervoor dat we ook met minder middelen af kunnen. Maar dan moeten we die resistenties wel voldoende ondersteunen met gewasbescherming, zodat ze niet doorbroken worden. Dat hebben we het afgelopen jaar zien gebeuren met phytophthora. Dat hadden we niet meer in de hand. Maak stappen in verduurzaming. Probeer problemen zoveel mogelijk voor te zijn.”

Samenwerking zoeken

Waar mogelijk moet je volgens Lotte en Jochem samenwerken met andere bedrijven in de sector. Dat biedt veel meer mogelijkheden. Jochem: “Denk bijvoorbeeld aan een duurzaamheidsmanager. Die heb je nodig, maar dat is als bedrijf alleen niet op te brengen. Samen met andere bedrijven kun je dat soort initiatieven wellicht wel oppakken.” De mogelijkheden om samen te werken, komen ook voort uit de jongerenorganisaties waar Lotte en Jochem bestuurslid van zijn. Naast belangenbehartiging is het een belangrijk doel om jonge ondernemers met elkaar in contact te brengen. Daarnaast worden er bijeenkomsten belegd rondom belangrijke actuele thema’s. Jochem: “Bij ons zijn niet alleen telers lid, ook andere mensen die bij de tuinbouw betrokken zijn. Maandelijks hebben we een bijeenkomst, vaak bij een van de leden op het bedrijf, met interessante sprekers, waarbij onderwerpen als bijvoorbeeld de energieprijzen en subsidies centraal staan. Voor jonge ondernemers is het interessant omdat je op bedrijven komt waar je anders niet zo snel naartoe gaat. En je ontmoet interessante mensen die jou verder kunnen helpen.”

Voor Lotte staat vooral de belangenbehartiging vanuit de HAJK op de voorgrond. “Wij vertegenwoordigen drie provincies: Noord- en Zuid-Holland en Utrecht. Ook in deze provincies hebben we te maken met gebieden die door nutriënten verontreinigd zijn. Een deel van die verontreiniging wordt toegerekend aan de landbouw. Het is de taak van de HAJK om de leden te informeren, goede lijntjes te onderhouden met de waterschappen en andere overheden en ervoor te zorgen dat dit zo goed mogelijk wordt opgepakt.”

Plantennerd Lotte van Dueren den Hollander (26)

Opgegroeid op een akkerbouwbedrijf in de Hoeksche Waard, koos Lotte voor de studie Plantenwetenschappen aan de universiteit van Wageningen. Ze omschrijft zichzelf dan ook als een echte plantennerd. Ze is regelmatig te vinden op het familiebedrijf, maar haar ‘echte’ job is bij BO Akkerbouw. Vooral de vertaling van wetenschappelijk onderzoek naar de praktijk van alledag heeft haar hart. Daarnaast is ze bestuurslid van het Hollands Agrarisch Jongeren Kontakt (HAJK). Tijdens haar studie kreeg ze via de studievereniging de smaak van het besturen te pakken. Een vacature bij het HAJK kon ze dan ook niet aan zich voorbij laten gaan. Belangenbehartiging voor jonge agrariërs, dat is wat haar drijft. De mooiste tijd van het jaar? ”De oogsttijd: met z’n allen de schouders eronder en samen lange dagen maken.”

Chrysantenliefhebber Jochem den Bleker (30)

Hij komt niet uit een tuinbouwfamilie, maar ondertussen is Jochem wel locatiemanager van een forse chrysantenkwekerij in Monster, MG Grand. Van jongs af aan was hij al tussen de troschrysanten te vinden. Zijn studie deed hij aan de Hogere Tuinbouwschool in Delft. Het jaar 2023 is voor hem heel bijzonder. Het is het jaar waarin hij trouwde en mede-eigenaar werd van het bedrijf waar hij inmiddels ruim vijf jaar werkt. Hij vindt het belangrijk om meer te doen voor de tuinbouwsector. Toen hij gevraagd werd als bestuurslid van Tuinbouw Jongeren Westland (TJW) hoefde hij dan ook niet lang na te denken. Veel langer dan vijf jaar zal zijn lidmaatschap overigens niet duren. Bij 35 ben je te oud voor TJW. “We moeten meer jongeren enthousiasmeren om voor de tuinbouw te kiezen.” Wat er mooi is aan de teelt van chrysanten? “Een prachtig product dat elke dag je volle aandacht vraagt.”