28 maart 2024

“Fertigatie is onze opbrengstverzekering”

“Zonder fertigatie was de uienteelt afgelopen seizoen een fiasco geworden.” Dat zegt Eegert Feitsma (27) uit het Groningse Eenum. Samen met Jacob Havinga, akkerbouwspecialist bij Van Iperen, blikt hij terug op het afgelopen seizoen waarin hij voor het eerst gebruikmaakte van fertigatie. “We kregen eerst veel regen, daarna volgde een noorderwind. Dat maakte alles weer kurkdroog. Toch bleven de uien dankzij de fertigatie uitstekend groeien.”

De opbrengst overtrof alle verwachtingen. Eegert: “Kwamen we voorheen niet boven de zestig ton uit, nu zijn er percelen die 75 tot 80 ton per hectare opbrengen. Dat is ongekend! Wat ons betreft is er meer dan voldoende potentie voor fertigatie in de uienteelt.”

“Tot nu toe teelden we onder meer rassen die minder kwetsbaar zijn voor fusarium, maar die brengen ook minder op. Met fertigatie is dat niet meer nodig. Doordat we het hele seizoen de dag door water kunnen geven, raakt het gewas niet meer in de stress. Daardoor krijg je dit soort hoge opbrengsten van uitstekende kwaliteit. De uien zijn groter en harder dan voorheen. Komend jaar kiezen we uitsluitend voor hoogrenderende rassen. Fertigatie is onze opbrengstverzekering!”

 

Zachte bovenlaag
Niet alleen is fertigatie nieuw, ook Van Iperen kwam dit seizoen voor het eerst als adviseur en leverancier op het bedrijf, dat op dit moment nog eigendom is van Eegerts vader en oom. “We wilden graag door met de uienteelt, maar het werd elk jaar moeilijker,” vertelt Eegert. Dat heeft te maken met klimaatverandering en de oude grond waarop we telen. Afgelopen jaar bijvoorbeeld hebben we begin mei gezaaid. Twee dagen later kregen we een bak water van 40 millimeter. Er ontstaat dan meteen een korst, waardoor het zaad maar gedeeltelijk opkomt en we veel te weinig plantaantallen hadden.”

Een voorlichtingsavond over fertigatie van Van Iperen die in de buurt gehouden werd, zorgde ervoor dat de Feitsma’s er ook mee aan de slag wilden. Vooral omdat fertigatie ervoor zorgt dat de bovenlaag van de grond zachter blijft en je dus korstvorming voorkomt. Sindsdien zijn ze klant bij Van Iperen. “Daar zijn we blij mee. Jacob komt elke week langs om door het gewas te gaan. Het is prettig om iemand te hebben die met je meekijkt en waarmee je kunt sparren.” Jacob: “Het is belangrijk om dat wekelijks te doen, omdat je dan nog bij kunt sturen. Dat is het grote voordeel van fertigatie.”

Fertigatie vraagt om forse investeringen. De aanschaf van de unit die nodig is voor de fertigatie is eenmalig, maar de slangen moeten elk jaar vernieuwd worden. Jacob: “Eegert heeft als voordeel dat het om grote percelen gaat, waardoor je een flink areaal aan kunt sturen met één unit.” Eegert: “En daar staat een veel grotere opbrengst van hoge kwaliteit tegenover.”Feitsma

 

Taken goed verdelen
Eegert werkt samen met een neef in het bedrijf van hun beide vaders. “Of we in de toekomst samen het bedrijf over kunnen nemen, hangt van meerdere factoren af. Allereerst is het belangrijk dat de rest van de familie overtuigd is dat het bedrijf voortgezet moet worden. Dat is een kwestie van gunnen, anders is het financieel onmogelijk. Daarnaast moet je samen op één lijn zitten. Ik zie dat bij mijn vader en oom. Zij hebben de taken helder verdeeld. Mijn oom is meer van de teelt, terwijl mijn vader verantwoordelijk is voor de techniek. Die repareert en maakt ook zelf machines.”

Voor de fertigatie hebben ze een eigen zaaimachine gekocht. “We hebben die machine zodanig aangepast dat we tijdens het zaaien meteen de slangen leggen. Voorheen werd het zaaien altijd gedaan door een loonwerker, maar omdat er nog weinig ervaring is met fertigatie, wilden we dat in eigen beheer gaan doen. Vandaar dat we die machine hebben aangeschaft.”

Het bedrijf is 180 hectare groot. Daarnaast wordt er jaarlijks nog zo’n 20 hectare bijgehuurd. Naast uien worden er vooral pootgoed, tarwe en bieten geteeld. Het pootgoed neemt een flink deel van het areaal in beslag. Dat gaat om 70 tot 80 hectare. De aardappelen gaan de hele wereld over. “Vanmorgen heb ik vier containers klaargemaakt voor Egypte. Volgende week volgen er twee voor Irak. Het gaat om het ras Santana. Dat is een zeer gewild ras in landen rond de Middellandse Zee en in het Midden-Oosten, omdat de aardappel een goede opbrengst geeft dankzij de zeer goede droogteen hitteresistentie.” Volgens de beide mannen brengt pootgoed wel veel risico met zich mee. Jacob: “Gaat het goed, dan heb je een hoger rendement dan bij consumptieaardappelen. Maar gaat het mis, dan is het verlies ook groot.”

 

In het aardbevingsgebied
Het bedrijf ligt midden in het aardbevingsgebied in Noordoost-Groningen. “Tot 2012 hebben we ook een varkensmesterij gehad. Die verhuurden we, maar we namen wel de mest af. Dat was voor beide partijen een ideale oplossing. Door de aardbevingen is de kelder echter lek geraakt. We zijn nog steeds in onderhandeling over de afhandeling van de schade. De locatie is onbruikbaar geworden voor een varkensmesterij en daardoor niet meer te verhuren. Daarnaast is de betonvloer in een van onze bewaarloodsen beschadigd. Daar kwamen we achter doordat bij het opladen een deel van de aardappelen beschadigd raakten. De vloer bleek niet vlak meer te zijn. Mede om die reden hebben we een nieuwe schuur gebouwd. Heien is heel duur daarom hebben we gekozen voor een vloer van stelconplaten.”

 

Toekomst van de sector
Voor Eegert in het bedrijf kwam, deed hij elders ervaring op. “Toen ik in 2018 klaar was met mijn studie aan de HAS in Dronten ben ik naar Nieuw-Zeeland vertrokken om daar aan de slag te gaan bij een grote uienteler. Daar heb ik veel geleerd. Eenmaal terug in Nederland heb ik nog twee jaar in de verkoop van landbouwmachines gezeten. Ook dat was een interessante tijd. Je komt op veel verschillende bedrijven, dat
is heel leerzaam.” Voor zijn vader en oom werd het daarna tijd dat Eegert in het bedrijf kwam. Er was genoeg te doen en het was tijd voor de volgende generatie om in het bedrijf te komen. Eegert had direct een eigen inbreng. “Mijn vader en oom kozen altijd voor gras als groenbemester, maar ik vind een mengsel veel meer toevoegen aan de bodem. Daarnaast gebruiken we veel compost en kippenmest.”

Eegert houdt zijn kennis vooral op peil via het Gronings Agrarisch Jongeren Kontakt (GrAJK). “Zij organiseren allerlei bijeenkomsten en excursies met interessante sprekers. Ook vind ik het prettig om andere jonge boeren te ontmoeten. Er is onderling een enorme saamhorigheid. Via de GrAJK laten we onze stem horen. Wij missen vanuit de overheid een heldere visie op de toekomst. Er is onder mijn leeftijdsgenoten veel
enthousiasme en goede wil, maar we moeten wel weten waar we aan toe zijn. Wij zien veel kansen, maar hebben besluiten nodig op basis van feiten, niet op basis van emotie. Wij willen wel.”